De expanderende verzorgingsstaat (Kees Schuyt Taverne)
3 belangrijke vragen over De expanderende verzorgingsstaat (Kees Schuyt Taverne)
Naast concrete beleidsvoorstellen bracht het rapport van de commissie-Van Rhijn uit 1945 ook een belangrijke verandering in het denken over de rechtsgrond van sociale zekerheid. Dit leidde tot veel discussie. - Beschrijf deze verandering. - Leg uit hoe die verandering tot uiting kwam in de Algemene Ouderdomswet (AOW) van 1956
- Waar voorheen de sociale zekerheid werd gezien als een private verzekering (tussen werkgever en werknemer), kwam nu het idee op van staatsverantwoordelijkheid voor de hele gemeenschap. [Dat leidde tot de vraag of er een band moest zijn tussen premie en uitkering.] (2 punten) - In het geval van de Algemene Ouderdomswet van 1956 leidde dit tot een verplichte (volks)verzekering voor alle Nederlanders, waarmee zowel de gezamenlijke als de individuele verantwoordelijkheid werd benadrukt. (2 punten)
De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) werd in 1967 ingevoerd. Enkele problemen in (de implementatie van) deze wet zorgden er echter voor dat de WAO een zorgenkindje zou worden. Noem twee van deze problemen
– In de wet waren geen objectieve criteria vastgelegd op basis waarvan mensen als ziek of arbeidsbeperkt konden worden gekeurd.
– De keuring werd uitgevoerd door een gedecentraliseerd orgaan met artsen die geen ervaring hadden met het keuren van mensen. – De gezamenlijke sociale partners waren verantwoordelijk voor het bestuur over de medische dienst, maar hadden geen ervaring met dergelijke langlopende uitkeringen en het verzekeringsaspect van de wet.
– Het met terugwerkende kracht beoordelen van de gezondheidssituatie van aanvragers vormde een problematisch aspect, waardoor de wet nog ruimer werd toegepast dan hij al was.
– De keuring werd uitgevoerd door een gedecentraliseerd orgaan met artsen die geen ervaring hadden met het keuren van mensen. – De gezamenlijke sociale partners waren verantwoordelijk voor het bestuur over de medische dienst, maar hadden geen ervaring met dergelijke langlopende uitkeringen en het verzekeringsaspect van de wet.
– Het met terugwerkende kracht beoordelen van de gezondheidssituatie van aanvragers vormde een problematisch aspect, waardoor de wet nog ruimer werd toegepast dan hij al was.
Welke consesus was tijdens de eerste periode van de verzorgingsstaat over de langetermijndoelstellingen aanwezig?
(individuele) vrijheid en gelijkheid
- volledige werkgelegenheid als beste middel voor inkomenswerving en besparingen;
- voldoende prikkels om te werken en te sparen;
- behoud van de levensstandaard door verzekeringen tegen het verlies van inkomen wegens ziekte, ongeschiktheid en ouderdom;
- door het tegengaan van armoede;
- door het uismeren van inkomen over langere tijdsperiode in de vorm van pensioenen;
- verminderen van ongelijkheid bij het verdelen van schaarse goederen;
- sociale integratie door de menselijke waardigheid van een ieder te respecteren en door onderlinge solidariteit;
- een administratieve uitvoering die gekenmerkt wordt door afwezigheid van misbruik en die voor de betrokkenen begrijpelijk en goedkoop blijft.
- volledige werkgelegenheid als beste middel voor inkomenswerving en besparingen;
- voldoende prikkels om te werken en te sparen;
- behoud van de levensstandaard door verzekeringen tegen het verlies van inkomen wegens ziekte, ongeschiktheid en ouderdom;
- door het tegengaan van armoede;
- door het uismeren van inkomen over langere tijdsperiode in de vorm van pensioenen;
- verminderen van ongelijkheid bij het verdelen van schaarse goederen;
- sociale integratie door de menselijke waardigheid van een ieder te respecteren en door onderlinge solidariteit;
- een administratieve uitvoering die gekenmerkt wordt door afwezigheid van misbruik en die voor de betrokkenen begrijpelijk en goedkoop blijft.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
