Ontwikkelingsachterstand en -voorsprong - Ontwikkelen in eigen tempo
5 belangrijke vragen over Ontwikkelingsachterstand en -voorsprong - Ontwikkelen in eigen tempo
Wanneer een kind een voorsprong of achterstand heeft in zijn ontwikkeling wat is dan belangrijk?
Bijvoorbeeld:
- Logopedist
- Fysiotherapeut
- (Ortho)pedagoog
Een achterstand in de motorische ontwikkeling kan gevolgen hebben voor welke ontwikkelingsgebieden?
2. Emotionele ontwikkeling - onzeker worden en een negatief zelfbeeld ontwikkelen.
3. Spraakontwikkeling - Negatief zelfbeeld heeft moeite met het lichaam, kan moeilijk vinden in het openbaar te spreken. Wil niet opvallen.
4. Creatieve ontwikkeling - moeite hebben om zich creatief te uiten. Bijv. Dans/bewegen, muziek of toneelspelen.
Achterstand op het gebied van sociale ontwikkeling kan invloed hebben voor welke ontwikkelingsgebieden?
2. Motorische ontwikkeling - Minder bewegingsspelletjes met andere kinderen vermijden waardoor er minder wordt bewogen.
3. Taal-spraakontwikkeling - Contact met anderen vermijden waardoor hij de sociale regels van een gesprek niet (spelenderwijs) aanleert.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Achterstand op het gebied van taal-/spraakontwikkeling kan invloed hebben op welke ontwikkelingen?
2. Emotionele ontwikkeling - kunnen moeilijkheden vinden met het onder woorden brengen van hun gevoelens en emoties.
3. Motorische ontwikkeling - Bij spraakproblemen kan er sprake zijn van een motorisch probleem omdat bij het spreken de mondmotoriek belangrijk is.
4. Creatieve ontwikkeling - ze kunnen moeite hebben de creatieve ideeën te verwoorden.
De intelligentie van een kind, jongere of volwassene wordt aangegeven met het IQ. (IQ = Intelligentiequotiënt) Het zegt iets over de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Toch kan het zijn dat iemand op een lager niveau functioneert, omdat hij een ontwikkelingsstoornis heeft die hem beperkt. Hoe ziet de tabel eruit met de verschillende categorieën van het IQ?
121 - 130 = Begaafd (6.4%)
111 - 120 = Bovengemiddeld intelligent (15.7%)
90 - 110 = Gemiddeld intelligent (51.6%)
80 - 89 = Beneden gemiddeld intelligent (15.7%)
70 - 79 = Zwak begaafd/ moeilijk lerend (6.4%)
50 - 69 = Licht verstandelijk beperkt / Zeer moeilijk lerend
35 - 55 = Matig verstandelijk beperkt
20 - 40 = Ernstig verstandelijke beperking
Lager dan 20 = Diepe verstandelijke beperking
(Vanaf 55 tot lager dan 20 is het 2,0% van de bevolking)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden