Genetics and personality
9 belangrijke vragen over Genetics and personality
Wat wordt ermee bedoeld dat nature en nurture invloed hebben op de gedragsdispositie van iemand?
Gedragsdispositie en huidige omgeving bepalen vervolgens je gedrag: op welke 2 dingen heeft je gedrag vervolgens weer invloed (waardoor het cirkeltje rond is)?
- Je hieruit volgende gedrag heeft vervolgens weer invloed op je omgeving, bv. agressief gedrag > mensen reageren agressief > ...etc.
- Invloed op evolutie, bv. als je je niet goed aanpast aan omgeving, sterf je
Op welke manier leidt variatie in genen tot variatie in functioneren hersenen / gedrag?
Wat is het verschil tussen gedeelde en unieke omgeving (+voorbeelden)?
- Gedeelde omgeving: wat kinderen delen binnen 1 gezin. Bv. baarmoeder, gezin, buurt, religie.
- Unieke omgeving: bv. levensstijl, ziekte, vrienden, opvoeding (individuele verschillen per kind)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn 4 methoden in gedragsgenetica waarop de bijdrage van genetische / omgevingsfactoren op gedrag / persoonlijkheid gemeten kan worden?
- Selectieve teelt: bij dieren
- Familiestudies: hoeveel % overeenkomst in genen
- Adoptiestudies
- Tweelingstudies: bv. ontdekt dat ADHD hersenziektes zijn (komt niet door gedeelde omgeving)
Adoptiestudies: is er meer overeenkomst in eigenschappen tussen de adoptie- of biologische ouders?
- Biologische ouders
Met welke formules kunnen de correlaties geschat worden tussen monozygote en tussen dizygote tweelingen?
De geschatte correlatie voor DZ = ½ h2 + c2
Tweelingstudies: wat zijn de formules om de invloed van h2, e2 en c2 te berekenen m.b.v. monozygote en dizygote tweelingen? & Wat is de erfelijke invloed van neuroticisme als rMZ = 0.58 en rDZ = 0.32?
e^2 = 1 - rMZ
c^2 = 2rDZ - rMZ
rMZ = geschatte correlatie voor monozygoot
rDZ = geschatte correlatie voor dizygoot
Wat zijn 4 kanttekeningen bij tweelingonderzoek + de oplossingen?
- Zygositeit bepalen: kan heel makkelijk m.b.v. DNA merkers / vragenlijst
- Representativiteit: wel representatief, want geen verschillen tussen tweelingen en normale broers en zussen (bv. qua persoonlijkheid)
- Gelijke behandeling MZ en DZ?: ja > equal environment assumption
- Geen aandacht voor omgevingsfactoren?: door tweelingonderzoek wordt juist duidelijk welke eigenschappen door de omgeving veroorzaakt worden.
Wat zijn 3 soorten gen-omgevingscorrelaties?
- Bij passieve GE correlatie geven ouders niet alleen hun (erfelijke) leesvaardigheid door aan hun kinderen maar ook een gevulde boekenkast. De kinderen hoeven hier zelf niks voor te doen (passief).
- Bij reactieve GE correlatie mishandelen ouders vooral die kinderen die een erfelijke aanleg voor disruptief gedrag hebben.
- Bij actieve GE correlatie of ‘niche picking’ krijgen muzikale/sportieve kinderen veel vaker, en meer hoogwaardige, pianoles/hockeytraining dan niet muzikale kinderen. Kinderen zoeken dan actief naar de gewenste omgeving / activiteit, waar ze aanleg voor hebben.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden