PB0212212222 Onderzoekspracticum Inleiding onderzoek - Betrouwbaarheid en validiteit
13 belangrijke vragen over PB0212212222 Onderzoekspracticum Inleiding onderzoek - Betrouwbaarheid en validiteit
Welke twee meetfouten hebben invloed op de betrouwbaarheid van meetinstrumenten?
1. Niet systematische meetfouten(random measurement-error) / ruis, door verstorende omstandigheden (bijvoorbeeld slecht humeur, geluid tijdens afname, geur, context etc) Bij dubbelmeten vallen niet systematische meetfouten weg en ontstaat een ware score ve persoon op een construct.
2. Systematische meetfout (bias) een niet toevallige maar systematische vertekening door bijvoorbeeld een ziekte (insomnia) waardoor slechter wordt gepresteerd.
Waarom is het bij psychologische variabelen lastiger om te hertesten (en om daarmee de betrouwbaarheid van het meetinstrument te meten)?
Bij een psychologische variabele is het construct van invloed op de indicatoren. De persoon heeft na een 1e keer de vragen in het geheugen, deze zijn van invloed bij een 2e afname.
Om deze invloed te minimaliseren is de tijdsinterval van belang. Niet te kort (vragen nog in geheugen) niet te lang (natuurlijke veroudering).
Bij snel fluctuerende psychologische variabelen heeft het ook geen zin om op wisselende momenten een test af te nemen (om daarmee de betrouwbaarheid van een meting te bepalen.
Wat zijn absolute meetfouten?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer is een intelligentietest valide?
Wat is een groot nadeel van constructvaliditeit?
Evidentie voor constructvaliditeit kan bestaan op basis van het naast elkaar leggen van een eerder valide instrument naast een nieuw te ontwikkelen instrument bijv een vragenlijst. Terwijl de aanleiding van een nwe juist twijfel vd oude lijst omvat)
Om echt te weten of een meetinstrument het construct van interesse meet, is de causale opvatting van validiteit nodig waarbij uitgezocht wordt hoe een meetinstrument werkt.
Wat is een niet systematische meetfout en hoe verhoudt deze zich tot betrouwbaarheid en validiteit?
Betrouwbaarheid zegt nl of het instrument bij herhaling steeds hetzelfde resultaat oplevert. Door verstoringen kunnen afwijkingen ontstaan, maar als deze klein zijn liggen scores dicht bij elkaar en dit maakt het instrument betrouwbaar (zelfs bij verstoring levert het nog hetzelfde op)
Wat is een niet systematische meetfout en hoe verhoudt deze zich tot betrouwbaarheid en validiteit?
Betrouwbaarheid zegt nl of het instrument bij herhaling steeds hetzelfde resultaat oplevert. Door verstoringen kunnen afwijkingen ontstaan, maar als deze klein zijn liggen scores dicht bij elkaar en dit maakt het instrument betrouwbaar (zelfs bij verstoring levert het nog hetzelfde op)
Hoe noem je vertekeningen van een meetresultaat waarbij een meetinstrument niet valide is?
Bias of systematische meetfouten
Metingen zijn valide als ze gecentreerd zijn om het middelpunt van het dartboard - (er is geen systematische meetfout).
Hoe noem je vertekeningen van een meetresultaat waarbij een meetinstrument niet valide is?
Bias of systematische meetfouten
Metingen zijn valide als ze gecentreerd zijn om het middelpunt van het dartboard - (er is geen systematische meetfout).
Wat wordt bedoeld met: 'in de literatuur wordt soms gezegd dat betrouwbaarheid een noodzakelijke, maar niet voldoende, voorwaarde is voor validiteit?
Dat een meetinstrument met een lage betrouwbaarheid nooit valide kan zijn. Een meetinstrument met een hoge betrouwbaarheid kan wel, maar hoeft niet valide te zijn.
Binnen OU de relatie tussen betrouwbaarheid en validiteit zoals geïllustreerd in de vier dartborden.
Beschrijf de relatie betrouwbaarheid en validiteit vanuit de illustratie van de vier dartborden:
Linksboven - wel betrouwbaar, wel valide
Rechtsboven - wel betrouwbaar, niet valide
Linksonder - niet betrouwbaar, wel valide
Rechtsonder - niet betrouwbaar, niet valide
- De mate waarin de stippen (individuele metingen) bij elkaar of uit elkaar liggen geeft aan hoe betrouwbaar het meetinstrument is.
- De centralisatie van de stippen geeft aan of het meetinstrument valide/niet valide is. Gecentreerd is valide.
Wat is de voornaamste les mbt betrouwbaarheid en validiteit?
Dat deze voor elke studie opnieuw bepaald moeten worden voor de meetinstrumenten en manipulaties in die studie.
Voorbeelden:
- meetinstrument bij volwassenen en kinderen kan iets anders meten (verstorende factoren waardoor een instrument minder betrouwbaar is)
- taal (in Engeland betekenen woorden soms net iets anders dan in Nederland, zelfs bij vertaling)
Wat is een groot nadeel van kwantitatief onderzoek?
Dat vereist operationalisaties van hoge kwaliteit. (operationalisaties die betrouwbaar en valide zijn). Niet altijd voorhanden
- het is vaak niet duidelijk hoe een meetinstrument werkt (voorwaarde validering causale opvatting)
- wetenschappelijk onderzoek houdt zich bezig met studie naar nieuwe fenomenen, variabelen die nog niet onderzocht zijn = geen goede meetinstrumenten/manipulaties voorhanden.
- nodig is een rijk begrip van variabelen om goede operationalisaties te ontwikkelen en na te gaan of ze werken zoals ze moeten werken (validiteit bepalen).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden