Samenvatting: Pdb Module Kostencalculatie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van PDB Module Kostencalculatie

• 1 Hoofdstuk 4 Vaste Activa

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt economische gebruiksduur in?

  Hoe lang het economisch verantwoord is om het productiemiddel te gebruiken en wanneer de machinekosten per prestatie het laagst is

• Geef vijf voorbeelden van complementaire kosten

  Personeelskosten om de machine te bedienen, onderhoudskosten, energiekosten, verzekeringskosten en grondstoffen

• Waarom is interest een onderdeel van de kosten van het duurzame productiemiddel?

  Het geld kan niet ergens anders gebruikt worden

• Geef de volgorde voor het berekenen van de economische levensduur (gebruiksduur)

  Gebruiksduur | machinekosten + cum.interestkosten + cum.complementaire kosten = totale kosten/ cum. prestaties = tarief

• Hoe wordt het afschrijvingsbedrag vervolgens berekend na het berekenen van de economische levensduur?

  Als eerste wordt berekend wat de machine in een bepaald jaar opbrengt. Dit wordt gedaan door de prestaties te vermenigvuldigen met het goedkoopste tarief in een bepaald jaar. Vervolgens worden hier de interestkosten en de complementaire kosten van afgetrokken.

• 2 Hoofdstuk 5 De Break- Evenanalyse

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat kenmerkt de constante kosten?

  Binnen bepaalde grenzen zijn de constante kosten niet gevoelig voor toename of afname van de bedrijfsdrukte

• Geef vier voorbeelden van variabele kosten

  Inkoop van handelsartikelen, grondstoffen, energiekosten en lonen van medewerkers met een nul- urencontract

• Wat is kenmerkend aan de variabele kosten?

  De totale variabele kosten stijgen of dalen bij een toename of afname van de bedrijfsdrukte, maar de kosten per product blijven nagenoeg gelijk

• Wat kan een reden zijn voor degressief variabele kosten?

  Een hogere inkoopkorting bij meer afname

• Hoe wordt de afzet/ omzet berekend om een bepaalde winst te behalen?

  De winst wordt bij de constante kosten opgeteld