Samenvatting: Perspectieven Op Nederland In De Moderne Tijd

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Perspectieven op Nederland in de moderne tijd

• 1 Onderdrukt onbehagen

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Vanaf 1800 nam de politisering snel af. Welke historici gaven een verklaring aan de plotselinge afgenomen belangstelling?

  • Colenbrander meende dat na 1800 de Nederlanders genoeg hadden van revolutionaire politiek. Zij gingen liever aan de slag met het economisch herstel van de Bataafse Republiek. Citaat Colenbrander: 'men sloot de club en men opende het kantoor'. 
  • Niek van Sas wijst op de nationalisering van de Bataafse Republiek na 1798 (er vonden dat jaar 2 revoluties plaats). Men ging zich meer verzoenen met elkaar, partijtegenstellingen werden overbrugd en namen een centrale plaats in in het discours. 

• Wat voor land trof Lodewijk Napoleon aan toen hij koning van Nederland werd?

  Veel patriotten waren gedesillusioneerd en wenden zich af van de politiek, sommigen hadden zelf een walg ervan gekregen. Eenheid en moderatie werden nationale credo's.

• Hoe zag het beeld van het Koninkrijk onder Willem I eruit?

  Ondanks de herwaardering voor het zoeken naar het juiste midden, bleef het beeld bestaan van een gedepolitiseerde samenleving. In de literatuur en in genootschappen werden de patriottische burgerdeugden slechts onpolitieke en huiselijke vorm gepropageerd. Elke suggestie van democratie werd uitgebannen en er was geen behoefte aan een actieve 'publieke geest'.

• Wat was het gevolg van de depolitisering van Nederland?

  De burger richtte zich op consensusgerichte politiek, waarin tegenstellingen op een redelijke wijze opgelost dienden te worden. Dit past in het Nederlandse beeld van een gematigd politiek klimaat, waarin een openlijk conflict uitzonderlijk was.

• Was de reden dat historici niet zo snel vraagtekens bij de toch opmerkelijke omslag zetten te wijten aan de verzoening, consensus en eendracht onder de bevolking als gevolg van de economische situatie en in reactie op een periode van politisering?

  Volgens de auteur van het artikel Rutjes vond in de late 18e eeuw een politieke ontwikkeling plaats die bijdroeg aan de depolitisering van Nederland. Er ontstond een machtige en centralistisch bestuurde staat die publieke onvrede en afwijkende politieke opvattingen op effectieve wijze onderdrukte.

• Waarom kunnen er vraagtekens gezet worden bij Nederland als polderland?

  Door de repressie van de staat bij onvrede en afwijkende politieke ideeën werd de Nederlandse staat een onderdrukker.

• Was het nodig dat Nederland repressie uitoefende?

  Nee, want zowel politici als burgers waren bereid om zich te schikken en te plooien. Het helpt wel om de plotselinge depolitisering vanaf 1800 en de lange duur ervan te verklaren.

• Kunnen er vraagtekens geplaatst worden bij Nederland als polderland.

  Ja, de succesvolle rol van de Nederlandse staat als onderdrukker van onbehagen laat dit zien.
  Het beeld was dat zowel politici als burgers toch wel waren bereid om zich te schikken en te plooien. Dit onderdrukken helpt wel om de plotselinge depolitisering vanaf 1800 en de lange duur ervan te verklaren.

• 1.1 Politisering en de onmacht van de staat 1780-1795ing

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom was het voor de Republiek moeilijk om centraal de macht uit te oefenen?

  De politieke macht was verdeeld over verschillende families en corpora. Daardoor was de directe politieke invloed van inwoners niet mogelijk. Door de verdeling van de macht was het lastig voor de centrale overheid om bepaalde rechten en plichten (zoals petitierecht en persvrijheid) te beperken.

• Wat waren de gevolgen had dit op het moment dat de politisering toenam?

  Dit werd duidelijk in de Patriottentijd (1780-1781). Door toenemende onvrede over de bestaande economische, sociale en politieke situatie ging men zich verenigen onder de naam 'patriotten'. Zij vonden dat het verval van de Republiek kwam door de macht van de stadhouder. De patriotten kwamen hiermee rechtstreeks tegenover de aanhangers van de stadhouder, de orangisten, te staan.