Samenvatting: Personeelsmanagement
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Personeelsmanagement
-
College 1, hoofdstuk 1
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 18/04/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn een aantal kenmerken van Human Resource Management?
- Personeel levert baten en zijn niet alleen kostenpost.
- Langetermijnvisie.
- Personeel is naast een verantwoordelijkheid voor specialisten ook een lijnverantwoordelijkheid. Het lijnmanagement is eindverantwoordelijk voor het personeelsbeleid, de specialisten adviseur en uitvoerder.
- Verticale integratie: integratie personeelsbeleid met het strategische beleid.
- Horizontale integratie: personeelsinstrumenten worden op elkaar afgestemd.
- Personeel levert baten en zijn niet alleen kostenpost.
-
Wat zijn de verschillen tussen het Harvard-model en het Michigan-model?
Harvard-model- Meer nadruk voor vraagstukken over werknemersinvloed en ontwerp van werksystemen
- Meer aandacht voor interne beleidsaspecten (machtsverhoudingen) en externe culturele uitdagingen
- Zachte aspecten HRM
Michigan-model- HRM is onderdeel van strategisch en integraal management
- Meer aandacht kwantitatieve kant zoals personeelsplanning in relatie tot ondernemingsdoelen
- Harde aspecten HRM
- Meer nadruk voor vraagstukken over werknemersinvloed en ontwerp van werksystemen
-
Hoe wordt het begrip Human Resource Management omschreven?
De integrale strategie waarmee het management de inzet van mensen in het productieproces kan organiseren en de arbeidsorganisatie daaromheen kan vormgeven.- Integratie, betrokkenheid, kwaliteit en flexibiliteit
-
Welke vier factoren hebben invloed gehad op de ontwikkeling van personeelsbeleid?
- Het Taylorisme en verdere denken over organisaties: opdelen, beloning, juiste persoon
- De invloed van de overheid: wetgeving (minimum cao lonen)
- De rol van de gedragswetenschappen: kennis beïnvloeding gedrag, hoe kun je talenten ontwikkelen
- Het ontstaan van (bedrijfs)verenigingen/vakbonden
-
Welke niveau's kennen we volgens Spencer op HR-gebied?
- Strategisch: strategische planning (kosten 10%, toegevoegde waarde 60%);
- Tactisch: dienstverlening (kosten 30%, toegevoegde waarde 30%);
- Operationeel: administratie (kosten 60%, toegevoegde waarde 10%).
Op strategisch niveau is de toegevoegde waarde van HR het grootst, terwijl hier maar een beperkt deel van de kosten ligt. -
College 2, hoofdstuk 2
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/05/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Vanuit welke drie perspectieven worden personeelsstromen in een organisatie beschouwd?
- Organisatieniveau: welke vakkennis, vaardigheden, etc. de eigen medewerkers moeten bezitten.
- Individueel niveau: loopbaan: een serie van functies die een persoon gedurende zijn werkzame leven vervult, met de daarbij behorende attitudes, rollen en verwachtingen. De carrière wensen van de medewerker.
- Maatschappij niveau: de arbeidsmarkt. Het geheel van sociale waarden en standarden mbt het stroombeleid. Krapte of ruimte op de arbeidsmarkt vraagt andere beheersing.
- Organisatieniveau: welke vakkennis, vaardigheden, etc. de eigen medewerkers moeten bezitten.
-
Welke factoren spelen een rol bij het kiezen van een wervingsmiddel en wervingsmiddelen kennen we?
Factoren:- Aard en niveau van de functie;
- Profiel van de personen;
- Situatie op de arbeidsmarkt;
- Grootte van de organisatie;
- Kosten van de middelen.
Middelen:- Personeelsadvertentie;
- UWV;
- Eigen medewerkers;
- Uitzend bureau;
- Headhunter;
- Bureau voor outplacement;
- Wervings- en selectiebureau;
- Werving via internet.
-
Wat zijn de oorzaken van de flexibiliseringsbehoefte binnen organisaties, wanneer is een medewerker flexibel en welke dimensies van flexibiliteit kennen we?
De 24-uurs economie vraagt om flexibilisering van organisaties.
Medewerkers zijn flexibel als:- Ze bereid zijn van taak/functie te veranderen.
- Ze op verschillende tijdstippen willen werken.
- Ze wisselende periodes inzetbaar zijn.
Groter beroep op motivatie, betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Medewerkers moeten breed inzetbaar zijn om minder kwetsbaar te zijn.
Dimensies van flexibiliteit ten aanzien van de medewerker::- Mobiliteitsbereidheid: bereidheid om van functie, werkplek, takenpakket te veranderen.
- Opleidingsbereidheid: bereidheid om deel te nemen aan opleidingen en trainingen.
- Organisatorische flexibiliteit: bereidheid aan te passen aan verandering in werktijden.
- Ze bereid zijn van taak/functie te veranderen.
-
Welke drie hoofdstromen kennen we binnen de organisatie en de personele organisatie?
1. Instroom- Werving;
- Selectie;
- Introductie.
2. Doorstroom- Beoordeling;
- Loopbaanontwikkeling;
- Opleiding en training.
3. Uitstroom- Ontslag;
- Outplacement;
- VUT;
- Pensioen.
-
Wat is instroom en welke aspecten kent instroom?
Instroom zijn alle activiteiten die nodig zijn om de organisatie te bemannen:- Werving: het geheel van activiteiten dat erop is gericht gegadigden te doen solliciteren. Er moeten voldoende personen geïnteresseerd raken in de functie en solliciteren
- Selectie: het geheel van activiteiten dat erop is gericht en leidt tot de keuze voor de juiste persoon.
- Introductie: alle activiteiten gericht op wederzijdse aanpassing tussen individu en de organisatie.
- Werving: het geheel van activiteiten dat erop is gericht gegadigden te doen solliciteren. Er moeten voldoende personen geïnteresseerd raken in de functie en solliciteren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden