Ons stipje op de waereldkaart: de politieke cultuur van Nederland in de 19e eeuw - Economie

8 belangrijke vragen over Ons stipje op de waereldkaart: de politieke cultuur van Nederland in de 19e eeuw - Economie

Hoe ontwikkelde de industriële revolutie zich in het buitenland?

  • Midden Engeland, Rurhgebied, Wallonie: snelle industrialisatie brengt rijkdom aan enkelen en ellende aan velen.
  • Engels: vroeger waren mens ook arm, maar door de industrialisatie is een situatie ontstaan waarbij de meeste arbeiders op de grens van overleven en ondergang zitten. De bestaansonzekerheid leidde tot proletariërs. Zij hadden een andere taal, ideeën, zeden en gewoonten, voorstelling van religie en politiek.
  • Engeland: door machines waren arbeiders van hun zelfstandigheid beroofd (Thorbecke) en daarmee verloren zij hun zelfrespect. De middenklasse verdween en er vormde zich een kleine groep rijken.

Welke twee vragen riep dit historische fenomeen op?

  1. Was dit een tijdelijk overgangsgverschijnsel ?
  2. Of was het een structurele ontwikkeling? 

Waarom was in Nederland geen indrukwekkende groei van de industrialisatie?

  • Door de centrale positie van de landbouw in de economische structuur
  • lage reële lonen
  • wegvallen van de beschermingspolitiek van Willem I
  • Handel en industrie profiteerden nauwelijks van een stijgende binnenlandse vraag en ondervonden last van internationale concurrentie
  • Industrie was geen motor
  • pas in de jaren 60 werd geld vrijgemaakt voor grote investeringen in de infrastructuur.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar is de trage industrialisering ook te zien?

In de werkloosheid: in 1849 was 31 procent werkzaam in de industrie. In 1889 was dat 32 procent. Dit is ook te zien aan de steden. Pas in 1870 groeiden enkele steden.

Wat was het gevolg van de trage industrialisering?

De desastreuze effecten van snelle industrialisering en verstedelijking waren vrijwel afwezig. Sterfte onder arbeiders en midden- en hogere sociale klassen was nagenoeg gelijk. De levensduur nam toe door economische verbeteringen en de toename van hygiëne. De voorwaarden voor proletarisering ontbrak in Nederland, dit ontstaat pas na 1875.

Waar was men bang voor tijdens en na de zwarte jaren?

Door de onrusten was men bang dat er weer een Franse Revolutie zou ontstaan. In Zwitserland was er een korte strijd tussen liberale en katholieke kantons. Dit was echter meer een religieus conflict dan een sociaal.
Later braken er ook in Parijs, Italië, Oostenrijks-Hongaarse landen en in Pruisen brak de strijd los.  Dit was voornamelijk een strijd tussen voorstanders van de 'nieuwe intellectuele orde', van politieke, wetenschappelijke en economische vrijheid en de verdedigers van de opvattingen die hun tijd hadden gehad, de instituties die hun tijd hadden gehad.

Werd een Europese oorlog voorkomen?

Ja, omdat men besefte dat elke natie op eigen wijze vorm kon geven aan internationale bewegingen en dat het stembiljet een meer geëigend middel was dan de barricade.

Welke rol speelde de arbeidersbeweging hierin?

Uit de middenklasse komen meestal de leiders van volksbewegingen voort. Met verwachtte niet veel van de politiek, omdat de kieswet geen brood vervangt. Men startte eigen vakorganisaties en een uitbreiding van productie- en consumptiecoöperaties. Met organiseerde een eigen sociabiliteit.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo