Samenvatting: Periode En Materiaalkennis Late-Prehistorie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Periode en materiaalkennis late-prehistorie

• Periodekennis Late prehistorie 1

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/03/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Waneer was het Laat neolithicum A en welke cultuur was hier in heersend:

  2850-2450 v. Chr, Enkelgraf cultuur

• Waneer was de vroege Bronstijd ? En welke cultuur was hier in heersend:

  2000-1800 v.Chr, WKD/HVS/Sogel

• Waneer was de midden Bronstijd ? En welke cultuur was hier in heersend ?

  1800-1100 v. Chr (Sogel)/Wohlde(Elp)/ DKS Laren

• Waneer was de late Bronstijd? En welke cultuur was hier in heersend ?

  1100-800 v. Chr. Hallstatt AB / Gundlingen

• Waneer was de vroege Ijzertijd ? En welke cultuur was hier in heersend ?

  800-500 v.chr , Hallstatt CD

• Waneer was de Midden Ijzertijd? En welke cultuur was hierin heersend ?

  500-250, Latene AB

• Materiaalkennis Late prehistorie 1 Natuursteen

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 10/03/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem 9 soorten gereedschappen van vuursteen

  -klopstenen
  
  -wrijfstenen
  -Slijp- of polijststenen
  -maalstenen
  -bijlen en dissels
  -toetsstenen
  -aambeelden
  -retouchoirs
  -Gerollkeule

• Hoe ontstaan gesteentes ? Noem de 9 stappen

  Magma (1) kristalliseert (2) en zo ontstaan stollingsgesteenten (3). Die eroderen (4) en sedimenteren (5) waarna afzettingsgesteenten ontstaan (6). Vervolgens raken die begraven onder andere sedimenten (7) waardoor metamorfe gesteenten ontstaan (8) die bij grote hitte weer kunnen veranderen in magma (9).

• Onder dieptegesteentes valt graniet, deze heeft 3 subcategorieen noem deze

  Kwartskristallen zijn te herkennen aan hun glasachtige, enigszins doorschijnende uiterlijk. Ook zijn ze opvallend hard: je kunt er zo mee in een mes krassen.
  Veldspaatkristallen zijn meestal langgerekt en kunnen in allerlei kleuren voorkomen, van wit, roze en rood tot donkergroen en zwart. Het zijn de veldspaten die de kleur van de steen grotendeels bepalen.
  Mica’s zijn glad, glimmend en zwart (biotiet) of bruin (muscoviet).
  en gabbro

• Onder stollinggesteentes vallen ganggesteentes, wat zijn dit ?

  Ontstaat op enige diepte en er kunnen zich mineralen vormen (kleiner dan in dieptegesteenten). 
  Blijven steken in gangen en spleten bij opstijgend magma
  De stolling verloopt al sneller
  Vb. Porfier of doleriet (diabaas)
  De mineralen stollen in kleine korrels, sommige kristallen konden niet uitgroeien