Opvoeden - Basisregels opvoeden - Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar
26 belangrijke vragen over Opvoeden - Basisregels opvoeden - Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar
1 van de kennisgebieden die in het pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar naar voren komen is Veiligheid en welbevinden. Waar gaat het daar om? En welke 5 aspecten zijn daarbij belangrijk?
* Vertrouwde relaties met pedagogisch medewerkers
* sensitieve responsiviteit van de pedagogisch medewerkers
* Vertrouwde relaties tussen kinderen
* Voorspelbaarheid van de leefomgeving
* Vertrouwen tussen pedagogisch medewerkers en ouders
Als pedagogisch medewerker zoek je balans tussen actief meespelen en sturen of je afzijdig opstellen. Wat heeft je afzijdig houden als voordeel?
Op de BSO worden kinderen in stamgroepen en subgroepen ingedeeld. Waarom worden subgroepen gemaakt ?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe kan je kinderen leren opgroeien tot autonome volwassene?
Geef verschillen tussen jongens en meisjes in spel
* Jongens hebben meer ruimte nodig dan meisjes
* Jongens zijn vaak gericht op samen spelen, fysiek spel en onderlinge strijd. Meisjes zijn gericht op samenwerken, praten en uitwisselen van ervaringen
Als pedagogisch medewerker ben je op zoek naar balans tussen loslaten en beschermen. Geef aan hoe je dat doet
Hoe leren kinderen als zij 4 of 5 jaar zijn?
Uitproberen en ontdekken
Herhalen en oefenen
Als kinderen ouder worden, tel het resultaat meer. Hoe leren zij dan?
Hoe worden positieve groepen gekenmerkt ?
* Ruimte voor iedereen om initiatieven te nemen
* Ruimte voor verschillende karaktertrekken
Om goed te kunnen participeren is het belangrijk dat je je kunt inleven in anderen. Hoe heet dat? En hoe kan je kinderen daarbij helpen?
Welke 4 gevolgen zijn er als je responsief en sensitief reageert?
* Kinderen leren vertrouwen te hebben in de ander
* Kinderen krijgen een gevoel van eigenwaarde
* Je bouwt een goede band met kinderen op
Geef voorbeelden hoe je een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid bevorderd
* Gevoel erbij te horen
* Positieve sfeer in de groep
* Voorspelbaardheid in de leefomgeving
Kinderen hebben het nodig te leren van ervaringen en eventuele fouten, want zo kunnen zij opgroeien tot autonome volwassenen. Wat zijn dat?
Wat hebben kinderen in een groep nodig om aan de basisbehoefte te voldoen?
Wat hebben kinderen nodig om goed te kunnen participeren?
Welke 2 dingen kan een belangrijke functie hebben in de overgang naar een andere activiteit?
* Inactiviteit
Wat gebeurd er in een negatieve groep?
Recht van de sterkste geldt, en het principe 'ieder voor zich' geldt.
Er zijn vooral leiders en volgers en kinderen die buitengesloten woden
Hoe kan je onderscheid maken tussen spel?
Georganiseerd spel
Binnen spel
Buiten spel
Wanneer kan de pedagogisch medewerker in de groep invloed uitoefenen?
Hoe definieert Rien van Ijzenhoorn gehechtheid ?
De pedagogisch medewerker kan over het algemeen in de beginfase invloed uitoefenen. Geef 6 punten wat daarvoor belangrijk is
* Normen: at mag er en hoe gaan we met elkaar om?
* Aandacht voor het groepsklimaat
* Aandacht voor de veiligheid binnen groep
* Aandacht voor onderlinge conflicten.
* Stimuleert goed gedrag, positieve samenwerking en neemt de leiding
Wanneer vindt veilige hechting plaats?
Als pedagogisch medewerker zoek je balans tussen actief meespelen en sturen of je afzijdig opstellen. Wat heeft studerend optreden als voordeel?
Wat gebeurd er met kinderen die niet veilig gehecht zijn?
Geef voorbeelden van verschillen tussen ouders wat van invloed kan zijn op de opvoeding van kinderen
* Sociale of economische status
* Culturele of etnische achtergrond
Je moet responsief en sensitief reageer. Wat is dat?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden