Filosofie der wetenschap

6 belangrijke vragen over Filosofie der wetenschap

Hoe lust functionalisme de explanatory gap op?

De explanatory gap= Hoe kan een gedachte hetzelfde zijn als een elektrische activiteit in nattige grijzige massa?

Functionalistische antwoord:
1. Definieer de gedachte als een causale rol. Je begint op het puur conceptuele niveau. Je zegt nog niks over het brein of de grijze massa. Bijvoorbeeld pijn. Pijn is iets dat direct veroorzaakt (directe aanleiding) wordt door weefselschade, bv in je vingers snijden, het is de oorzaak dat je bv auw roept, de dokter belt of een pleisters plakt, maar alleen tegen de achtergrond van een aantal andere aannames bv denken dat de dokter bellen helpt, weten wat een dokter/pleister is, weten waar de pleisters liggen etc.

2. Als je daar precies genoeg over bent geweest, vind je de hersentoestand die die rol vervult. De toestand die eruit wordt gerold, dat is een breintoestand.

3. Die hersentoestand is de ‘realisator’ voor de gedachte.

Bij reflexen is geen complexe achtergrond nodig, daarom zeggen functionalisten dat dat geen hersentoestand is.

De functionalist lost de explanatory gap op door eerst te vragen “wat is hetgeen dat verklaard moet worden.” Door daar een functionele definitie van te geven kun je zeggen dat de verklaring ook echt een verklaring is. Vergelijk het met uitleggen hoe een carburator doet wat ie doet; een uitleg hoe in zo’n ding benzine met lucht vermengd wordt. Dat is een verklaring van hoe iets een carburator kan zijn omdat je eerst “carburator” in functionele termen hebt gedefiniëerd. Zo werkt het, volgens functionalisten, dus ook bij mentale toestanden. Als je nog steeds het gevoel hebt “ja maar ze hebben niet echt verklaard hoe een gedachte kan bestaan uit elektrische activiteit in neuronen”, dan betekent dat dat je eigenlijk niet denkt dat je een gedachte helemaal kunt definiëren in functionele termen. Dat kan natuurlijk; je hoeft het niet met de functionalisten eens te zijn. Maar hier gaat het er om waarom functionalisten dachten wat ze dachten.
-----
Een parallel voorbeeld:
Mendel postuleerde het bestaan van genen. Plantjes hebben allerlei erfelijke eigenschap, door die met elkaar te kruizen komt er een wetmatige overdraging. Het is altijd hetzelfde. De dragers van eigenschap moet je postuleren. Dus hij heeft het woord gen nodig, (= drager van erfelijke eigenschappen). Mendel had geen idee van DNA en eiwit en al die dingen. Hij had gewoon een genetisch construct nodig om de wetten van de genetica te beschrijven. Gen is een causale rol concept. Een gen beschrijft wat iets doet, en niet waar het uit gemaakt is. Dus een gen is gewoon net zoiets als een mentale toestand, het is een theoretisch functioneel construct. Het beschrijft dat er iets is, wat iets doet.

Watson en Crick ontdekten in de jaren ’50 dat genen uit DNA bestaat. ‘DNA’ is de realisator van genen. Het kan zijn dat er andere realisatoren zijn van DNA, naast genen.

Hoe lost functionalisme meervoudige realisatie op?

Je kunt uitleggen hoe het kan dat dezelfde mentale toestand door een andere breintoestand wordt vervuld.
Dezelfde causale rol kan op verschillende manieren gerealiseerd worden.
Bv. Microsoft Word (zie als concept) kunnen Word op fysiek verschillende apparaten /dingen (bv Mac en Microsoft) toch allebei realiseren.

Mensen/dieren kunnen op verschillende manieren gedrag verwerken maar uiteindelijk hetzelfde gedrag als output vertonen. Als een diertje op een punaise staat, of ik verbrand mezelf, dan roep ik auw, en het konijntje piept. Volgens een functionalist gebeurt er dan bij mij en bij het konijntje hetzelfde.

Een identiteitsrelatie is een transitieve relatie en transitiviteit betekent hier a= b b=c dus a=c. Dat heet transitiviteit. Als de pijn van het konijntje en ik hetzelfde zijn; dan zou je moeten zeggen dat de pijntoestand van het konijntje dezelfde breintoestand is als mijn brein (ik mis hier een argument, zou hetzelfde moeten zijn als a=b, b=c, a=c). Maar dat is niet zo… Dus transitiviteit van identiteit is niet vol te houden. Geen knock-down argument tegen identiteitstheorie, want iedereen heeft andere breinen mens/dier maar ook mens/mens. Waar het hier om gaat is dat je als functionalist type identiteit kunt ontkennen en je dus ook niet hoeft te zeggen dat het mentale reduceerbaar is tot breintoestanden. Reductie hier betekent (grof gezegd) vertaling. Ofwel, een causale rol kan gespeeld worden bij veel verschillende types van breinstaten in veel verschillende types van breinen).


Het is incorrect om te zeggen dat mentale toestanden worden veroorzaakt door breintoestanden!!!!!!!! – Nee het programma LOOPT erdoor. Niet veroorzaakt! Heel belangrijk!!!!!!!!!! (Vergelijk met een computerprogramma met hardware en software).

Probleem 1 met verificationisme en de oplossing

Het is veel te strikt, veel dingen kunnen we niet observeren.

Iedere betekenisvolle aanname moet observeerbare consequenties hebben. Het gaat niet om het observeren van het ding zelf. Deze consequenties moeten wel wetenschappelijk worden geobserveerd.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Een hulp hypothese die de falsificeerbaarheid van de theorie verminderd

Noemt men 'ad hoc' en verzwakt de theorie.
Psychologen noemen dit 'post hoc' hypothesen.
Om ad hoc hypothesen te voorkomen moet men de hulphypothesen falsificeerbaar maken.

The structure of scientific revolutions

Boek van Thomas Kuhn: De ontwikkeling van de wetenschap is niet een groeiende stapel kennis, maar een wisseling van paradigma's.

Een onderzoeksprogramma staat stil wanneer...

De hulphypothesen niet falsificeerbaar zijn (ad hoc)

De hypothesen gefalsificeerd zijn

De hypothesen niet uit de positieve heuristieken van het programma afkomstig zijn.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo