ACL aantekeningen
20 belangrijke vragen over ACL aantekeningen
Gevolgen van ACL ruptuur voor het bewegen:
1. Aanpassen van het looppatroon bij conservatieve behandelingen
- Kinematica
- Momenten
- EMG
2. Copers en non-copers
Aanpassing looppatroon (momenten)
Uiteindelijk hebben latere auteurs een duidelijker beeld gegeven:
- Non-copers hebben een verminderend extensie moment, doordat zij de afschuiving van de tibia willen voorkomen met een vermindering van het extensiemoment.
- Copers hebben een normaal extensie moment, doordat zijn de knie stabiliseren door co-contractie.
Kun je copers en non-copers vroegtijdig herkennen (Kaplan et al.)?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Rol van bewegen bij conservatieve behandeling
Return to sport (RTS) beslissing (Capin et al.)
De kans op herhaling van ACL letsel is groter:
- Bij snellere terugkeer naar de sport
- Bij jongere patiënten
- Bij een hoger niveau van sport
Effect van behandeling van een ACL op bewegen:
1. Gebruikelijke reconstructieve operaties
2. Klinische vergelijking tussen operaties
3. Aanpassing looppatroon na reconstructie
4. Functie herstel
5. Prognose: nieuw letsel en artrose risico
Gebruikelijke reconstructies operaties
- Er wordt een tunnel geboord door de tibia en het femur
- Een eigen / donor / kunststof materiaal wordt ingebracht
- Dit wordt op spanning gebracht en vastgezet
Vervolgens treedt er een biologisch proces op, wat tot 2 jaar kan duren:
- Ontsteking
- Necrose van het implantaat
- Revascularisatie
- Celdeling
- Remodellering van de ACL
Verschillende manieren operatief behandelen
- BPTB; Bone-patellar tendon-bone (1960)
- HTsb; Hamstrings tendon single bundle (1975)
- Synthetisch (wordt niet meer gebruikt). (1985)
- HTdb; Hamstring Tendon double bundle (1990)
- QT; Quadriceps Tendon (2010)
- Kunststof versterking (LARS = ligament advanced reinforcement system (2000)/ DIS = Dynamic intraligamentary stabilization (2015))
- Allograft (donor) (2015)
Bij QT en BPTB wordt 1/3 van de patella-pees gebruikt.
Bij HTsb (single bundle) wordt de semitendinosus gebruikt, bij de HTdb (double bundle) wordt zowel de semitendinosus als de gracilis gebruikt.
Klinische vergelijking tussen operaties
- Infecties
- Opnieuw ruptuur
- Heroperatie
- Artrose verschijnselen
- Klinische testen
- Gemeten passieve laxiteit middels Lachman test (voorwaarts) / Pivot Shift test (draaiend)
- Functie schalen
- IKDC: een combinatiescore van passieve laxiteit, bewegingsrange en röntgen score
- Lysholm score: schaal voor subjectief ervaren (in)stabiliteit bij dagelijks functioneren
- Tegner score: indeling van beoefende sport in mate van kniebelasting
- VAS: pijn
- Lange termijn artrose risico
Er zijn verschillende reviews, die HTsb (single bundle) vergelijken met HTdb (double bundle):
- Db heeft minder passieve laxiteit in rotatie en translatie richting
- Functionele maten zijn niet verschillend
- Db heeft een lager risico op revisie (2% en 3.2%) dan sb
- Geen verschil in pijn of functie scores
- Geen verschil in artrose risico
Een RCT met een 5 jaar follow-up heeft echter aangetoond dat er geen verschil in klinische maten, laxiteit, functionele maten of fouten is.
Al met al is schijnt de HTdb positievere resultaten te hebben, echter is het een langere, complexe en duurdere operatie. Omdat er geen harde bewijzen zijn dat HTdb een groot voordeel levert, worden beide technieken gebruikt.
In drie grotere studies worden BPTB, HT en QT met elkaar vergeleken. Hieruit kwam naar voren:
- Qua complicaties, klinische testen en functieschalen geen verschil zit tussen de 3 methoden.
- Bij BPTB 4x vaker (in vergelijking met QT) donor site morbidity voorkomt. Dit houdt in dat mensen pijn voelen op de plek waar donor materiaal is weggehaald.
- Geen verschil is tussen QT en HT qua donor site morbidity.
- Er in vergelijking van BPTB en HT meer voorkant knie pijn en meer artrose is bij BPTB dan bij HT. (9 jaar vergelijking)
> minder vaak BTPD gekozen
Aanpassing looppatroon na reconstructie (Kaur et al.) (Meta analyse kinematica knie)
Blijvend verminderende interne rotatie van de knie tijdens het lopen.
De piek (intern) extensiemoment tijdens standfase is verminderd ten opzichte van het andere been en ten opzichte van een controlegroep.
Mogelijk verhoogde co-contractie vlak voor en in het begin van de standfase.
Aanpassing looppatroon na reconstructie (Kaur et al.) (EMG na reconstructie)
Conclusies aanpassing looppatroon
Momenten --> er is een blijvend verminderd extensie moment. EMG --> (mogelijk) verhoogde co-contractie vlak voor en in begin van standfase. In geen van de studies naar het lopen wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende operatie methoden
Functieherstel; mechanische weerstand tegen translatie
- De translatie laxiteit is vergroot.
- De mate van vergroting van de translatie (uitgedrukt in side tot side difference) is gecorreleerd aan sprongafstand. Hoe groter de translatie, hoe minder ver er gesprongen wordt.
Na de reconstructie van een ACL ruptuur:
- Side tot side difference is verminderd. Dit verschil is kleiner bij een THdb dan bij een THsb.
- Operatietechnieken hebben een invloed op de grote van translatie:
§ Tunnel orientatie
§ Tunnel locatie
§ Voorspanning (hoe erg de chirurg de pees aanspant)
Functieherstel; mechanische weerstand tegen rotatie
- De rotatie laxiteit is vergroot.
Na de reconstructie:
- Onderzoek van Zhang: betere verbetering van rotatie laxiteit bij THdb dan bij THsb.
- Onderzoek van Chen: na 5 jaar is er geen verschil meer aantoonbaar met THsb.
- Onderzoek Ristanis: een toename van interne tibia rotatie na ruptuur en geen verbetering na de operatie bij THsb.
- Onderzoek Lam: een toename van interne tibia rotatie na ruptuur en herstel na operatie bij THdb.
Functieherstel; onderliggend fysiologisch herstel
- Aanvullend kraakbeen letsel
- Revascularisatie van ACL
- (Gedeeltelijke) proprioceptie
- Remodelleren van het ligament
- Spierkracht
- Zwaardere functionele testen
Dit verklaart echter niet het hoge percentage van nieuw letsel, aangezien de helft van deze nieuwe letsels in de andere knie zich voordoen.
Prognose nieuw letstel
Er zijn verschillende voorspellende factoren voor een 2e ACL ruptuur na een eerste ACL ruptuur:
- Bij een drop vertical jump:
§ Heup en knie moment
§ Valgus hoek
- Bij single leg stance:
§ Postural sway
Prognose: artrose risico
- 79% had gewrichtsspleet vernauwing (degenerative changes)
- 96% had een normale knie functie
- 37% had een zwelling
- 45% had pijn bij knielen
- 34% had een verminderde 1-benige sprongafstand
44% had gereduceerde knie-extensie
Recente lange termijn schatting
Reconstructie lijkt de prognose op lange termijn niet te verbeteren, vergeet niet dat:
- Groepen met en zonder reconstructie mogelijk niet gelijk zijn
- Mensen met reconstructie zich anders gaan gedragen
- Operatie technieken verbeteren
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden