Slecht gekozen. Politieke vertegenwoordiging en electorale wanpraktijken in Nederland, 1795-1917 - De grondwetsherziening van 1848

13 belangrijke vragen over Slecht gekozen. Politieke vertegenwoordiging en electorale wanpraktijken in Nederland, 1795-1917 - De grondwetsherziening van 1848

Welke vraag speelde in 1848 een grote rol in de politiek?

Die vraag was: welk kiesstelsel garandeert de beste uitkomst? Directe of indirecte verkiezingen.

Waaraan werd nu de vraag van wat is electorale wanpraktijk gekoppeld?

De electorale wanpraktijk werd steeds meer gekoppeld aan de vraag wat de totstandkoming van een goede keus belemmerd.

Wat is het standpunt van de tegenstanders van de directe verkiezingen?


De tegenstanders van directe verkiezingen waren van mening dat de goede keus bestond uit het benoemen van de meest bekwamen mensen die goed leiding konden geven aan algemene zaken. De meeste kiezers konden deze goede keus niet maken, ze hadden geen tijd en ontwikkeling.
Ze gingen af op het oordeel van anderen. Dus eigenlijk geen directe verkiezingen.
Geen dwang, maar invloed en voorlichting
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar werd beïnvloeding mee geassicieerd

Met voorlichting (Nederburgh), maar ook met dwang, manipulatie en demogagie.
Bleek uit de vele verwijzingen naar het direct kiesrecht in Frankrijk, Engeland en in mindere mate België.

Wat was het grote verschil tussen tegenstander van directe verkiezingen en de liberalen?


De tegenstanders van de directe verkiezingen dachten dat de corruptie en manipulatie onderdeel waren van de directe verkiezingen.
De liberalen waren van mening dat een verkeerde toepassing van directe verkiezingen de oorzaak was van electorale wanpraktijken.

Wat beschreef Vreede over manipulatie en corruptie, inherent aan directe verkiezingen.

Frankrijk: regering flinke greep op de afgevaardigden, ambtenaren die bang waren voor hun baan of hogerop wilden komen steunden voorstellen.
Engeland: bribary and intimidstion commission bewijs voor veel omkoping en intimidatie.
Tegenargument: misstanden door verkeerde toepassing beginsel directe verkiezingen. Verwierp Vreede: overal in Europa omkoping.

Wat zijn de argumenten van de voorstanders van het direct kiesrecht?


Het doel van de voorstanders van directe verkiezingen was de politieke mening van de kiesgerechtigden onvervormd weer te geven. Alleen directe verkiezingen konden de volkswil openbaren.

Waarover waren de twee kampen inzake de vrije verkiezingen het eens en oneens?


Ze waren allebei van mening dat de keuze van de kiezer onvervormd moest worden weergegeven in de verkiezing.
Ze waren het vooral oneens de gevaren die de weergave bedreigden.

Welk onderscheid werd er gemaakt met betrekking tot corruptie?


Corrupte praktijken konden uitgaan van particulieren en de overheid.
Corruptie overheid: positie van afgevaardigde leidde tot afhankelijkheid en dienstbaarheid.
Corruptie particulieren: afgevaardigde bleef onafhankelijk tegenover regering.

Welke waarborgen werden vastgelegd in de Kieswet van 1850 om overheidsinvloed tegen te gaan?

  1. Kiezerslijsten met beroepsmogelijkheid kandidaten, die wel of niet op die lijst stonden.
  2. Maatregelen die verhinderden dat gemeenten het stemgedrag kon achterhalen van de inwoners. Lokale gezagsdragers waren electoraal niet altijd integer.
  3. Geen bescherming tegen particuliere electorale wanpraktijken. Doorgehaalde stembiljetten geldig: particuliere beïnvloeding wel mogelijk.

Welk onderscheid werd er door Asser Samuel van Nierop gemaakt met betrekking tot corruptie?


Corrupte praktijken konden worden uitgeoefend door particulieren of door de overheid.
Corruptie overheid: positie van afgevaardigde leidde tot afhankelijkheid en dienstbaarheid.
Corruptie particulieren: afgevaardigde bleef onafhankelijk tegenover regering.

Welke opvatting bleef lange tijd na 1848 gelden inzake corruptie bij verkiezingen.


Over particuliere corruptie werd niet zo moeilijk gedaan als corruptie van de overheid.

Welke waarborgen om overheidsinvloed bij direct verkiezingen tegen te gaan werden vastgelegd in de Kieswet van 1850?

  1. Kiezerslijsten met beroepsmogelijkheid kandidaten die niet op de lijst stonden of die er volgens anderen er ten onrechte op stonden.
  2. Maatregelen die verhinderden dat gemeenten het stemgedrag kon achterhalen van de inwoners. (husselen voor stemmen tellen)
  3. Lokale gezagsdragers waren electoraal niet altijd integer: nieuw briefje halen als kwijt of niet ontvangen (wegens niet verzenden lokale overheid), wantrouwen Thorbecke tegen lokale overheid.
  4. Geen bescherming tegen particuliere electorale wanpraktijken. Stembiljet thuis invullen en doorgehaalde stembiljetten geldig: particuliere beïnvloeding wel mogelijk.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo