Het volk is verdeeld in partijen. 1930: Het verzuild-corporatieve bestel - Inleiding
9 belangrijke vragen over Het volk is verdeeld in partijen. 1930: Het verzuild-corporatieve bestel - Inleiding
Welke gebeurtenissen wijzen erop dat de partijen een monopoliepositie hadden ingenomen in de politieke cultuur zonder instemming bevolking?
Wat verklaarde H. D. Louwes in het najaar van 1930
De boeren konden niet meer concurreren met de wereldmarkt, regering moest actief beleid voren om te helpen. Anders verlies electoraat op het platteland en een voedingsbodem voor 'allerlei giftige excessen'. Verwijzing naarDuitsland: als grote leider opstaat zouden de politieke verhoudingen wel een flink kunnen veranderen.
Waaruit blijkt de monopoliepositie van de partijen in Nederland?
De partijen namen besluiten die grote groepen in de samenleving niet zinden en lieten beslissingen na die de bevolking wel belangrijk vond.
Het parlement, vertegenwoordiging van het 'volk', maar politieke partijen kwamen niet tot aanvaardbare resultaten.
De politieke partijen waren symbool van de verdeeldheid in de maatschappij.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de paradox van de jaren dertig?
Wat wordt in de jaren dertig verstaan onder verzuiling?
Er was een verzuildheid ontstaan waarin niet veel zou veranderen.
Welke partijen werden door de verzuildheid genegeerd en uitgesloten?
Wat was door de liberalen gedomineerde politieke cultuur in Nederland?
Onafhankelijke vertegenwoordigers beraadslaagden in het parlement over het 'algemeen' belang. Maatschappelijke organisatie behartigden specifieke belangen.
Door de opkomst van de politieke partijen veranderde dit: eerst vooral geestelijke belangen, na de eeuwwisseling kwamen daar stoffelijke belangen bij.
Wat was waarschijnlijk de oorzaak van de stabiliteit van de jaren dertig?
Door de verzuildheid en het neocorporatisme werden politiek en economie innig met elkaar verstrengeld. Ondanks de economische crisis.
Beginselpartijen waren dominant waardoor fascisme en communisme weinig succes hadden in Nederland.
Welke vragen riep de stabiliteit op in de jaren dertig?
- Beginselpartijen vroegen zich af hoe deze stabiliteit vast te houden in een moderniserende maatschappij.
- Is de ideologische band tussen partij en aanhang sterk genoeg.
- Intellectuelen dachten dat de stabiliteit een teken van passiviteit en desinteresse was.
- Was de democratie wel geworteld in de bevolking, is de onafhankelijkheid van de natiestaat gegarandeerd.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden