Oral history en het vreemde sterven van het Nederlandse christendom

38 belangrijke vragen over Oral history en het vreemde sterven van het Nederlandse christendom

Wanneer is het Nederlandse christendom ingestort?


Het Nederlandse christendom is ruwweg tussen 1960 en 2000 ingestort. Het christendom speelt nog slechts een marginale rol in de Nederlandse publieke sfeer.

Hoe is deze teloorgang van het christendom onderzocht?


Er is weinig onderzoek naar verricht, er zijn opinie-onderzoeken sinds de jaren zestig verricht. Godsdienstsociologen hebben deze antwoorden geanalyseerd.
Verklaringen van deze ontwikkeling zijn er nauwelijks, het werd niet als probleem ervaren, het was een vanzelfsprekende ontwikkeling.

Wanneer vond in West-Europa de omslag plaats van de positie van de godsdienst?

In de lange jaren zestig vond de omslag plaats.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat kwam er uit sociaal-historisch onderzoek naar godsdienst naar voren vanaf de late jaren zeventig?


De secularisatietheorie had te weinig oog voor het sociale aspect van de godsdienst in de negentiende en twintigste eeuw. De organisatie en beleving van de godsdienst hing samen met economische, politieke en regionale tegenstellingen. Godsdienst was ingebed in de maatschappelijke modernisering.
Er was geen sprake van een geleidelijke secularisatie.

Waar berust de secularisatietheorie op?

Godsdienst berust op een intellectuele en emotionele band tussen het individu en een bovennatuurlijke werkelijkheid. Godsdienst als maatschappelijk verschijnsel krijgt vorm door de gevolgtrekkingen die het individu voor zijn handelen en denken trekt uit de aard van deze band.

Hoe definiëren McLeod en Brown de godsdienst?


Ze hebben een veel opener en minder intellectualistische definitie van religie. Godsdienst kan veel vormen aannemen. Men moet godsdienst in Europa empirisch vaststellen om te begrijpen wat er in de jaren zestig met religie is gebeurd.
Zij doen dat door heranalyse van oral history.

Wat is een groot probleem bij oral history?

Mensen die geïnterviewd worden herinneren en begrijpen hun leven vanuit het heden. De vertekening die hiervan het gevolg is moet wel in kaart gebracht worden.

Waarom is de reconstructie van het geloof in de jaren zestig door de respondenten niet serieus te nemen?


In het verleden was er ook echt gevoel van spontaniteit, net zoals er in het heden sprake is van dwang, conformiteit en onwetendheid.
Uit de interviews moeten niet de schematische interpretaties die mensen aan hun levensverhaal ten grondslag leggen naar voren gehaald worden maar juist de anekdotes en verhalen, de feitelijke gegevens die daar tegenin gaan. 288

Welk motief ontbreekt volledig bij deze interpretatie?


De integratie van het verleden in het heden van hun levensverhaal berust op hedendaagse waarden. Dit blijkt uit het ontbreken van het motief dat godsdienst en sociale onrechtvaardigheid samengaan. De veranderingen in het eigen religieuze leven worden nooit geïnterpreteerd of gerechtvaardigd als gevolg van het verdwijnen van de standenmaatschappij.
Kerkdienst is een rituele uitdrukking van sociale ongelijkheid tot ver in de jaren vijftig.

Waarom voerde de RKK de ingrijpende rituele hervormingen door?


Ze wilden de gelovigen bewuster maken van het geloof, ze moesten het geloof op zichzelf kunnen toepassen. Niet meer de vanzelfsprekende rituelen als basis.
Dit leidde de afgelopen veertig jaar tot veel ledenverlies, nog meer dan de protestantse kerk. De intellectuele twijfel kwam niet door de plotselinge verandering in de liturgie, maar het geleidelijk minder belangrijk worden van rituele handelingen in hun leven bevorderde dit wel. 297-298

Wat is het grote struikelblok voor een toepassing van Callum Brown's interpretatie van de ondergang van het Engelse christendom voor Nederland?

Het Nederlandse christendom werd gekenmerkt door vanzelfsprekende praktijken. In Nederland was het twintigste-eeuwse christendom niet een algemeen gedeeld vertoog. Maar verschillende subculturen elke met hun bijzondere rituelen, gebruiken en regels. Deze werden niet reflexief toegepast op het persoonlijk leven. 298

Hoe maakten de respondenten het verschil met vroeger duidelijk en de kloof met het vroegere leven?

De kloof werd overbrugd door nadruk te leggen op de onwetendheid van toen. Vroegere intellectuele horigheid tegenover huidig zelfstandig denken.

Welke tegenstelling wordt ook genoemd door een geïnterviewde?


De tegenstelling van godsdienst als eigen en inwendig bezit en de religieuze handelingen die onder druk van de sociale omgeving worden gedaan.
Geen groei van persoonlijke vrijheid, maar de innigheid van haar geloof is het gevolg van strenge disciplinering in haar jeugd. Innerlijk geloof en discipline.

Waarom is deze reconstructie niet serieus te nemen?


In het verleden was er echt gevoel van spontaniteit, net zoals er in het heden sprake is van dwang, conformiteit en onwetendheid.
Uit de interviews niet de schematische interpretaties benadrukken, maar juist de feitelijke gegevens die daar tegenin gaan.

Wat was godsdienst meer dan alleen maar dwang en onwetendheid?


Godsdienst was ook een wereld met een grote aantrekkingskracht.

Schoonheid kerk:
  1. kerkgebouw
  2. gewaden priester
  3. zingen en muziek
Grote aantrekkingskracht.

Waardoor ontstaat analytische verwarring mbt van onderaf ineenstorten geloof?


Dit komt door het feit dat zowel Brown als McLeod de jaren zestig als een bevrijding interpreteren.
Brown: feminisme sleutelrol.
McLeod: oplossing ideologische getto's in lange jaren zestig door welvaart en idealen van individuele ontplooiing op de leden daarvan. Subculturen hadden minder macht over leden. Macht subculturen ook aangetast door opkomst verzorgingsstaat en welvaart.301-302

Waar was de religie meer aanwezig dan in kerk, school en familie?


De zondagsschool, ook niet-religieuze kinderen werden hier naar toe gestuurd: reden is dat men dacht dat zonder godsdienst geen moreel leven mogelijk was.
Maar familie, kerk en school belangrijkste plaats voor overdracht godsdienst en toezicht.

Hoe zag de Nederlandse godsdienst er voor 1960 uit?

De Nederlandse godsdienst was niet gecommodificeerd, het sprak heel erg vanzelf in de dagelijkse praktijk, maar het werd wel geïnterioriseerd. Het geheel van vanzelfsprekende rituelen en gebruiken werd verinnerlijkt. Religieuze beloftes waren belangrijk.

Wat was de rol van de vrouw in deze vanzelfsprekende en niet-reflexieve godsdienst met rituelen?


Over seks werd gewoonlijk niet gesproken. Ongesteldheid was geen gespreksonderwerp. Geen expliciete gesprekken tussen ouders en kinderen over seks.
Ook bij niet-kerkelijke mensen werd niet openlijk over seks gesproken.
Gedwongen huwelijk en buitenechtelijk kind groot taboe.
Stoppen met werken na huwelijk algemeen gebruik. Ook onkerkelijke vrouwen stopten met werken.
Seksuele normen en waarden met betrekking tot vrouw was niet verbonden met godsdienst.
Voor 1960 geen beredeneerde band tussen vrouwen en godsdienst.

Waardoor namen religieuzen hun godsdienstige handelingen opeens serieus?

Door bijzondere gebeurtenissen namen mensen hun godsdienst opeens weer serieus. Bijvoorbeeld verhoor gebeden.

Waardoor raakten vooral vrouwen los van de godsdienst?

Veel vrouwen gingen nadat de kinderen de deur uit waren studeren of werken. In dezelfde periode dreven ze weg van de religie.

Kan de afname van religieuze betrokkenheid in de jaren zestig ook de individuele twijfel als verklaring gezien worden?


Uit de interviews blijk dat individuele twijfel ook bijdroeg aan de afname van betrokkenheid bij de kerk.
Door hervorming liturgie RKK. Achteraf wordt de rituele verandering gebruikt om het afscheid van de kerk te interpreteren of rechtvaardigen.

Waarom voerde de RKK de hervormingen door?


Ze wilden de gelovigen bewuster maken van het geloof, ze moesten het geloof op zichzelf kunnen toepassen. Niet meer de vanzelfsprekende rituelen als basis.
Dit leidde tot veel ledenverlies, de intellectuele twijfel kwam niet door de plotselinge verandering in de liturgie, maar het geleidelijk minder belangrijk worden van rituelen in hun leven bevorderde dit wel.

Wat is het grote struikelblok voor een toepassing van de interpretatie van de ondergang van het Engelse christendom voor Nederland?

Het Nederlandse christendom werd gekenmerkt door vanzelfsprekende praktijken. In Nederland was het christendom niet een algemeen gedeeld vertoog. Maar verschillende subculturen elke met hun bijzondere rituelen, gebruiken en regels. Deze werden niet reflexief toegepast op het persoonlijk leven.

Wat zijn meer verschillen tussen Nederland en Engeland?

In Nederland werden weinig religieuze autobiografieën en dagboeken gepubliceerd, geen beredeneerde identificatie van vrouwelijkheid en vroomheid. Vrouwen in Nederland speelden een grote rol bij religieuze handelingen en regels, maar dat was geen vertoog zoals in Engeland.

Hoe ziet het historisch schema van de Britse ontwikkeling van de laatste twee eeuwen van Brown eruit?


Voor 1800: religie is de vanzelfsprekende achtergrond van alles wat mensen voelden, dachten en deden.
Na 1800: Verlichting en evangelikaal protestantisme veranderden de godsdienst in een te bereiken bezit van het individu. Zonde en bekering werd zeer benadrukt. Godsdienst is iets persoonlijks, iets wat het individu op zichzelf moet toepassen.

Hoe interpreteert Brown de culturele revolutie van de jaren zestig?


Brown interpreteert die revolutie als de popularisering binnen de massacultuur van de laatste transformatie van de westerse opvattingen van het zelf. In deze wereld gelden vooral de waarden van authenticiteit, expressiviteit en reflexiviteit.
Deze interpretatie is ook toepasbaar bij het christendom in Nederland van de jaren zestig.

Wat is het centrale inzicht van Brown?

De culturele revolutie van de jaren zestig is de sleutel om te begrijpen wat er met het christendom is gebeurd in 1975-2000. De notie van het expressieve en reflexieve zelf integreert de verschillende aspecten van die culturele revolutie en waarom die zo'n invloed had op het Nederlandse christendom.

Wat is de tegenstelling tussen de opkomst expressieve en reflexieve zelf en christendom voor 1960?

Christendom voor 1960 bestond uit collectieve en vanzelfsprekende rituelen, en juist niet uit een expressief en reflexief zelf.

Waardoor integreren respondenten het afsterven van de godsdienst van hun jeugd niet in hun levensverhalen?

De religieuze praktijken dreven zeer geleidelijk weg uit hun leven en werd irrelevant.

Op welke drie manieren kan de bovenstaande interpretatie worden misverstaan?

  1. Er is geen enkele reden waarom het christendom niet ook in een postmoderne context, waarin het expressieve en reflexieve zelf het hoogste ideaal is, zou kunnen functioneren.
  2. De interpretatie zou misverstaan kunnen worden als een modernere, minder intellectualistische versie van de secularisatietheorie.
  3. Er is de verleiding om de godsdienst voor de jaren zestig in Nederland als geen 'echte' godsdienst af te doen. Dit omdat het allemaal macht, ritueel en gewoonte was. Instorting is dus te verwachten.

Waardoor kon het reflexieve en expressieve ik op meer manieren gestalte krijgen?


Door de toegenomen welvaart en de consumptiemaatschappij kreeg het ik meer gestalte.
  1. kleding, interieurinrichting
  2. mobiliteit, autobezit
  3. toename vrije tijd: zelf cultiveren
  4. vrouwen kregen meer vrijheid eigen leven te vormen: pil, vrije seksualiteit,
  5. popmuziek: viering eigen expressieve zelf
  6. televisie: meer affiniteit met expressie dan radio
  7. veranderende gezagsverhoudingen in samenleving en gezin: reactie en voorwaarde ontplooiing expressieve en reflexieve zelf. 300

Wat is de argumentatie bij de bespreking van het tweede mogelijke misverstand?

De tweede misinterpretatie is het te zien als een modernere, minder intellectualistische versie van de secularisatietheorie. Nederlands christendom ging ten onder aan doordat gelovigen bevrijd van collectieve verplichtingen in vrijheid hun zelf gingen ontplooien. Onmondigheid en onwetendheid voor 1960 werd expressiviteit en reflexiviteit van het moderne zelf. Dit is een native point of view, geen sociaalwetenschappelijke verklaring.

Op welke andere manier maakten de respondenten het verschil met het verleden en de kloof met het vroegere leven duidelijk?

De kloof werd overbrugd door nadruk te leggen op de toenmalige onwetendheid.
De vroegere intellectuele horigheid staat dan tegenover het huidige zelfstandige nadenken. 285

Wat betoogt Colin Campbell?

Het beeld en praktijk van het moderne zelf worden aangereikt door autoriteiten: verzorgingsstaat, arbeidsmarkt en de wereld van consumptie.

Hoe is de teloorgang van het christendom onderzocht?


Er is weinig onderzoek naar verricht, er zijn opinie-onderzoeken sinds de jaren zestig verricht. Godsdienstsociologen hebben de antwoorden geanalyseerd. Waarde van de kennis die dit oplevert kan in twijfel getrokken worden.
Verklaringen van deze ontwikkeling zijn er nauwelijks, het werd niet als iets vreemds, als een probleem ervaren, het lijkt alsof het als een vanzelfsprekende ontwikkeling beschouwd wordt. 277-278

Waar zijn de Nederlanders tegenstrijdig in?

Ze vinden vrijheid en autonomie de belangrijkste waarden, maar er is weinig verschil van mening, veel overeenkomsten gedrag en gedrag is voorspelbaar op basis van objectieve factoren.

Wat is de argumentatie bij het derde mogelijke misverstand?


De verleiding om de godsdienst voor 1960 af te doen als geen 'echte' godsdienst, omdat het allemaal maar macht, ritueel en gewoonte was. De instorting was niet verbazingwekkend. Ook hier native point of view verheven tot sociaalwetenschappelijk verklaring.
De basis is de opvatting dat het persoonlijk geloof de kern en basis is van het christendom, alle sociale aspecten ervan zijn secundair.
Het is duidelijk dat een van buiten aangereikt complex van religieuze handelingen verinnerlijkt kan worden, een echt persoonlijk geloof.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo