Relatie pedagogiek en psychologie
6 belangrijke vragen over Relatie pedagogiek en psychologie
Wat is het pedagogische perspectief en het psychologisch perspectief?
Pedagogisch:
- Het kind heeft praktische en psychische ondersteuning nodig van de ouder.
- het kind doorloopt fasen zonder crisis.
Psychologisch:
- Het kind heeft ondersteuning van ouder en sociale omgeving van kind nodig.
- Het kind heeft crisis in elke fase.
Wat zijn overeenkomsten tussen de pedagogiek en de psychologie?
1. Beide houden zich bezig met de persoonlijke ontwikkeling van het kind, die tot uiting komt in zijn gedrag en doorloopt tot in de volwassenheid.
2. Assimileren
3. Geslaagde identiteitsvorming
Wat houden de begrippen assimileren, geslaagde identiteitsvorming en een ongenuanceerd zelfbeeld in?
Assimileren: alle zelfbeelden op een of andere manier samenbrengen.
Geslaagde identiteitsvorming: wanneer het kind autonoom, zelfstandig en zelfredzaam is en gelooft in eigen kunnen. Er ontstaat een genuanceerd zelfbeeld.
Ongenuanceerd zelfbeeld: houdt in dat er een gebrek is aan zelfbeeld.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
In de pedagogiek wordt er ook gekeken vanuit het behaviorisme. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van conditioneren, zowel de klassieke conditioneren en de operante conditionering, belonen en straffen. Wat houden deze begrippen in?
Conditioneren: proces waarbij iemand a.d.h.v. Ervaringen die hij opdoet, veranderd.
Klassieke conditionering: Is het gezamenlijk aanbieden of toevallig samenvallen van twee stimuli. Dit gebeurt net zo lang totdat er een geconditioneerde respons komt. (pavlov's hond)
Operante conditionering: Een vrijwillige respons wordt versterkt of verzwakt omdat de respons geassioseerd wordt met een beloning of straf.
Wat zijn de 4 ontwikkelingsstadia van het kind volgens Piaget vanuit de cognitieve psychologie?
1. Sensomotorische stadium (0-2 jaar): Motorisch steeds vaardiger en weet om te gaan met steeds nauwkeurige waargenomen omgeving.
2. Pre-operationele stadium (2 tot 6/7 jaar): voorstellingen aanwezig, maar kan nog geen logische bewerkingen doorvoeren.
3. Concreet operationeel stadium (van 6/7 tot 11/12 jaar): Aangepaste schema's worden verworven, kind leer omgaan met gedachten en inhouden.
4. Formeel operationeel stadium (van 11/12 jaar tot 15/16 jaar): Beschikking over abstracte denkschema's en kan problemen op een hoger niveau oplossen.
Wat is het sociaal cognitieve leertheorie vanuit de cognitieve psychologie? (Vygotsky)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden