Startpagina / Samenvattingen / Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht / handlichting-ouders-minderjarig

Minderjarigheid - Handlichting

4 belangrijke vragen over Minderjarigheid - Handlichting

Is het vetorecht van de ouders in art. 1:235 lid 2 absoluut?

Nee, het vetorecht van de ouders is niet absoluut. De Hoge Raad heeft immers bepaald dat een door de rechter onredelijk geachte weigering van de ouders hem niet moet kunnen beletten van zijn bevoegdheid van art. 1:235 lid 1 BW gebruik te kunnen maken. Het gaat hier om misbruik van bevoegdheden (art. 3:15 jo. 3:13).

Moet de kantonrechter specifiek aangeven waar op de handlichting ziet?

De kantonrechter moet precies aangeven waarop de handlichting ziet. De handlichting kan alleen bestaan voor:

1) de gedeeltelijk of gehele ontvangst van zijn inkomsten en de beschikking daarover

2) het sluiten van verhuringen en verpachtingen

3) het in een vennootschap deelnemen

4) het uitoefenen van een beroep of een bedrijf

Vorenstaande is te vinden in art. 1:235 lid 3 BW.

NB: een minderjarige wordt echter niet bekwaam tot het beschikken over registergoederen (3:10). Onder beschikken moet worden verstaan het verrichten van goederenrechtelijke rechtshandelingen, zoals vervreemding en vestiging van beperkt rechten.