Samenvatting: Pedagogiek Jaar 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pedagogiek Jaar 1
-
1 Ontwikkeling van jeugdigen
-
1.2 Hechting
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
De gehechtheidstheorie van John Bowlby stelt dat:
Hechtingsgedrag in aanleg aanwezig is en een overlevingsfunctie heeft. Dus niet de voeding of verzorger zelf, maar het hechtingsgedrag is de basis voor gehechtheidsontwikkeling. -
Wat is de belangrijkste factor vd kwaliteit vd gehechtheidsrelatie tussen ouder en kind? Wat is het sleutelwoord?
Het oudergedrag.
Sensitieve responsiviteit. -
Wat is een sensitieve reactie? 3x
- Ouder merkt
signalen op - Ouder
interpreteert designalen - Ouder reageert effectief/
responsief op diesignalen
Dus: de kwaliteit vd sensitieve reactie bepaalt de kwaliteit vd hechtingsrelatie. Dit bepaalt of het kind zich veilig/onveilig voelt. - Ouder merkt
-
Door welke factoren kan sensitiviteit beïnvloedt worden? 2x
Opvoedingsverleden vd ouder (3 verschillende werkmodellen, Beemen)Aangeboren eigenschappen van het kind
-
Van Beemen liet ouders op hun eigen kinderjaren terugkijken en concludeerde dat elke ouder op basis van jeugdervaringen een werkmodel vormt waarin het opvoedingsverleden een plaats krijgt. Noem de 3 verschillende werkmodellen.
Veilig werkmodel: sensitieve ouders
Vermijdend werkmodel: Ouders beschrijven hun opvoedingsverleden op een stereotiepe oppervlakkige wijze.
Verstrikt werkmodel: blijken nog steeds mentaal opgeslokt te worden door hun opvoedingsverleden.
In de drie werkmodellen herkennen we de kenmerken van het veilige, vermijdende en ambivalente gehechtheidpatroon. -
Wat houdt het intern werkmodel in volgens Beemen?
Een representatie vd ervaring met diverse gehechtheidsfiguren die richting geeft aan de wijze waarop toekomstige relaties worden gelegd. Het kind gaat meerdere gehechtheidrelaties aan. -
Welke interventie richt zich op het verminderen van gehechtheidsproblemen bij kinderen (waar gedrags- en emotionele problemen uit voortgevloeid zijn)?
De BasicTrust-methode -
Het artikel 'kinderen zijn geen puppy's' (Peeters) stelt hij dat zowel straffen als belonen nadelig kunnen zijn. Een belangrijk verschil is de gehoorzaamheid door angst of verlangen, of het samenwerken vanuit een natuurlijk verlangen. Welke 13 strategieën zijn er om kinderen te helpen zichzelf te leren sturen?
- Laat consequenties voor wat ze zijn
- Geef tijdig grenzen aan
- Bied alternatieven
- Formuleer jouw wil als mededeling
- Installeer goede gewoonten, toon voorbeeldgedrag
- Communiceer over jouw behoeften
- Bespreek de behoefte achter het gedrag
- Geef ik-boodschappen
- Geen ruimte voor emotionele lading
- Structureer en informeer
- Spreek kinderen aan op hun mogelijkheden
- Geef gerichte feedback
- Time-in
- Laat consequenties voor wat ze zijn
-
3 Motivatietheorieën
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Noem de 4 gradaties van extrinsieke motivatie/internaliseren
A) Regulatie; controle komt van externebron , bijv. doen uitangst voorstraf
B)Introjectie ;druk komt vanbinnenuit , bijv. doorwens voorbeeldig te zijnC )Identificatie ;gemotiveerd , omdat hij 't nut en waardeinziet , bijv.diploma halen
D)Integratie ; volledigeinternalisatie .Waarden van activiteit zijn vollediggeïntegreerd in persoonlijke waarden, normen, motieven endoelen .
BijC & D is er sprake vanautonome motivatie. Persoon staat er volledig achter. -
4 Maslow
-
Noem de 5 basisbehoeften vanuit de piramide van Maslow
1. Fysiologisch
2. Veiligheid
3. Liefde en relatie
4. Respect/erkenning
5. Zelfontplooiing
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden