Ons stipje op de waereldkaart: de politieke cultuur van Nederland in de negentiende en twintigste eeuw - Het socialisme
31 belangrijke vragen over Ons stipje op de waereldkaart: de politieke cultuur van Nederland in de negentiende en twintigste eeuw - Het socialisme
Wat is het algemene beeld van het socialisme?
Het socialisme is een politieke filosofie die tot een ideologie is omgevormd die de brede arbeidersmassa zou moeten inspireren.
Het socialisme in de negentiende eeuw deed meer een beroep op het humanitarisme dan op de ideologie, meer hart dan hoofd.
Waarom sloeg het socialisme in Nederland niet aan?
Waardoor ontstonden allerlei arbeidersverenigingen van af de jaren zestig?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat was het eerste grote overzicht over het socialisme, door wie.
Wat was de achtergrond van het opkomen van een 'arbeidersbeweging', eerst onder geschoolde ambachtslieden?
Waar wees Emile Durkheim op
Welke motieven hadden deze 'arbeidersbewegingen'?
De motieven waren:
- respect, eigen eer als kostwinner
- belangen veranderende arbeidsmarkt
- gezelligheid
Hoe kwam het socialisme in Nederland
Hoe ontwikkelden sommige van deze bewegingen zich?
Hoe waren de georganiseerde werklieden en arbeiders georganiseerd?
Het merendeel was confessioneel georganiseerd:
- Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond (ANWV) 1871
- Nederlandsch Werklieden Verbond Patrimonium, protestants 1876
- Nederlandsch Roomsch-Katholieke Volksbond 1888
Wat was het hoofddoel van de Sociaaldemocratische Bond SDB (1882)?
Wat was het centrale probleem en hoofddoel van de SDB?
Hoe alle opvattingen in de partij om te zetten in daden: handelingsperspectief.
Hoofddoel was de afschaffing van het kapitalisme door middel van de revolutie.
Welk beeld schetst Michael Mann van de vroege socialistische partijen in Europa?
Ze werden niet geleid door notabelen, de leden handelden vanuit klassenbewustzijn en vormden een proletarische identiteit.
Hoofdprobleem socialisten: wens om arbeidersklasse en volk te vertegenwoordigen, maar die wilden dat niet.
Het gevolg was dat het socialisme zich opsloot in 'strijdbaarheid'. Die strijdbaarheid was internationaal verschillend: marxistisch of weinig socialisme. Het gemeenschappelijke was hun probleem met de staat.
Wat was de opvatting van Lasalle van de staat?
Hij vond dat de staat meer moest zijn dan een nachtwakersstaat, die alleen gericht is op veiligheid van de burgers.
De taak van de staat was ruimer: de staat moest de leiding nemen in de strijd tegen ellende, armoede, en machteloosheid. De staat was een moreel project.
Wie was aanvankelijk de grootste vakbond
- Algemeen Nederlands Werklieden Verbond (ANWV), 1871 opgericht.
- Zij stichtten in 1876 het Nederlands Werklieden Verbond 'Patrimonium', lange tijd de grootste en meest stabiele.
- 1888 een Nederlandse RK Volksbond, werd groot.
De socialisten misten een staatstheorie, hoe werd dit opgevangen?
Hoe moest de ideale samenleving er volgens de socialisten uitzien?
Er zou geen staatsmacht meer zijn, alle machtsinstituties opgeheven. Er was wel een centraal bestuur, dit is geen regering met veel macht, slechts een algemene leiding.
Andere onderdelen droomsamenleving:
korte werkdag
geen belangenstrijd meer
alleen algemeen belang: geen misdaad meer
Wat was het centrale probleem en wat het hoofddoel van de SDB?
Gebaseerd op Duitse programma uit Gotha: hoofddoel was daar streven naar afschaffing van loonarbeid en terzijdestelling van elke sociale en politieke ongelijkheid.
SDB: centraal probleem was hoe de opvattingen van de partij te verbinden met een handelingsperspectief.
Hoofddoel was de afschaffing van het kapitalisme door middel van de revolutie, welke vanzelf zou komen, daardoor bevorderen klassenstrijd.
Wat was volgens de socialisten de aard van het socialisme?
Het socialisme was een wetenschap, geen ideologie.
Ideologie was het verwrongen beeld van de werkelijkheid van de bourgeoisie. Het darwinisme was populair onder socialisten: het bewijs van een wetmatige ontwikkeling, die resulteerde in de overwinning van het proletariaat.
Welk boek beschreef het beeld van een maatschappij met scheiding tussen staat en samenleving
Waarom was het wetenschappelijk karakter van het socialisme ook de zwakke plek?
Wie voegde nog meer een schets van de ideale samenleving toe aan een boek van hem.
Statistiek moest hoofdrol spelen. Arbeidsdag van een uur.
Welke problemen van het socialisme sneed Bernstein vanaf 1897 aan?
- Kan de staat vervangen worden door 'zelfbestuur'?
- verwerkelijking socialisme stapsgewijs, geen instorting kapitalisme
- geen klassenstrijd in samenleving
- deel bourgeoisie werd 'socialer', nationalisatie productiemiddelen niet essentieel
Hij deed afstand van utopiedenken en wetenschappelijk denken. Hiermee had hij van het socialisme een ideologie gemaakt.
Waar brak Domela Nieuwenhuis zich het hoofd over.
- Hoe te handelen als de revolutie geslaagd is?
- Soort overgangsregime om terugkeer bourgoisie te voorkomen?
- Hoe voorkomen dat verwachtingen arbeiders teleurgesteld zouden worden?
Antwoord Marx (na vraag Nieuwenhuis): als de revolutie uitbrak zouden de omstandigheden er naar zijn. Speculeren leidde af van de strijd.
Welke functie had een ideologie voor een politieke partij?
- Ideologie moest afstand naar bourgeoisie vergroten. Retoriek van de revolutie.
- retoriek van revolutie zorgde voor eenheid van de partij: integratie door vasthouden aan revolutie.
Bernstein tastte die retoriek aan en daarmee de integratiefunctie van de ideologie.
Hoe verging het Domela Nieuwenhuis
- Voortzetten kritiek op bourgeoisie en schilderen leed proletariaat was wat hem restte.
- Gevangenis wegens majesteitsschennis (19-1-1887 tot 31-8 1887) gaf aureool van martelaar
- Tweede Kamer mei 1888 - sept 1891. Geen opname door andere leden en wist niet goed wat daar te doen.
- Door groeiende afkeer van SPD internationaal en partijdiscipline daar dreven hem naar anarchisme.
Welke strijd ontwikkelde zich in de SDB?
Er woedde een felle strijd tussen voor- en tegenstanders van deelname aan het parlement. De meerderheid wilde de koers van Nieuwenhuis van 'revolutie'.
De samenleving veranderen ging gepaard met bestaande regels te wantrouwen. De legitimatie van de revolutionaire retoriek.
Welk gevolg had de legitimatie van de revolutionaire retoriek?
Hun opvattingen werden niet gesystematiseerd tot een ideologie, ze wezen dit af omdat systematiseren aanpassing betekende en het begin was van verburgerlijking.
De SDB werd geen politiek partij, de zelfbeheersing daarvoor werd afgewezen. De partij bleef buiten de nieuwe politiek cultuur van partij met een ideologie.
Wat was de opvatting van de socialist Lassalle over de liberale staat?
Hij typeerde (jaren zestig) de staat als een 'nachtwakersstaat', die alleen gericht is op veiligheid van de burgers.
De taak van de staat was ruimer: leven was een gevecht met 'de natuur', en daarmee een worsteling met ellende, onwetendheid, armoede en machteloosheid. de staat moest de leiding nemen in deze strijd.
De staat was zo een moreel project geworden, waarover Lassalle zelfs bereid was met Bismarck te overleggen.
Zijn opvatting was door marxisme uit de markt gedrukt, maar bleef als ondertoon aanwezig.
Welke problemen van het socialisme sneed Eduard Bernstein vanaf 1897 in enige artikelen aan?
- Kan de staat wel vervangen worden door 'zelfbestuur'?
- Einddoel socialisme nog ver weg en het verstandig was slechts een stapsgewijze verwerkelijking van het socialisme, geen vanzelf instorten van het kapitalisme (catastrofe theorie)
- geen verscheuring samenleving door twee tegengestelde klassen, de middenstand verdween niet.
- sommige delen bourgeoisie werd 'socialer', nationalisatie van alle productiemiddelen niet essentieel
Conclusie: 'het einddoel van het socialisme (wat het ook moge zijn) zegt me niets, de arbeidersbeweging als zodanig alles'.
Hij distantieerde zich van utopisch gehalte en wetenschappelijk karakter van het socialisme. Hiermee had hij van het socialisme een ideologie gemaakt (ook al zouden socialisten dit nooit zeggen).
Wat maakte de discussie over het 'revisionisme' van Bernstein duidelijk over de functie van een politieke partij.
Retoriek moest ook verschillende stromingen binnen de partij bij elkaar houden, middel om te integreren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden