PV Voeding en vocht

28 belangrijke vragen over PV Voeding en vocht

Welke voedingsstoffen heb je nodig voor opbouw en herstel?

Voor de opbouw van het skelet, de spieren en andere weefsels levert het voedsel de bouwstoffen:

- eiwitten

- mineralen (kalk, ijzer)

- water

Als je in de groei bent, maar ook als je volwassen bent, worden er voortdurend cellen afgebroken.

Hoeveel energie leveren de drie belangrijkste ernergieleveranciers?

1. koolhydraten 55%

2. vetten 35%

3. eiwitten 15%

Kilocalorie (kcal) en kilojoule (kj)

De oude eenheid is kilocalorie>> dit is de hoeveelhied energie die nodig is om 1 liter water 1 graad Celcius te verwarmen.

de nieuwe eenheid is kilojoule (kj)


1 kcal= 4,2 kj
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarvan hangt iemands energieverbruik of basaalmetabolisme (BM) af?

1. gezondheid

2. lengte

3. gewicht

4. lichaamssamenstelling

5. leeftijd

6. geslacht

Wat zijn 3 belangrijke functies van vocht in het lichaam?

1. bouwstof

2.oplosmiddel en transportmiddel

3. reguleert de warmte van ons lichaam

volwassene bestaat voor 60% uit water (baby 70%)
vochtverlies van ongeveer 20% is dodelijk


hoofdbestanddeel van bloed is water
water is nodig om lichaamsprocessen goed te laten verlopen>> de stoffen die vervoerd moeten worden moeten dus oplosbaar zijn in water

Hoe zorg je methodisch voor voeding en vocht?

1. je schat de zorgbehoefte van de zorgvrager in

2. je observeert de zorgvrager

3. je stemt je zorg af op de zorgbehoefte

4. je coördineert en evalueert de zorg

5. je hanteert de juiste beroepshouding

Zorgbehoefte bij het eten en drinken inschatten door het lezen van zorgleefplan en letten op de volgende dingen:

1. leeftijd en ontwikkelingsfase

2. eet- en drinkgewoonten (soorten en hoeveelheden)

3. eetlust

4. lengte/ gewicht en evt gewichtsverloop van de laatse maanden

5. medicatie

6. slikklachten

7. problemen met het gebit

8. activiteiten

9. ziektebeeld

10.gebruik van hulpmiddelen

11. kennis van de zorgvrager over zijn ziekte

12. houding van de zorgvrager tegenover zijn ziekte en bijbehorende beperkingen

13. sociale, economische, culturele en religieuze achtergrond van de zorgvragen met betrekking tot voeding

14. voorgeschiedenis

Al deze gegeven hebben invloed op de inname van voeding en vocht

Welke 4 punten observeer je met betrekking tot voeding en vocht?

1. wat, hoeveel, wanneer en evt. waar eet en drinkt de zorgvrager (zo nodig vocht/ voedingslijsten bijhouden)

2. hoe is het gedrag van de zorgvrager tijdens het eten

3. hoe gaat de zorgvrager om met voeding- en dieetvoorschriften

4. zijn er voeidngsproblemen zoals; misselijkheid, braken, diarree

Taken van de verzorgende ten aanzien van voeding en vocht

Zelfzorgtekorten en acties bij de inname van voeding en vocht>> zie schema 3.3

Met welke andere personen werk je soms samen als je de hulp bij voeding en vocht coordineert?

1. naasten en mantelzorgers die hulp bieden bij eten en drinken

2. de arts die voiding- en dieetvoorschriften geeft

3. dietiste en voedingsassistente die de voorschriften vertalen naar diëten en begeleiding bieden

4. ergotherapeut die adviezen geeft over aanpassingen in de keuken en gebruik van hulpmiddelen

5.praktisch pedagogische gezinsbegeleiding die oudersbegeleidt in de thuissituatie bij problemen met de voeding van zorgvragers met een verstandelijke beperking

6. consultatiebureau die adviezen geeft over gezonde voeding bij baby's, peuters en kleuters

Welke punten zijn belangrijk ten aanzien van de beroepshouding bij vocht en voeding?

1. het vraagt naast veel kennis ook begrip en inlevingsvermogen van de verzorgende

2. zorgvragers worden afhankelijk laszij door beperkingen niet zelf meer kunnen eten

3. andere problemen die een rol spelen bij zorg voor voeding en vocht zijn een gebrek aan eetlust of juist veel willen eten (heeft vaak een achterliggende oorzaak)

4.toon begrip en respect voor mensen met andere voedingsgewoonten

5. voorkom dwang of betutteling als het eten en drinken niet gaat zoals het misschien zou moeten gaan

Wat zijn de uitgangspunten voor de ondersteuning bij eten en drinken?

1. sluit aan bij de behoefte van de zorgvrager

2. zorg voor inspraak in samenstelling van het menu; laat de zorgvrager meedenken

3. benader de zorgvrager rustig en overzichtelijk

4. zorg voor een goede eethouding voor de zorgvrager

5. zorg voor een prettige omgeving

6. zorg dat het eten smaakvol wordt opgediend; goede temperatuur en leuk opgemaakt bord

7. pas je tempo aan de zorgvrager aan

8. moedig zelfzorgactiviteiten aan; geef uitleg over aspecten van eten en drinken en over hulpmiddelen

Hoe kan je het gebruik van vocht en voeding stimuleren?

1. inventariseer eetgewoonten en wensen (voordat de eetlustklachten een rol gingen spelen)

2. stem de voeding af op deze gewwoonten en wensen

3. eet samen met de zorgvrager; kan stimulerend werken

4. stimuleer alleenstaande zorgvragerin thuissituatie om met anderen te eten (bijvoorbeeld centraal eetpunt in zorgcentrum of buurthuis)

5. kook samen en schep op uit dezelfde pan; kan zorgvragers helepen die geen vertrouwen in het eten hebben van een ander of van een instelling.

6. geef informatie over gezonde voeding; evt ook folders geven

Hulpmiddelen bij eten en drinken

zie overzicht 5.3

Hoeveel vocht krijg je ongeveer binnnen bij een evenwichtige voeding?

2,5 liter per dag

- vast voedsel bevat 600-900 ml vocht

- vloeistoffen ongeveer 1,5 liter

Hoeveel vocht komt het lichaam binnen?

1. ongeveer 1,5 liter door drinken

2. 750 ml vocht in vast voedsel; aardappelen, groente, fruit

3. ongeveer 400 ml per dag oxidatiewater (ontstaat bij de verbranding van koolhydraten, eiwitten en vetten)

Op welke 4 manieren verlaat vocht het lichaam?

1. ongeveer 1000-1600 ml

2. ongeveer 100 ml vocht verlies je met je ontlasting

3. ongeveer 500 ml via ademhaling (dit is meer als de lucht weinig vocht bevat)

4. ongeveer 500 ml via de huis (vooral met zweten)

Noem 5 redenen waardoor een zorgvrager te weinig vocht inneemt

1. kleine dorstprikkel (ouderen)

2. zorgvrager kan niet aangeven ddat hij dorst heeft ( coma, verstandelijke beperking, dementie)

3. zorgvrager kiest er zelf voor (om te voorkomen dat hij 's nachts veel moet plassen)

4. zorgvrager vindt het vervelend om steeds hukp te meoten vragen

5. zorgvrager is bang voor verstikking

Noem 6 redenen waardoor een zorgvrager te veel vocht verliest

1. overmatige transpiratie door koorts of warmte (klimaat)

2. blasstoma

3. braken en/of diarree

4. uitgebreide brandwonden

5. lichamelijke inspanning

6. flink bloedverlies, bijvoorbeeld door een grote operatie

Wat is een belangrijk aandachtspunt bij overmatig vochtverlies?

Niet alleen vocht aanvullen, maar ook de elektrolyten (natrium en kalium)

Elektrolyten reguleren (= in balans houden) het watergehalte in het lichaam

Als er alleen vocht wordt toegevoegd, zonder rekening te houden met de elektrolyten, kan het lichaam het vocht onvoldoende vasthouden

Wat zijn oorzaken van vocht vasthouden (vochtretentie)?

1. hart- of nieraandoening

2. gebruik van bepaalde medicijnen

Waarom moet je bij vochtretentie 's nachts vaak plassen?

- overdag hoopt het vocht zich op in de benen

- 's nachts stoomt het vocht weer terug en komt via de nieren in de blaas

LET OP: bij bedlegerige zorgvragers hoopt het vocht zich meestal op rondom de stuit

Waarom houden vrouwe meer vocht vast vlak voor de ovulatie en tijdens de menstruatie?

door de verhoogde oestrogenenspiegel in het bloed

(hierdoor worden zouten minder goed uitgescheiden)

Welke verschijnselen zie je bij vochtretentie?

1. opgeblazen gevoel

2. dikke voeten en vingers, opgezette oogleden

3. vaak 's nachts plassen (nycturie)

Waarom wordt een vochtlijst ingevuld en een vochtbalans opgemaakt?

1. om te kijken of de zorgvrager voldoende vocht krijgt

2. om te kijken of een zorgvrager niet meer vocht uitscheidt dan hij inneemt

Wat moet je bijhouden om een vochtbalans te kunnen maken?

1. bijhouden hoeveel vocht imand krijgt (drinken, infuus)

2. meten hoeveel iemand plast

Veelgebruikte inhoudsmaten voor vochtbalans

1. kopje          = 135 ml

2. beker/ glas = 150 ml

3. schaaltje     = 200 ml

4. soepkom    = 250 ml

Van welke factoren is de energiebehoefte afhankelijk?

1. leeftijd

2. geslacht

3. lichaamslengte

4. gewicht

5. algehele gezondheidstoestand

6. lichamelijke prestaties

7. klimaat

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo