Kinderen met gedragsproblemen - Probleemgedrag in kaart brengen - Observeren

6 belangrijke vragen over Kinderen met gedragsproblemen - Probleemgedrag in kaart brengen - Observeren

2. Wat doe je om goed inzicht te krijgen in probleem gedrag?

Observeren en vage constateringen als 'het kind is altijd lastig' omzetten in;

  • Objectieve concrete gedragingen: 'als we bij elkaar zitten stat Kim vaak op'
  • Concrete momenten waarin het gedrag vertoond wordt: '2 a 3 keer tijdens het eten en als  we in de kring zitten'

2. Waar moet je rekening mee houden als je wil gaan observeren bij probleemgedrag?

  • Dat de normen kunnen afwijken per situatie.
  • Raadpleeg het pedagogische beleidsplan.
  • Kijk eerst of je met afspraken het probleem kunt oplossen.

2. Waarom observeren we in moeilijke en makkelijke omstandigheden?

  • Door ook op de goede momenten te observeren, leer je te zien waarom het dan beter gaat.
  • Je vraagt je af welke factoren ervoor zorgen dat het beter gaat.
  • Deze kun je eventueel inzetten op de momenten dat het minder goed gaat.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

2. Welke vier observatiemethoden zijn er en wat houd dit in?

CONTINUE OBSERVATIE
  • voortdurende en vrije observatie, geen concreet doel, wel een reden.


INTERVALOBSERVATIE
  • op wisselende tijdstippen, met hetzelfde doel en dezelfde technieken en hulpmiddelen, geschikt voor observaties over langere termijn met het doel een kind te volgen: om 5 of 10 minuten gedrag registeren, of aantal keren 5 of 10 minuten aaneengesloten observeren.


CONTEXTUELE OBSERVATIE
  • het kind in de omgeving (context) staan straal


PROTOCOLLAIRE OBSERVATIE
  • observatie aan de hand van een protocol en een observatieschema (zelf ontworpen of een standaard formulier)

2. Welke vier observatietechnieken zijn er en wat houd dit in?

TIJDGERICHT (TIME SAMPLING)
  • geeft antwoord op de vraag hoe vaak iets gebeurt door bijvoorbeeld turven van bepaalde gedragingen (ruzie) en wanneer iets gebeurt: voor het slapen, na het eten, enzovoort.


GERICHT OP EEN GEBEURTENIS (EVENT SAMPLING)
  • bijvoorbeeld gedrag bij afscheid nemen, gedrag bij het naar bed gaan, enzovoort.


INTERN OBSERVEREN (PARTICIPERENDE OBSERVATIE)
  • observeren terwijl je gewoon het het werk bent zonder speciaal doel, alleen controle hoe alles loopt.


EXTERN OBSERVEREN (NIET PARTICIPERENDE OBSERVATIE)
  • observeren terwijl je niet meedoet in de groep zodat je je handen vrij hebt om terdege te kijken.

2. Welke methode is specifiek bedoeld voor kinderen met probleemgedrag?

Het ABC schema

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo