Pedagogische Stromingen en visies - Jenaplan - Samen leren leven
3 belangrijke vragen over Pedagogische Stromingen en visies - Jenaplan - Samen leren leven
Beschrijf de visie van jenaplan (Peter Peterson) op het opvoeden van kinderen van 0-13 jaar
Leren ontstaat in liefde, in verbinding en vanuit verwondering.
Kinderen ontwikkelen zich in een groep:
- veilig groepsklimaat, authenticiteit van elk kind, verantwoordelijkheid voor eigen leerproces.
- Omgaan met jezelf: persoonsvorming
- Omgaan met anderen: sociale vaardigheden
- Omgaan met de wereld: rol in de wereld ontdekken.
Kinderen ontwikkelen zich in een groep:
- veilig groepsklimaat, authenticiteit van elk kind, verantwoordelijkheid voor eigen leerproces.
- Omgaan met jezelf: persoonsvorming
- Omgaan met anderen: sociale vaardigheden
- Omgaan met de wereld: rol in de wereld ontdekken.
Leg de visie uit van jenaplan (Peter Peterson) op het pedagogisch handelen van de pm'er, het begeleiden van een activiteit met kinderen (0-13 jaar), de inrichting van de ruimte en het materiaalgebruik op een kdv of bso?
- Stamgroep met stamhoofd/stamleiders.
- Verticale groepen: leren van elkaar.
- Ieder kind is uniek. Veilig groepsklimaat, met groepsregels.
Ritmische cyclus met vier onderdelen staan centraal:
- Samen werken: doel is leren en ontwikkelen.
- Samen spelen: vrije keuze; coöperatief/competitief/sensomotorisch/wereld oriënterend, esthetisch, verbeeldend.
- Samen spreken: kring gesprek; leren communiceren.
- Samen vieren: verbinding met elkaar.
- Zelf oplossingen zoeken, kinderparticipatie.
- Ruimte: uitdagende materialen, werk- en speelplekken, ramen op ooghoogte, meubilair met kringmogelijkheid.
- Verticale groepen: leren van elkaar.
- Ieder kind is uniek. Veilig groepsklimaat, met groepsregels.
Ritmische cyclus met vier onderdelen staan centraal:
- Samen werken: doel is leren en ontwikkelen.
- Samen spelen: vrije keuze; coöperatief/competitief/sensomotorisch/wereld oriënterend, esthetisch, verbeeldend.
- Samen spreken: kring gesprek; leren communiceren.
- Samen vieren: verbinding met elkaar.
- Zelf oplossingen zoeken, kinderparticipatie.
- Ruimte: uitdagende materialen, werk- en speelplekken, ramen op ooghoogte, meubilair met kringmogelijkheid.
Welke manieren van spel worden er onderscheiden?
- Coöperatief spel: vaardigheden samenwerken, overleggen en leren rekening met elkaar te houden.
- Competitief spel: Leren omgaan met winnen en verliezen. Leren eerlijk te spelen en zich houden aan regels.
- Sensomotorisch spel: Wat kan ik wel of niet. Het leren kennen van de grenzen van zijn lichaam en mogelijk verleggen.
- Wereld oriënterend spel: Ontstaat vaak spontaan in het contact met de buitenwereld.
- Esthetisch spel: uiting kunnen geven aan hun creativiteit.
- Verbeeldend spel: vaardigheden oefenen tijdens rollenspelen.
- Competitief spel: Leren omgaan met winnen en verliezen. Leren eerlijk te spelen en zich houden aan regels.
- Sensomotorisch spel: Wat kan ik wel of niet. Het leren kennen van de grenzen van zijn lichaam en mogelijk verleggen.
- Wereld oriënterend spel: Ontstaat vaak spontaan in het contact met de buitenwereld.
- Esthetisch spel: uiting kunnen geven aan hun creativiteit.
- Verbeeldend spel: vaardigheden oefenen tijdens rollenspelen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
