Het volk is verdeeld in partijen. 1930: Het verzuild-corporatieve bestel - Verzuildheid en verzuiling

19 belangrijke vragen over Het volk is verdeeld in partijen. 1930: Het verzuild-corporatieve bestel - Verzuildheid en verzuiling

Waardoor ontstond een groter verschil tussen de dynamiek in het sociaal-economisch leven en de vooroorlogse normen en waarden in het sociaal-culturele en persoonlijke leven?


Er werd een zelfbeperking gevraagd, tucht en ascese, na 1950 voor de stabiliteit na de ellende van de WO II. De beloning van stabiliteit moest opwegen tegen de zelfbeperking.
Zelfbeperking in het maatschappelijk en persoonlijk leven: lijdelijkheid politiek leven, gehoorzaam aan kerk en levensbeschouwelijke instanties, zelfbeheersing seksueel gebied.

De modernisering was niet op elke gebied, sociaal-economisch wel en sociaal-cultureel en persoonlijk leven niet. Hoe is dit te verklaren?


De modernisering zou op elk gebied plaats moeten vinden. Dit was niet het geval. De oplossing werd gezocht in de sociaal-psychologische kenmerken veroorzaakt door geestelijk-sociale structuur van de samenleving. De verzuildheid was daar de kern van: stabiliteit politieke cultuur, verankerd in democratische mentaliteit, succesvol overleg in neocorporatieve verbanden.
De verzuildheid werd de verklaring voor alle eigenaardigheden van Nederland.
De verzuiling werd het centrale kenmerk van de politieke cultuur en samenleving.

Wanneer raakten de termen verzuiling en zuil in gebruik?

De term zuil raakte in de jaren dertig in gebruik, verzuiling, als proces, vooral in de jaren vijftig.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was de aanleiding voor het gebruik van verzuiling in de jaren vijftig?

Dit werd veroorzaakt door een Mandement van de bisschoppen die zich uitspraken tegen de aantasting van het fundament van het roomse bestel. Dit leidde tot onderzoek naar segmentatie van de samenleving.

Welke bezwaren kleefden aan het onderzoek van Kruijt en Goddijn uit 1961?


De bezwaren zijn:
  1. oorsprong verzuiling in zestiende eeuw: finalisme. Verzuiling in Nederland oud verschijnsel en groot.
  2. definitie 'zuil': blokken van op levensbeschouwing gebaseerde organisaties. Sociaaldemocraten uitgesloten hierdoor.
  3. precies aantal zuilen onduidelijk. Protestanten zeer verdeeld. Katholieken duidelijk één.
  4. nog een zuil: erfgenaam Bijbels humanisme zestiende eeuw. Leidt tot zeer diverse zuil.

Wat is het eindoordeel over de studie van Kruijt en Goddijn?


Conclusie:
  1. finalisme: heilloze weg
  2. geen goede definitie zuil
  3. hoeveel zuilen?
Gezaghebbend en broos: verwarde discussie volgt.

Wat zijn de hoofdpunten van de studie van Lijphart (1968) Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek?


Hij gaat uit van vier 'beginselpartijen' en drie zuilen. De vier partijen krijgen vorm in de negentiende eeuw, en zijn zeer verdeeld. De mogelijke instabiliteit wordt in 1917 opgelost met de Pacificatie, meningsverschillen opgelost.
De politieke elite van diverse partijen sluit een compromis: consociational democracy. Stabiliteit gered.
Spelregels tot in zestiger jaren vastgesteld:
  1. zakelijke politiek
  2. pragmatische verdraagzaamheid
  3. topconferenties
  4. evenredigheid
  5. depolitisering
  6. geheimhouding
  7. regering regeert

Welke bezwaren kunnen aangevoerd worden tegen Lijphart?


Bezwaren:
  1. geen bewijs voor topconferenties
  2. geen sprake van compromissen ordening samenleving
  3. geen overeenstemming sociale zekerheid, bijv. Ouderdomspensioen

De spelregels vloeiden niet vanzelf voort uit compromis 1917, werkten gedeeltelijk en niet specifiek voor Nederland.

Wat is de conclusie over de studie van Kruijt en Goddijn?


Conclusie:
  1. een heilloos finalisme in het debat aangebracht
  2. geen goede definitie zuil
  3. geheel onduidelijk hoeveel zuilen
Op deze gezaghebbende en broze beschouwing kan alleen een verwarde discussie volgen.

Wat is desondanks alles toch het overheersende paradigma geworden?


Het paradigma is de theorie van de
'verzuiling als pacificatie'.

Wat is de conclusie van historisch onderzoek sinds de jaren tachtig met betrekking tot het begrip 'verzuiling'?


De conclusie is een beeldspraak die aansloeg door de zeggingskracht, maar die een complexe werkelijkheid niet goed weergaf. Het gaf aanleiding tot veel verwarring en academische twisten.
Afschaffing van de term ging niet, omdat deze zo ingeburgerd was.

Schets enkele lijnen van het gebruik van de metafoor 'verzuiling' in de politieke cultuur.

  1. Verzuiling laten beginnen in zestiende eeuw niet zinvol. Geen segmentatie, maar inkadering van ideologie, geloof. Nederland is niet uniek in verzuiling. In andere landen als verzet tegen liberale staat. Verzet effectief maken door politieke organisatie: verstrengeling ideologie en organisatie. Een vorm van emancipatie van volksdelen, waarbij volksdelen werden gecreëerd.
  2. Organisatie van belangenbehartiging. Bevorderd door globalisering eind negentiende eeuw, twee wereldoorlogen en crisis van de jaren dertig.

Van welke interactie is sprake bij de twee bewegingen bij de belangengroepen en overheid?

Aan de ene kant werd de staat op afstand gehouden, bescherming tegen ingrijpen overheid, maar tegelijkertijd ook de staat gebruiken om eigen belangen te beschermen.

Welk gevolg hadden deze twee bewegingen?

Het nationale niveau werd belangrijker, de lokale en regionale eigenheid werd doorbroken. Landelijke aansluiting was nodig om effect te bereiken.

Welke drie zuilen werden dominant in de periode van 1880-1914?

De drie zuilen zijn: orthodox-protestantse, katholieke en sociaaldemocratische. De kleinere zuilen hadden een marginale positie, een 'algemene' zuil ontbrak.

Waardoor ontstond het beeld dat de gehele bevolking gevierendeeld was?

Door de dominantie van de beginselpartijen leek het of de bevolking in vier kampen was verdeeld.

Waaruit blijkt dat een groot deel van de bevolking nauwelijks aan dit systeem was gebonden?


In 1939 was de landelijke dagbladoplage 75% ongebonden. De verzuildheid in de politiek gold niet voor de samenleving.
Er was altijd een onderstroom van kritiek op de dominantie van de vier partijen. De religieuze beginselpartijen pasten niet meer in een samenleving die verdeeld was op sociaaleconomische gronden: behoudend, vooruitstrevend en radicaal.

Hoe ontwikkelde de kritiek op de dominantie zich?


De kritiek verbond zich met het cultuurpessimisme, het pessimisme was niet in staat veranderingen te bewerkstelligen. De Doorbraak van 1944-1946 was een poging hiertoe mislukte.
De verzuildheid keerde na de oorlog terug.

Waardoor begon het systeem van verzuildheid te kraken?


Door de modernisering van Nederland, vooral de economie, leidde tot veel maatschappelijk werk en geestelijke volksgezondheid. De zuilgebonden organisatie kregen volop subsidie. Naarmate de belangen van de organisatie groter werden, verzwakte het verbindend vermogen van de ideologie. Dit was zichtbaar in de jaren vijftig, einde rooms-rode coalitie.
Onderlinge polarisatie moest de interne cohesie versterken.
In de jaren zestig verloren de beginselpartijen hun greep op de politiek.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo