Uitdrijving

10 belangrijke vragen over Uitdrijving

Hoe werkt de inwendig en uitwendig spildraai en welke factoren zorgen voor deze twee spildraaien?

Bij de inwendige spildraai draait het achterhoofd van de foetus geleidelijk vanuit de uitgangspositie met het achterhoofd naar voren. Factoren die hiervoor nodig zijn zijn: weeënkracht, weerstand van het baringskanaal, verschil in buigbaarheid in de nek van de foetus en een excentrische pool.
(De 3 K's bij de inwendige spildraai: kracht, kind, kanaal)

Bij de uitwendige spildraai draait het achterhoofd naar die zijde waar de rug van het kind ligt. Door deze draaiing dalen de schouders in en kan het kind sacraal-symfysewaards bewogen worden. Factoren die hiervoor nodig zijn zijn o.a. weeënkracht.

Hoe houd je de conditie van de foetus in de gaten en hoe vaak doe je dit tijdens de uitdrijvingsfase?

Door cortonen 30-60 sec. te luisteren en dit doe je na elke wee. Als de weeënpauze langer dan 5 minuten is dan luister je elke 5 minuten cortonen. Er is sprake van foetale nood bij 100 slagen per minuut gedurende 3 minuten of er is sprake foetale nood bij 160 slagen per minuut zonder verbetering.

Welke manieren van persen zijn er? Wat zijn daar de voor- en nadelen van?

Actief persen vs passief persen
Nadeel actief persen grotere kans op inscheuren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


Hands-on vs. Hands-off, wat zijn de voor- en nadelen?

Voordeel hands-on: het caput wordt tegengehouden bij het doorsnijden. Hierdoor wordt mogelijk de kans op op een ernstig perineumletsel te voorkomen. Een warme doek op het perineum verlicht de pijn. Voordeel Hands-off: minder vaak een episiotomie geplaatst.
Resultaat: geen significant verschil in rupturen tussen deze 2 soorten manieren!

Wat zijn de mogelijke beleidsopties bij het persen tijdens de uitdrijvingsfase?

geïnstrueerd persen: grote hap lucht 10 sec lang vast houden en 3x persen
Spontaan persen: de vrouw perst op gevoel
Tussen deze twee soorten is geen significant verschil in rupturen, uitdrijvingsduur etc. Bekijk daarom wat bij die vrouw past (WCC)

Verslaglegging: Waar moet je opletten en wat leg je vast in het partusverslag?

Bloedgroep moeder, de wijze van de geboorte, plaats van de geboorte, wanneer gebroken vliezen, wat is de kleur van het vruchtwater, hoelang gebroken vliezen, duur van het actief mee persen. Etc.

Wat zijn de mogelijke beleidsopties tijdens de uitdrijvingsfase?

  • Uitstellen van actief mee persen (verkleint de kans op kunstverlossingen)
  • hands on/hands-off
  • VT na 30 tot 45 min als het hoofd nog steeds niet zichtbaar is
  • Starten met oxytocine (tweedelijn)
  • Episiotomie zetten
  • Breken van de vliezen
  • Houding veranderen
  • Warme douche en/of bad nemen

Welke aanbevelingen heeft de WHO ten opzichte van de uitdrijvingsfase?

- Wanneer de uitdrijvingsfase langer duurt dan gemiddeld neemt de kans op een spontane geboorte af en zijn er mogelijke interventies nodig voor de vordering.
- Als de vrouw persdrang heeft maar nog geen ontsluiting mag ze nog niet gaan persen.
- vrouwen zonder epiduraal: is het advies om veel verschillende houdingen aan te nemen
- vrouwen moeten hun eigen methode van persen aanhouden

Op welke manier kun je de progressie beoordelen en wanneer doe je dit tijdens de uitdrijvingsfase?

Met behulp van een VT wordt gekeken naar:
- Presenteert het kind zich in achterhoofdsligging, eventueel in kruinligging of zelfs in deflexieligging?
- Treedt de inwendige spildraai op, en hoe sterk is het caput geflecteerd?
- Bevindt het caput zich voorbij de spinae ischiadicae of door het vlak van H3?
- Is er voldoende uitdrijvende kracht (dynamisch probleem) en is er dus een caput succedaneum voelbaar?
- In welke mate mouleert het caput en past het zich aan het bekken aan (mechanisch probleem)?

Wat houden de vlakken van Hodge in?

Hiermee kan de mate van indaling worden bepaald. Dit zijn denkbeeldige vlakken de evenwijdig lopen aan het vlak van de bekkeningang.
H1 = nog niet ingedaald
H2 = 1/3 ingedaald
H3 = ingedaald
H4 = kind staat op bekkenbodem/bij staartbeentje

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo