Pedagogische begeleiding

32 belangrijke vragen over Pedagogische begeleiding

Hoe grijp je in, voor een goede groepsklimaat?

We plegen interventies.

Wat is het verschil tussen directief en non-directief?

§Als je je directief bent treedt je op als baas, direct/directeur.
§Als je non-directief bent, praat je, en laat je de leerlingen met elkaar praten.

Wat is orde houden?

Orde is een situatie waarin de leerlingen productief activiteiten uitvoeren die aan het lesdoel beantwoorden.

§Orde hangt samen met de leeractiviteiten
§  Orde hangt samen met het lesdoel
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kan je ordeverstoring verhelpen?

Om ordeverstoringen te verhelpen, kun je non-verbale en verbale ingrepen plegen.

Wat zijn non verbale ingrepen?

Dat doe je door non-verbale signalen uit te zenden. Centraal bij deze ingrepen is, dat je niet bang bent voor de leerlingen en dat je wel alle vertouwen in ze hebt.

Wat zijn verbale ingrepen?

Als je verbaal ingrijpt, zeg je iets over het gedrag van een leerling. Het gevolg is dat alle leerlingen dit meekrijgen. Je veroorzaakt altijd zelf een verstoring in de gang van zaken. Maar soms is dat onvermijdelijk.

Welke hulp heb je op schoolniveau?

§Informeel overleg met overige teamleden: Met collega’s erover hebben
§Informeel overleg in de leerling-bespreking: Officiëler georganiseerde bijeenkomst met collega’s.

Noem twee extreme onderwijsstijlen.

§De leerstofgerichte onderwijsstijl
§De pedagogisch gerichte onderwijsstijl

Wat houdt de leerstofgerichte onderwijsstijl in?

Met de leerstofgerichte onderwijsstijl doelen we op een benadering waarbij de leerstof voorop staat en de leerling pas daarna komt. De leerlingen moeten de leerstof volgen. Als ze hierin falen, is er logisch gevolg:slechte resultaten.

Wat houdt de pedagogisch gerichte onderwijsstijl in?

De pedagogisch gerichte onderwijsstijl stelt de leerling voorop en probeert de leerstof op de leerling af te stemmen. Een pedagogisch gerichte onderwijsgevende zal willen voorkomen dat een leerling voor de groep afgaat als hij iets niet weet.

Wat doe je bij ernstige ordeverstoring?

Ernstig verstorend gedrag kap je direct af.

Welke factoren hebben invloed op je interpretatie?

§De situatie
§De plaats waar de gebeurtenis zich afspeelt
§De tijd waarom de gebeurtenis zich afspeelt
§De aanwezigheid van andere personen dan degene die je observeert.

Een referentiekader komt tot stand door veel factoren, welke zijn dat?

Waarden en normen
Waarden zijn ideeën over wat goed en slecht is. Normen zijn gedragsregels die op die ideeën gebaseerd zijn.
Humeur
Je humeur is zo sterk mee bepalend als je observeert dat het goed is om er een notitie van te maken.
Oordelen
Je onuitgesproken oordelen over leerlingen, bepalen je observaties.
Aandacht
Je aandacht is niet constant en even sterk gericht.
(on)bekendheid
Onbekend maakt al gauw onbemind.
Hoe je in je vel steekt
Lichamelijk en geestelijk ben je voortdurend in beweging. Soms top, soms gespannen. Deze factoren spelen mee in je observatie.

Welke stappen bevat een observatieplan?

§Bepaal de beginsituatie
§Verzamel achtergrondgegevens
§Bepaal het doel en de doelgroep
§Kies observatiehulpmiddelen
§Bepaal de observatiemethode
§Bepaal te observeren gedrag
§Bepaal de observatiesituatie
§Bepaal de observatiedata en tijdstippen
§Kies een manier van rapporteren
§Alles in samenhang
§Een uitgewerkt praktijkvoorbeeld

Wat doe je bij kwalitatief observeren?

Kwalitatieve methode kijk je wat er gebeurt, hoe de dingen lopen. Je vraagstelling is open en bevat het woordje wat.

Voordelen kwalitatieve methode?

Je komt veel te weten.

Nadelen kwalitatieve methode?

§  Het is arbeidsintensieve manier omdat je alles moet opschrijven.
§ En je kunt gegevens moeilijk vergelijken met andere rapporten.

Voordelen kwantitatieve methode?

Is dat je heel precies werkt en dat je in alle rust hebt kunnen bepalen wat je gaat turven en meten.

Wanneer kwalitatief, wanneer kwantitatief?

Hangt er net af wat je te weten wilt komen. Vaak kun je kwalitatieve observaties, nog fijner observeren met kwantitatieve observaties. Je weet dan welk gedrag voorkomt en kunt dat gaan kwantificeren.

Welke manieren van rapporteren heb je?

§Mondeling
§Schriftelijk
§Voorgedrukt formulier
§Vrije rapportage

Waarom is een schriftelijke rapportage het meest geschikt?

§Je observeert niet zomaar. Je wilt al dat werk zorgvuldig afronden.
§De aanleiding is vaak een probleem, waar je een goede benadering voor zoekt.
§Een goede rapportage is overwogen.
§Vaak is de informatie te ingewikkeld om zo even samen te vatten.
§Een schriftelijk verslag kun je bewaren en meerdere malen raadplegen.
§Meerdere mensen hebben toegang tot de informatie.

Wanneer gebruik je het voorgedrukte formulier?

Bij een kwantitatieve observatie.

Wat kan het Remedial Teacher of Intern Begeleider met de rapportage?

Met jou rapportage kan de RT of de IB de gegevens gaan interpreteren en een handelingsplan opstellen.

Groepsobservatie kunnen je twee soorten informatie verschaffen, dat zijn?

§Informatie over hoe een individueel kind zich in de groep gedraagt en hoe het in de groep ligt.
§Informatie over hoe de groep als groep functioneert.

Welke factoren kunnen meespelen bij het ontstaan van een groepsorde?

§Fysieke eigenschappen als lichaamslengte, kleur haar, lichaamsbouw. Grotere kinderen verwerven gemakkelijker gezag dan kleinere.
§Verbale beschaafdheid. Kinderen die ‘het goed kunnen vertellen hebben kans op een sterkere positie in de groep.
§Goede motorische ontwikkeling. Een kind dat goed kan voetballen, hinkelen of schommelen, verstevigt zo gemakkelijk zijn positie in de groep.

Hoe noem je een groep die constant in beweging is?

Dynamische groepsprocessen.

Wat zijn de stappen van een observatieplan bij groepsprocessen?

§Bepaal de beginsituatie
§Tussenstap
§Verzamel achtergrondgegevens
§Doel en de doelgroep
§Observatie hulpmiddelen
§Observatiemethode
§Te observeren gedrag
§Observatiesituaties
§Observatiedata en tijdstippen
§Interpreteren en rapporteren

Wat is belangrijk te noteren bij het verzamelen van de groepsachtergrondgegevens?

Hier noteer je de gekozen activiteit en wat de vorige activiteit van de groep was. De vorige activiteit kan invloed hebben op de volgende activiteit.

Als je een vragenlijst uitdeelt aan de groep, hoe heet dat, en waarom doe je dat?

Dat heet een groepsinterview. Het bestaat uit een vragenlijst die de leerlingen invullen. Dit is een andere manier van onderzoeken bij groepsprocessen.

Waar hou je rekening mee bij een groepsinterview?

§  Dat het prive is.
              Zeg daarom van te voren tegen de leerlingen waarom je dit doet.
§  Wat stel je voor vragen.
              Waar ze heel goed in zijn, waar ze een hekel aan hebben, blij of boos                 van worden.
§  Wat voor soort informatie biedt een groepsinterview.

              Het is altijd informatie van de leerlingen zelf. Dat is het grootste                           verschil met informatie, die je uit een observatie krijgt die je zelf pleegt

Wanneer interpreteer ik mijn observaties zelf?

Als het om eenvoudige situaties/problemen gaat.

Welke observatiesystemen heb je, en waarvoor zijn ze?

§Licorlijst
oDe licorlijst is voor leerlingen van zes tot twaalf. Deze lijst is om gedrag in kaart te brengen.
§Osvo
oDe Osvo-lijst is voor kleuters. Deze lijst is om gedrag in kaart te brengen.
§Kijk!
oKijk! Is een registratiesysteem voor kleuters, dat gehele ontwikkeling in kaart brengt.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo