Boek: Van thematisch werken naar thematiseren

10 belangrijke vragen over Boek: Van thematisch werken naar thematiseren

Pedagoog Decroly

Hij heeft met name het thematisch werken een impuls gegeven.

  1. Wat vond hij?   
  2. Wat ontwikkelde hij daarom?
  3. Welke drie fasen hanteerde hij in het werken met belangstellingscentrum?

  1. Dat onderwijs moest aansluiten bij de interesse van de kinderen en vond de invloed die de natuur op kinderen heeft van grote waarde op hun ontwikkeling.
  2. Daarom ontwikkelde hij belangstellingscentra. Daarin werden verschillende vakken in samenhang aangeboden.
  3. Drie fasen:
    1. Observatiefase:
      • De kinderen nemen nauwkeurig situaties en materialen waar.
    2. Associatiefase:
      • Verbinden vervolgens hun waarnemingen aan gebeurtenissen die ze hebben ervaren. Ze krijgen nieuwe kennis en vaardigheden aangeboden, waardoor hun cognitieve ontwikkeling wordt versterkt.
    3. Expressiefase:
      • Kinderen verwerken hun waarnemingen en kennis: in spel, dans, muziek, tekeningen en andere uitingsvormen.

Pedagoog Ligthart

Hij wilde dat school aansluit bij de belevingswereld van kinderen en waar ze ervarend kunnen leren.

Hij gaf onderwijs, waarin de zaakvakken voor de eerste drie leerjaren waren geclusterd rond thema's.
  • Wat stond hierin centraal?    

Het dagelijks leven (de wereld kwam van buiten naar binnen).

  1. Welke vier andere pedagogen hebben invloed gehad op het werken met thema's?
  2. Wat was hun mening?

  1. Philippi-Siewertz, Resema, Pestalozzi en Malaguzzi.
  2. Dat het onderwijs een opdracht tot burgerschap heeft.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Jonge kinderen leren door interactie op drie niveaus

Welke? 

  1. Materialen
  2. Andere kinderen
  3. Volwassenen

Definitie van spel volgens verschillende pedagogen of onderwijskundige

  • Langeveld:
  • El'konin:
  • Vygotsky:
  • Dewey:
  • Fournier:
  • Janssen-Vos:
  • Van Oers:

  • Langeveld:
    • Accent op exploratie: wezenlijke bezigheid van veilige kind.
  • El'konin:
    • Rollenspel: volwassenen imiteren.
  • Vygotsky:
    • Noemt spel motor voor ontwikkeling en maakt onderscheid tussen het actuele en het 'naaste' ontwikkelingsniveau.
  • Dewey:
    • Noemt spel de bepalende activiteit in het leven van kinderen: levensbehoefte algehele ontwikkeling.
  • Fournier:
    • Vrijwillige en spontane activiteit waar kinderen niets speciaals mee willen bereiken.
  • Janssen-Vos:
    • Levensbehoefte en manier om verbinding te leggen met de omringende wereld.
  • Van Oers:
    • Format waarin alle activiteiten van jonge kinderen worden gegoten.

De ontwikkeling van het spel
Verschillende theorieën en ontwikkelingsfasen

  • Vermeer:
    • Gaat van 'basaal niveau' naar 'vol ontplooid spel', waarbij Vermeer: vier categorieën van spel hanteert:
      • Sensopathisch spel:
      • Hanterend spel:
      • Esthetisch spel:
      • Verbeeldend spel:
  • Janssen-Vos:
    • Legt accent op het...

nt color="#000000">
  • Vermeer:
    • Gaat van 'basaal niveau' naar 'vol ontplooid spel', waarbij Vermeer vier categorieën van spel hanteert:
      • Sensopathisch spel: zintuigelijke ervaringen
      • Hanterend spel: effect van materiaal ontdekken
      • Esthetisch spel: Uiterlijke vorm (bv: maken van een rij auto's)
      • Verbeeldend spel: verbeelding met behulp van materialen.
  • Janssen-Vos:
    • Legt accent op het rollenspel


De ontwikkeling van het spel
Verschillende theorieën en ontwikkelingsfasen
  • El'konin:
    • Legt ook het accent op het rollenspel.
    • Onderscheid vijf fasen in rollenspel:
      • Manipulerend spel:
        • Vooral peuters en jonge kleuters
        • Concreet handelen met objecten centraal.
      • Eenvoudige rolgebonden handelingen:
        • Bij peuters en kleuters
        • Handelen met materialen nog steeds centraal.
        • Voorwerpen krijgen bepaalde betekenis.
      • Eenvoudig rollenspel:
        • Kleuters en oudere peuters
        • Rollen in rollenspel krijgen meer betekenis.
      • Uitgebreid rollenspel:
        • Oudste kleuters en groep 3
        • Bedenken meer spelverhalen.
      • Realistisch rollenspel:
        • Oudste kleuters en groep 3
        • Niet meer alleen doen alsof, maar echt leren is het motief voor hun spel. 

  • El'konin:
    • Legt ook het accent op het rollenspel.
    • Onderscheid vijf fasen in rollenspel:
      • Manipulerend spel:
        • Vooral peuters en jonge kleuters
        • Concreet handelen met objecten centraal.
      • Eenvoudige rolgebonden handelingen:
        • Bij peuters en kleuters
        • Handelen met materialen nog steeds centraal.
        • Voorwerpen krijgen bepaalde betekenis.
      • Eenvoudig rollenspel:
        • Kleuters en oudere peuters
        • Rollen in rollenspel krijgen meer betekenis.
      • Uitgebreid rollenspel:
        • Oudste kleuters en groep 3
        • Bedenken meer spelverhalen.
      • Realistisch rollenspel:
        • Oudste kleuters en groep 3
        • Niet meer alleen doen alsof, maar echt leren is het motief voor hun spel. 

Ontwikkeling van spel bij het constructiespel

  1. Welk soort spel staat niet alleen aan de basis van rollenspel, maar ook aan de basis van constructiespel?
  2. Wat houdt construeren in?
  3. Welke vijf fasen kun je in het constructiespel onderscheiden?
 

  1. Manipulerend spel.
  2. Het maken van ruimtelijke en vlakke objecten.
  3. Vijf fasen constructiespel:
    1. Manipuleren en experimenteren
      • Uit elkaar halen, stapelen en verplaatsen van materialen.
    2. Ontdekken en benoemen
      • Herkenning in de producten die ze maken (het lijkt wel een bed).
    3. Opzettelijk maken
      • Bedenken in spel wat ze willen maken (ontstaat een plan).
    4. Producten voor spelverrijking
      • Zijn bewust dat wat ze willen maken past bij een grotere spelactiviteit (wij zijn timmermannen en maken een bed voor de pop).
    5. Precieze constructies en bewuste leeractiviteit
      • Benoemen vooraf welke constructies ze gaan maken en willen dit zo precies mogelijk doen.

Bewuste leeractiviteiten

Wanneer is er sprake van bewuste leeractiviteit? 

Kinderen die het 'verlangen naar echt' willen weten en goed in staat zijn de 'regels' uit te voeren.

Een van de manieren om spel te begeleiden is werken met de vijf didactische impulsen (Janssen-Vos & Van der Meer)

Welke vijf impulsen zijn dit? 

  1. Gezamenlijke oriëntatie op de activiteit.
  2. Verdiepen en structureren van de activiteit.
  3. Verbreden van de activiteit door deze te verbinden aan andere activiteiten.
  4. Iets toevoegen aan de activiteit.
  5. Reflecteren op de activiteit.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo