Beleggingscategorieen
16 belangrijke vragen over Beleggingscategorieen
Wat is de meest veilige belegging en welke vormen zijn hier?
- spaarrekening
- spaardeposito
- termijndeposito
- geldmarktpapier
- valutarekeningen
Welke risico's zijn er bij spaarproducten?
- renterisico (bij verhandelbare kortlopende obligaties)
- valutarisico (bij beleggen in andere valuta)
- beursrisico (bij verhandelbare kortlopende obligaties)
- debiteurenrisico (als bank failliet gaat of bij verhandelbare kortlopende
obligaties)
- liquiditeitsrisico
- politieke risico (vooral bij staatsobligaties vb Griekenland)
Wat zijn de kenmerken van een obligatie?
- het bedrag waarvoor de houder van een obligatie gerechtigd is;
- de vergoeding (rente) op de obligatie;
- gegevens over welke onderneming de obligatie heeft uitgegeven;
- het jaar van uitgifte van de obligatie;
- wanneer de obligatie moet zijn terugbetaald.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer is een obligatie 'beneden pari'?
Waarop is een rating gebaseerd?
De hoogste rating is AAA (meer zekerheid dat deze wordt afgelost)
Vanaf het niveau BBB of BB wordt van Junk Bonds (= High Yield) gesproken.
Waarom heeft de AFM de leidraad “Informatie over risicoprofielen” opgesteld.
Wat is het doel van de leidraad AFM?
- De informatie is evenwichtig;
- De informatie is vindbaar;
- De informatie is begrijpelijk;
- De informatie is correct, duidelijk en niet misleidend.
Om de adviseur hierbij behulpzaam te zijn is de risicowijzer in de leidraad opgenomen. De risicowijzer bestrijkt het spectrum van laag naar hoog risico. Het risico van een risicoprofiel wordt aangegeven door de positie van de pijl.
Wat zijn kenmerken bij beleggen in vastgoed?
- Relatief grote bedragen;
- Vastgoed is minder goed verhandel (illiquide);
- Beheer van vastgoed is arbeidsintensief (periodiek onderhoud, verzekeren, innen huurpenningen);
- Bij direct beleggen in vastgoed wordt de belegger ook geconfronteerd met allerlei kosten;
Voor de meeste particuliere beleggers is beleggen in vastgoed alleen te realiseren door middel van beleggen in participaties van een onroerendgoedfonds. Dit wordt indirect beleggen genoemd.
De overige risico’s bij vastgoedbeleggingen
- Renterisico
- Debiteurenrisico
- Bezettingsgraad
- Kosten
Wat is het verschil tussen de aandelen van BV en NV?
beursnotering.
- Aandelen van NV’s zijn vrij verhandelbaar en komen in aanmerking voor een
beursnotering.
Waarop hebben aandeelhouders recht?
- dividend (beloning voor beschikbaarstelling van vermogen)
Het dividend is afhankelijk van ondernemingsresultaten.
Risico’s van aandelen?
- Renterisico (hogere marktrente -> aandelen minder interessant
- valutarisico
- debiteurenrisico (aandeelhouders koemn bij faillissement als een van
de laatste aan de beurt
Wat zijn kenmerken van opties?
- contract heeft een bepaalde looptijd
- de onderliggende waarde kan van alles zijn (staatsobligatie, Amerikaanse
dollar ......)
- verhandeling hoeft niet plaats te vinden. Heeft het recht te verhandelen, maar
geen plicht.
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een beleggingsobject?
- de belegger betaalt voor een waardebewijs en krijgt in ruil daarvoor rechten:
- het eigendomsrecht bij een zaak;
- een recht op een zaak: bijvoorbeeld het vruchtgebruik;
- een recht op een (deel) van de opbrengst van het product;
- de aanbieder van het beleggingsobject belooft dat de belegger in de toekomst een rendement krijgt van het object. Dit rendement is afhankelijk van het object. Bijvoorbeeld: bij een investering in hardhout is het rendement afhankelijk van de opbrengsten van de bomen of het verwerkte hout;
- de belegger beheert het product niet zelf;
- het is geen ‘effect’, zoals bijvoorbeeld aandelen, obligaties of opties.
Beleggen in beleggingsopbrengsten brent vaak meer risico's mee. welke bv?
- Geen AFM bevoegdheden bij objecten die in het buitenland liggen;
- Geen toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB )op aanbieders en adviseurs van en bemiddelaars in beleggingsobjecten;
- bij aanbieders van beleggingsobjecten is geen sprake van vermogensscheiding, waardoor de belegger een faillissementsrisico loopt;
- het rendement is afhankelijk is van de waarde van het object dat aan de belegger toegewezen is;
- een beleggingsobject is vaak een natuurproduct en onderhevig aan allerlei natuurrisico’s;
- Bij (landbouw)grond wordt vaak gespeculeerd op een bestemmingsplanwijziging die een waardevermeerdering tot gevolg kan hebben.
Aanbieders, bemiddelaars en adviseurs van beleggingsobjecten moeten op basis van WFT ook vergunning AFM hebben. Wanneer is er geen vergunning nodig?
- beleggingsobjecten waarvan waarde niet kan worden bepaald
- beleggingsobjecten waarbij de minimale inleg 100.000,- is
- beleggingsobjecten die onderdeel zijn van een serie (zelfde kenmerken)
- consumenten die bij de aanbiedende onderneming werken
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden