Samenvatting: Pedagogische Adviezen Voor Speciale Kinderen | 9789031362837 | Trix van Lieshout

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pedagogische adviezen voor speciale kinderen | 9789031362837 | Trix van Lieshout.

• 1 Inleiding (deel 1: theorie)

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wie bezoeken er vaker speciaal onderwijs? jongens of meisjes?

  Jongens

• Welke gedragsproblemen worden er in dit boek behandeld?

  Zie inhoudsopgave

• Wat zin de drie verklaringen dat er meer jongens leerwegondersteuning hebben dan meisjes?

  - Jongens hebben 10% meer hersencellen en zijn daardoor kwetsbaarder
  - Jongens voelen een grotere druk om te presteren
  - Jongens uiten hun ongenoegen vaak openlijker dan meisjes waardoor ze als lastig bevonden worden

• Waarom is er sprake van comorbiditeit van gedragsproblemen met leerproblemen en -stoornissen?

  Er zijn drie hypothesen:
  

  1. Kinderen met leerproblemen hebben vaak veel faalervaringen. Door de faalervaringen en de sociaal-emotionele gevolgen daarvan kunnen zij gedragsproblemen ontwikkelen.
  2. Kinderen met gedragsproblemen kunnen vaak niet voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden voor het schoolse leren, waardoor zij leerproblemen ontwikkelen. Hier is het leerprobleem secundair, omdat het voortvloeit uit het gedragsprobleem.
  3. Het genetisch en/of neuropsychologisch model bepaalt het psychosociaal functioneren én het leervermogen van kinderen. (de analyse van NLD-syndroom van het subtype onderzoek van Rourke is de achtergrond van deze hypothese)

• noem de drie relaties tussen leer en gedragsproblemen

  - leerproblemen worden gedragsproblemen door faalervaringen en de gevolgen daarvan
  - voorwaarde om goed te kunnen leren worden verstoord door het gedragsprobleem 
  - door de gene en/of de hersenen kunnen de kinderen niet goed leren en/of ontstaan er gedragsproblemen

• Waarom is er gekozen voor de 11 typen problemen?

  in het onderwijs wordt je daar het meest mee geconfronteerd

• Waarom is de ordening van psychische stoornissen in afgebakende groepen arbitrair?

  Vanwege de comorbiditeit.

• waarom is het ordenen van de problemen moeilijk

  omdat er comorbiditeit plaats vind

• wat zijn de drie redenen dat jongens meer problemen hebben dan meisjes

  - jongens zijn genetisch kwetsbaar. Ze hebben wel 10% meer hersencellen maar vrouwen hebben meer grijze materie waardoor ze informatie beter kunnen verwerken. veel afwijkingen zitten ook op het x-chromosoom
  -  er wordt bij jongens meer druk uitgeoefend om goed te presteren. Als het op het reguliere basisonderwijs niet goed lukt worden ze vaker naar speciaal onderwijs gestuurd om het daar wel te doen
  - jongens uiten hun gedrag meer dan meiden waardoor ze vaak als lastig worden gezien en krijgen ze eerder een stempel

• Wanneer spreekt men in de psychiatrie van een stoornis?

  Als de specifieke kenmerken ten minste 6 maanden continu voorkomen.