Samenvatting: Pgw Kwartaal 4 En 5

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van PGW Kwartaal 4 en 5

• 3 Les 2: Bloeddruk pathologie

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Chronische hypertensie tijdens de zwangerschap:Wat is hiervan een synoniem?Wat houdt dit in?Hoe vaak komt dit voor?Welke bloeddruk past bij dit 'ziektebeeld'Wat zijn de symptomen/klachtenWaar is nu meer kans op?Zorg in eerste of tweede lijn?

  1. Pre-existente hypertensie (PEH)
  2. Hoge bloeddruk vóór de zwangerschap en/of voor 20 weken zwangerschap.
  3. Komt voor bij 1-5% van alle zwangerschappen
  4. Bloeddruk van >_ 140/90 mmHg. De systolische en/of diastolische bloeddruk is te hoog
  5. Meestal geen lichamelijke klachten hiervan 
  6. Kans op:
  1. gesuperponeerde PE
  2. foetale groeirestrictie
  3. foetale nood
  4. hypoxie
  5. verhoogde kans op diabetes gravidarum
  7. Zorg in de tweede lijn

• Bij iedere zwangere moet gekeken worden naar risicofactoren op hypertensieve aandoeningen. Noem deze op.

  • Nullipariteit
    
  • Leeftijd > 40 jaar
  • Afkomstig uit Suriname, ANtillen of sub-Sahara-Afrika
  • Pre-eclampsie in een vorige zwangerschap
  • Pre-eclampsie bij moeder of zus
  • Zelf of partner geboren na zwangerschap met pre-eclampsie
  • BMI > 35 voor de zwangerschap
  • Partner van andere etnische afkomst dan de zwangere
  • Infectie van de urinewegen
  • Peridontale infecties
  • Bloeddruk >_ 130 en/of 85 mmHg in eerste trimester
  • Meerlinggraviditeit
  • Ontbreken van een midpregnancy-drop
  • periode van >_ 5 jaar tussen twee zwangerschappen
  • Stollingsproblemen
  • Auto-immuunziekten
  • Diabetes Mellitus
  • Hart en vaatziekten; zoals (pre-existente) hypertensie
  • Nierpathologie
  • Erfelijke trombofilie
  • Hyperhomocysteïnemie
  • Te weinig lichaamsbeweging
  • Stress en depressie 

• Bij verdenking op een PE, stuur je iemand door. Wat is dan de diagnostiek in het ziekenhuis?

  EKR-bepaling (=momentopname) en indien nodig 24-uurs urine verzamelen

• Wat houdt een gesuperponeerde PE in?

  Zwangeren met een Pre-existente hypertensie met eiwitverlies na 20 weken zwangerschap.
  
  20-25% van de zwangeren met chronische hypertensie ontwikkelt dit ziektebeeld of pre-eclampsie.

• Er zijn verschillende stadia van pre-eclampsie. Benoem in wat er in welk stadia gebeurt.

  1. Oxidatieve stress en schade aan de placenta
     
  2. Foetale groeirestrictie en/of pre-eclampsie
  3. Complicaties: HELLP, eclampsie, IUVD, abruptio placentae, vroeggeboorte

• Eclampsie:Wat houdt dit in?Hoe vaak komt dit voor?Welke bloeddruk past bij dit 'ziektebeeld'?Wat zijn de symptomen/klachten voorafgaand aan een insult?Wat kan na een eclamptisch insult ontstaan?Wat is de behandeling?Zorg in eerste of tweede lijn?Wanneer verdwijnt het ziektebeeld eclampsie?

  
  

  1. Het optreden van convulsies bij een zwangere met pre-eclampsie
  2. 0,0003% van alle zwangerschappen
  3. Bij een insult is er altijd (voorafgaand) sprake van een hypertensie!
  4. Meestal is er sprake van hypertensie, proteïnurie en zijn de klachten visusstoornissen en bovenbuikspijn onheilspellend. Ook is er hyperreflexie met clonusvorming (spasmes)
  5. Een hersenbloeding. Dit kan tot een langduriger coma leiden, met als gevolg de dood.
  6. Bij een insult Magnesiumsulfaat toedienen. Na een insult kan worden besloten om de bevalling op gang te brengen.
  7. Tweede lijn
  8. Een week postpartum kan nog eclampsie optreden

• 4 Les 3: Gemelli & hydrops

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de definitie van een hydrops?

  Extracellulaire vochtophoping in ten minste twee van de volgende compartimenten: huid, placenta, pericard, pleura (longen) en abdomen (buik=ascites).

• Vanaf hoeveel cm is er sprake van vochtophoping in de placenta (placentomegalie)

  2de trimester: > 4cm
  3de trimester: > 6 cm

• Wat is de pathofysiologie van hydrops ten gevolge van anemie

  Wanneer er bloed wordt afgebroken (hemolyse) gaat het hart harder pompen maar neemt ook de aanmaak van de rode bloedcellen toe --> lever en milt gaan harder werken (een volwassene maakt zijn rode bloedcellen in het beenmerg, de foetus echter in de lever en milt) --> hepatosplenomegalie = vergrootte lever en milt --> dysfunctioneren van de lever --> daling afgifte albumine --> buiten het bloedvat hogere concentratie aan eiwitten geeft daling colloïd osmotische druk (=zuigkracht naar het bloedvat) --> plasma naar extracellulair--> perifeer oedeem en ascitis.

• Waarom zijn bij meerlingen de controles in de tweede lijn?

  De perinatale sterfte is 3x zo hoog dan bij een eenling zwangerschap. Dit komt vooral door het gevolg van de hoge frequentie van vroeggeboorte.