Personen-en familierecht - Minderjarigheid en ouderlijk gezag
4 belangrijke vragen over Personen-en familierecht - Minderjarigheid en ouderlijk gezag
Welke uitzonderingen bestaan er op art. 1:234 BW?
- Een minderjarige kan vanaf zestien jaar zelf een testament opmaken volgens art. 4:55 lid 1 BW;
- Een minderjarige kan vanaf zestien jaar zelfstandig een arbeidsovereenkomst aangaan, in welke betrekkingen hij volledig gelijk staat aan een meerderjarige volgens art. 7:612 lid 1 BW;
- Een minderjarige kan vanaf zestien jaar een handlichting verzoeken bij de kantonrechter volgens art. 1:235 BW.
- Hiermee is de minderjarige bevoegd bepaalde rechtshandelingen uit te voeren.
Door wie kan ouderlijk gezag worden uitgeoefend?
- Door één of twee ouders;
- Door een ouder en partner.
Wie zijn niet bevoegd tot gezag?
- Minderjarigen;
- Onder curatele gestelden;
- Dermate geestelijk gestoorden dat zij onmogelijk gezag kunnen uitoefenen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wie zijn verplicht tot de verstrekking in levensonderhoud?
- De ouders;
- De kinderen;
- De stief of schoonouders en behuwdkinderen;
Volgens art. 1:394 BW:
- De verwekker van het kind dat alleen een moeder heeft;
- De persoon die als levensgezel heeft ingestemd met de daad die het kind tot gevolg had;
- (Niet de donor);
Volgens art. 1:253w BW:
- De ander die met de ouder gezamenlijk het gezag uitoefent;
Volgens art. 1:282 lid 6 BW:
- Personen die gezamenlijk voogdij uitoefenen.
- Niet als zij een pleegcontract met een zorgaanbieder hebben gesloten;
- Niet als er slechts één voogd is.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden