Alles is een bonte mengeling - 1848: de parlementaire democratie

12 belangrijke vragen over Alles is een bonte mengeling - 1848: de parlementaire democratie


Wat was de Aprilbeweging van 1853?



Een twaalftal heren onder leiding van Ter Haar bood op 15 april 1853 koning Willem III een petitie aan, waarin hij verzocht werd in te grijpen bij het besluit van paus Pius IX om Nederland van een regulier kerkelijk bestuur te voorzien. Protestant Nederland zag hierin een poging van Rome om Nederland te heroveren.
De regering trad niet op, omdat de grondwet vrijheid van godsdienst garandeerde. De Tweede Kamer stemde hiermee in.
Volgens de grondwet had de koning, de regering en de Tweede Kamer niets goed te keuren, de grondwet stond het toe.

Wat was de reactie van de koning?

Koning Willem III volgde niet het advies op van de regering dat hij zou waken over ieders religieuze belangen, maar toonde veel begrip voor de zorgen van de Aprilbeweging.

Wat brengt Ter Haar ter sprake in zijn pleidooi gehouden voor de koning?


Hij brengt de volgende punten naar voren:
  1. Ultramontanisme bestrijden (=grote nadruk op gezag van de paus inzake geloofszaken)
  2. Grondwet is intern tegenstrijdig: gelijke behandeling religies versus onmogelijk om op te treden tegen Roomse suprematie.
  3. Tegenstelling Willem III: protestants vorst en constitutioneel koning.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was in de jaren 40 van de negentiende eeuw sterk gegroeid?

In deze periode was er sprake van toenemend antipapisme. Niet alleen in Nederland, maar ook in Engeland.

Wat was een gevolg van de val van het kabinet Thorbecke?

Er werd in Nederland, net als in Engeland, een antikatholiek wetje aangenomen: Wet op de Kerkgenootschappen. Verbod van kerkelijke kleding in de openbare ruimte.

Welke groeperingen waren ontevreden over de religieuze situatie in Nederland?


De katholieken: wel gewetensvrijheid, maar geen volledige geloofsvrijheid ondanks de Grondwet van 1848.
De protestanten die zagen dat de Aprilbeweging een stille dood was gestorven.

Waarom was het opmerkelijk dat religieuze verschillen meer emoties los maakte dan politieke meningsverschillen?


Met de nieuwe Grondwet had men gepoogd de religie uit het politieke domein te plaatsen.
Het ging niet meer om tolerantie, maar om rechten.

Wat behoorde nog meer tot de nieuwe politiek van de Grondwet van 1848?


In de nieuwe politiek was geen plaats voor directe invloed van bevolkingsgroepen, het centrum van het politieke debat was de Tweede Kamer.
De gescheiden constitutionele verantwoordelijkheden behoorden tot de kern van nieuwe politieke bestel.
De politiek bestrijkt een beperkt terrein: de vrijheid van burgers zo weinig mogelijk belemmeren.
De politiek was constitutioneel en andere zaken was een zaak van de samenleving.
De Aprilbeweging behoorde daarom niet tot de politiek, maar was iets van de samenleving.
De koning had de strekking van de nieuwe Grondwet niet begrepen.

Wat zijn de repercussies voor de positie van Nederland in de internationale verhoudingen voor het feit dat het centrum van de politieke cultuur van Nederland onduidelijk is?

De Grondwet van 1848 had het bewijs moeten zijn dat Nederland zijn eigen problemen kan oplossen en bestaansrecht houden. Als blijkt dat dit maar ten dele functioneert wordt zelfstandigheid een probleem in een Europa waar de turbulentie snel toeneemt.
Machtspolitiek vulde het vacuüm wat Napoleon had achtergelaten.

Wat zijn de repercussies voor het feit dat het centrum van de politieke cultuur onduidelijk is voor Nederland internationaal gezien?

Zelfstandigheid van Nederland wordt een probleem als Nederland haar eigen problemen niet kan oplossen en daardoor haar bestaansrecht verliest. De Grondwet van 1848 had het bewijs moeten zijn dat het zijn eigen problemen kan oplossen.

Welk beleid van Nederland van 1829 kwam in de verdrukking in een Europa waar machtspolitiek een grotere rol speelde?


Het beleid was het najagen van economische belangen en zich buiten de internationale machtsverhoudingen houden. Dit is alleen mogelijk als andere landen dit standpunt respecteren.
Het beleid van de drie Willems vergrootte het respect niet.

Welke problemen dienden zich rond 1848 aan voor Nederland?


De problemen waren:
  1. het bestaansrecht van Nederland in een Europa van machtspolitiek.
  2. recht doen aan de geest van de eeuw en herdefiniëring van de politiek.
  3. hervorming verhouding tussen staat en natie, en religie en politiek.
  4. dreiging van sociale revolutie door economische problemen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo