Personen-en familierecht - Familierechtelijke betrekkingen - Gezamenlijk gezag met een ander dan een ouder
3 belangrijke vragen over Personen-en familierecht - Familierechtelijke betrekkingen - Gezamenlijk gezag met een ander dan een ouder
Wat is er mogelijk in het geval dat het gezag bij één ouder ligt?
De ouder kan samen met de persoon die in nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat gezamenlijk met het gezag over het kind worden belast (art. 1:253t lid 1 BW). Dit wordt gedaan op gezamenlijk verzoek van beide partijen door de rechtbank.
Welke voorwaarden hangen er aan een procedure als bedoeld in art. 1:253t?
- De niet-ouder moet voorafgaand aan het verzoek minstens een jaar aaneengesloten gezamenlijk de zorg hebben gehad voor het kind (lid 2 sub a);
- De ouder moet voorafgaand aan het verzoek minstens drie jaar aaneengesloten alleen met het gezag belast zijn geweest (lid 2 sub b);
- Er mag geen gegronde vrees bestaan dat bij inwilliging van het verzoek de belangen van het kind worden verwaarloosd (lid 3);
- De niet-ouder mag geen rechtspersoon zijn (lid 4).
Welk gevolgen bestaan er voor het verkrijgen van gezag met betrekking tot de onderhoudsplicht?
Volgens art. 1:253w BW:
- Is de ander tevens onderhoudsplichtig jegens het kind. Ook na beëindiging van het gezag wegens meerderjarigheid blijft de die plicht bestaan tot de leeftijd van 21 jaar;
- Eindigt het ouderlijk gezag door een het in kracht van een gewijsde gegane beslissing of overlijden, dan blijft de plicht bestaan gedurende de termijn die het gezamelijk gezag heeft geduurd (maximaal tot het 21ste levensjaar).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
