Samenvatting: Pedagogiek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pedagogiek
-
Leertheorie naar onderwijspraktijk
Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 20/04/2017
Laat hier meer flashcards zien -
H1 Wat is formeel leren?
Het vindt plaats binnen onderwijs- trainings- of opleidingsinstituten. Het is gestructureerd, door geformuleerde leerdoelen, beschikbare leeftijd en/ of didactische ondersteuning. Het is intentioneel ook vanuit perspectief leerling. Leidt tot erkend diploma. -
H1 wat vindt de european centre for the development of vocationel training?
-Vindt dat de 3 vormen van leren (informeel etc.)niet gelijkwaardig zijn.
-Informeel leren als onderdeel van non-formeel leren, waarbij non-formeel leren bestaat uit activiteiten die niet expliciet als leren zijn om schreven. -
H1 Wat vindt Bolhuis over de 3 vormen van leren?
-De aanduidingen intentioneel en incidentieel ongelukkig gekozen omdat er vaak geen sprake is van intentie bij de leerlingen binnen onderwijsleersituatie
-Vindt wezenlijk belang tussen de verschillende manieren van leren: de mate waarin het leren door anderen of door de lerende zelf wordt gestuurd. -
h1 Waar was men in de jaren van de moderne psychologie van overtuigd?
dat er alleen sprake van leren is wanneer het waarneembare gedrag door buiten het individu gelegen factoren is gewijzigd. -
h1 Wat is de hersenstructuur?
-grote hersenen
-kleine hersenen
-hersenstam
-bovenste gedeelte: middenhersenen
-Onderste gedeelte: verbinding met het ruggenmerg. -
h1 grote hersenen: Waar bestaat de buitenkant uit?
de cortex/hersenschors. Ligt om de middenhersenen geplooid. -
h1 Hoe noem je de kleine hersenen ook wel en waar spelen die een belangrijke rol bij?
cerebellum: belangrijke rol bij het vloeiend laten verlopen van beweging. -
h1 Wat is een neuron?
Bestaat uit een cellichaam van grijze stof. Deze mondt aan de ene kant uit in dendrieten: kunnen info ontvangen.
Aan de andere kant in een axon: kan info overdragen aan dendrieten van andere neuronen en aan spieren. -
h1 Tussen neuronen vindt informatieoverdracht plaats, door wat?
neurotransmitters -
h1 Bepaalde neurotransmitters kunnen alleen door bepaalde dendrieten ontvangen worden. Wat zijn de 4 verschillende neurotransmitters?
-adrenaline
-serotonine: leidt tot opwinding en heeft invloed op stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit, eetlust, en verwerking pijnprikkels.
-dopamine: geeft gevoel van genot na beloning, heeft gunstige werking op cognitieve prestaties
-oxytocine: boodschapper van affectie, gulheid, rust, vertrouwen en gebondenheid. Is betrokken bij de reactie op sociale stress en bij seksueel gedrag. Bij knuffels komt oxytocine vrij.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden