Alles is een bonte mengeling - De Tweede Kamer

30 belangrijke vragen over Alles is een bonte mengeling - De Tweede Kamer

Hoe werd de parlementaire vertegenwoordiging in het eerst opgevat?

De vertegenwoordiging werd opgevat als 'virtual representation'. Het parlement vertegenwoordigde de 'nationale wil', hierbij waren grote meningsverschillen in het parlement niet gepast.

Hoe werd de parlementaire vertegenwoordiging in Nederland aanvankelijk opgevat?

De vertegenwoordiging werd opgevat als 'virtual representation'.
Volgens De Bosch Kemper moest het een vergadering van de 'edelsten en bekwaamsten' zijn. Niet het beeld beeld van het hele volk als een 'daguerrotype'.
Het parlement vertegenwoordigde de 'nationale wil', hierbij waren grote meningsverschillen in het parlement niet gepast.

Hoe was de toon in het parlement tot 1848 in het algemeen?

De toon van de Kamerleden was over het algemeen weloverwogen, de vorm was parlementair, argumenten en emoties gescheiden houden. Het mocht vooral niet persoonlijk worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe verliepen de debatten in de periode 1848-1870

Tot 1848 was de toon weloverwogen zoals bij een standensamenleving paste. Men kon het oneens zijn, maar die verschillen mochten niet uitvergroot worden.
Geleidelijk zou de opvatting ontstaan dat er ernstig verschil van mening kon bestaan over wat de nationale wil dan wel inhield. In deze periode kreeg het verschijnsel van oppositie een reguliere plaats in de politiek.
Kamerleden wilden 'rondborstig' kunnen spreken, maar wel 'parlementair' en niet persoonlijk.

Waarin verschilden Groen en Thorbecke van elkaar wat betreft de geest van de grondwet?


Groen ging tegen de grondwet in door een beroep te doen op de band tussen kiezer en gekozene. Tussen kiezer en gekozene moest een eenheid van opvattingen zijn. Daarom moest de gekozene voor de verkiezing voor zijn beginselen uitkomen.
Thorbecke wees zo'n directe band af. Het parlementslid moest in vrijheid een oordeel vormen zonder band met de kiezer. De opvatting van Groen was in strijd met de grondwet.
Een band tussen kiezer en gekozene was niet grondwettelijk.

Wat veranderde er geleidelijk in de grondslag van de 'vertegenwoordiging'?

Geleidelijk veranderde de grondslag van het parlement van virtual naar personal vertegenwoordiging: een zo getrouw mogelijke afspiegeling van de verschillende opvattingen in de maatschappij.

Wie bewoog zich langs de grenzen van wat betamelijk werd geacht

Groen van Prinsterer. Hij was uitermate welgemanierd, was in het openbaar altijd rustig sprak nooit met stemverheffing. Maar tegelijkertijd had hij een hartstochtelijk karakter, hij hield zich in, dat moest wel want het gloeide en kookte in zijn binnenste. Hij kon zich wat inhoud betreft buitengewoon hard uiten, sarcastisch, ironisch, 'wondend en vernietigend'.
Grenzen werden overschreden en het debat sloeg soms dood door zijn 'sneers en ironie', waarop moeilijk te reageren viel.
En hij onttrok zich altijd aan het debat door te beweren dat hij verkeerd begrepen werd.

Op welke manieren kan de personal representation vorm krijgen in het parlement?


In Nederland kreeg het de vorm dat zo veel mogelijk verschillende politieke en levensbeschouwelijke 'richtingen' in de samenleving vertegenwoordigd zijn.
Het volg was dat het parlement niet langer belangen afwoog, maar een platform werd waar beginselen werden vertolkt. Daardoor kwam er een stevige band tussen kiezer en gekozene.

Wat was de ontwikkeling van het electoraat tot laat in de negentiende eeuw?


Het electoraat koos op basis van standspolitiek, uit eerbied op een geloofsgenoot. Leidraad waren de plaatselijke notabelen. De kandidaten hadden geen politiek programma.
De context was meer religieus-sociaal dan politiek-ideologisch. Meer respect voor elite dan politieke overtuiging.

Hoe keken liberalen naar het onderscheid tussen beginselen en gezonde begrippen.

Het eerste veroordeelden ze als uiting van verdelende politiek, het tweede juichten ze toe als uiting van persoonlijk karakter.

Waardoor veranderde dit en welke gevolgen had dit?

Het belangrijker worden van beginselen veranderde dit. Kandidaten werden gedwongen hun politieke opvattingen openbaar te maken, de kiesgerechtigden bemoeiden zich meer met de politiek.

Wat zijn de nadelen van de invloed van 'beginselen'?

Beginselen gaven aanleiding tot hartstochten, waardoor het sluiten van compromissen werd bemoeilijkt. Een zakelijke afweging werd lastiger.

Wat was de consequentie voor de verschuiving naar personal representation.

Het parlement werd niet langer een instituut waar belangen werden afgewogen, maar een podium waar in toenemende mate beginselen werden vertolkt. Nauw verbonden met het aanleggen van een stevige band met de kiezer.

Welke rol had Groen in de kwestie van 'beginselen'?


Groen heeft zeer systematische het belang van beginselen naar voren gebracht en benadrukt. Daardoor kwam er een nauwere band tussen kiezer en gekozene.
Het principe van oppositie heeft Groen ook zeer naar voren gebracht.

Hoe koos het electoraat tot laat in de negentiende eeuw hun vertegenwoordigers?

  • Het electoraat koos aanvankelijk op basis van standspolitiek of uit eerbied voor een geloofsgenoot. Plaatselijke notabelen of verkiezingsagenten bepaalden stemgedrag. De kandidaten hadden geen politiek programma
  • De context was meer religieus-sociaal dan politiek-ideologisch
  • Meer respect voor elite dan politieke overtuiging

In welke periode werd de 'ideologische zetelkeuze' begonnen en afgerond?

Het proces van de zetelkeuze begon in omstreeks 1849 en werd in 1879 afgerond.

Waardoor verschoof de grondslag van representatie en welke gevolgen had dit?

Het belangrijker worden van beginselen veranderde dit. Kandidaten werden gedwongen hun politieke opvattingen openbaar te maken, de kiesgerechtigden bemoeiden zich meer met de politiek.
Het werd in die tijd vaak gezien als een belangrijke belemmering bij het kiezen van bekwame volksvertegenwoordigers en het was een bevordering van de verdeeldheid van de natiestaat.

Wat was het verschil tussen conservatieven en progressieven?


Progressieven: grondwet 1848 omarmd, ministers leggen verantwoording af aan het parlement, scheiding van kerk en staat.
Conservatieven: grotere politieke betekenis van de koning, meer bevoegdheden lokaal bestuur, tegen centralisatie van de staatsmacht, wel scheiding kerk en staat, maar de staat heeft een christelijk karakter.

Wat was naast progressief en conservatief een belangrijke factor?

Het christelijke geloof was ook een factor van belang.

In welke periode begon de 'ideologische zetelkeuze' in de Kamer en wanneer was dit afgerond afgerond?

Het proces van de zetelkeuze (plek in de Kamer) begon omstreeks 1849 en werd in 1879 afgerond.
Provinciale belangen werden verdrongen door door de nationalisering van het politieke systeem. Men ging niet meer bij elkaar zitten omdat men uit dezelfde provincie kwam maar men groepeerde zich geleidelijk op een schaal van progressief (voor de grondwet en scheiding kerk en staat) naar conservatief (koning meer betekenis, grotere bevoegdheden provincies en lokaal en christelijk karakter van de natie behouden).

Hoe heeft de factor geloof zich ontwikkeld in de politiek?

Tijdens de liberale overheersing speelde het geloof geen rol. In de jaren zestig verandert dit: enkele politici wilden een verdeling tussen liberalen en confessionelen (protestanten en katholieken).

Waartoe heeft de strijd om de indeling geleid, het hoofdcriterium?

De Kamerleden werden in vier politiek families verdeeld: liberalen, conservatieven, antirevolutionairen en katholieken.

Waartoe heeft de strijd om het hoofdcriterium van het politieke bestel, constitutie of religie, uiteindelijk geleid?

De Kamerleden werden in vier politiek families verdeeld: liberalen, conservatieven, antirevolutionairen en katholieken (70).

Wat zijn twee kenmerkende verschijnselen bij het concentratieproces in families?


Twee kenmerken:
  1. weinig politiek-theoretische beschouwingen. Alleen encyclieken en meningsverschillen in protestantse beweging leek voldoende.
  2. uitsterven conservatieven. Door de strijd om hoofdas in de politiek: constitutie of religie hadden de conservatieven geen herkenbare positie. Door dominantie van Groen konden ze geen beroep doen op hun geloof. De katholieken hadden vooral conservatieven in de Tweede Kamer. De overgebleven conservatieven gingen op in de confessionele partijen en de liberale groep, waar ze de rechtervleugel vormden.

Tot welke nieuwe indeling in de politiek leidde deze ontwikkeling?


Er ontstond een nieuwe indeling:

  1. seculieren 'vrijzinnig' 'links'
  2. confessionelen 'behoudzuchtig' 'rechts'


Rond 1870 was er een liberale, protestantse en katholieke politieke familie ontstaan.

Tot welke nieuwe indeling in de politiek leidde de strijd tussen de diverse politieke groeperingen uiteindelijk?

  • de seculieren werden 'vrijzinnig' of 'links' aangeduid
  • confessionelen als 'behoudzuchtig' of 'rechts'


Rond 1870 waren er liberale, protestantse en katholieke politieke families overgebleven waarbinnen grote onduidelijkheid, zo niet onenigheid bestond over een groot aantal praktische kwesties.


Tot welke problemen leidde dit in de behandeling van praktische kwesties?


Wat is de protestantse visie op het leger, katholieke visie op infrastructuur?
De liberalen van 1848 voerden een rationeel debat door onafhankelijke mannen.
Die onafhankelijkheid verdween en daarom wilde men die praktische problemen ideologisch verbinden, de 'beginselen' moesten de basis zijn voor standpunten en opvattingen.
Met de dood van Thorbecke en Groen kwam er een eind aan de politiek cultuur van 1848 en ontstond een politiek op basis van programma, partij en partijleiders.


Welke problemen waren er binnen de verschillenden politieke families bij de behandeling van veel praktische kwesties?


  • Wat is de protestantse visie op het leger
  • katholieke visie op infrastructuur (aanleg spoorlijnen)?
  • liberale visie over de invoering van inkomstenbelasting?
De liberale politieke cultuur van 1848 voerde een rationeel debat door onafhankelijke mannen die tenslotte beslisten in het landsbelang.
Die onafhankelijkheid begon te verdwijnen en daarom wilde men die praktische problemen ideologisch verbinden. Standpunten en opvattingen zo veel mogelijk laten voortvloeien uit ,beginselen'.

Met de dood van Thorbecke en Groen kwam er een eind aan de politieke cultuur van 1848 en ontstond er een politiek op basis van programma, partij en partijleiders.


Welke problemen waren er binnen de verschillenden politieke families bij de behandeling van veel praktische kwesties?


  • Wat is de protestantse visie op het leger
  • katholieke visie op infrastructuur (aanleg spoorlijnen)?
  • liberale visie over de invoering van inkomstenbelasting?
De liberale politieke cultuur van 1848 voerde een rationeel debat door onafhankelijke mannen die tenslotte beslisten in het landsbelang.
Die onafhankelijkheid begon te verdwijnen en daarom wilde men die praktische problemen ideologisch verbinden. Standpunten en opvattingen zo veel mogelijk laten voortvloeien uit ,beginselen'.

Met de dood van Thorbecke en Groen kwam er een eind aan de politieke cultuur van 1848 en ontstond er een politiek op basis van programma, partij en partijleiders.

Wat was het verschil tussen conservatieven en progressieven, te zien in de plek die een vertegenwoordiger in de kamer geleidelijk kreeg?


  • Progressieven: grondwet 1848 omarmd, ministers leggen verantwoording af aan het parlement, scheiding van kerk en staat.
  • Conservatieven: grotere politieke betekenis van de koning, meer bevoegdheden provinciaal en lokaal bestuur, tegen centralisatie van de moderne staat, wel scheiding kerk en staat, maar de staat heeft een christelijk karakter. Iets van monarchaal gezag behouden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo