Samenvatting: Philosophy Of Science Ii

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Philosophy of Science II

  • 1 Week 1

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.2 Science

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Muller beschrijft wetenschap als een paraplu term die alle wetenschappelijke praxes omvat. Deze praxes wordt nog eens in 5 categorieën ondergebracht. Welke?

    1. Ontologie
    2. Skopologie
    3. Axiologie
    4. Technologie
    5. Anthropologie
  • Ad 2. Skopologie is het discours dat gaat over de doelen van de wetenschappelijke praxes. Wat wordt bedoeld met wetenschap is "l'art pour l'art" of als "kennis is macht" (2)? Rangschik doelen van wetenschap van 'sterker' naar 'zwakker' (4)?

    A
    1. Wetenschap voor de wetenschap is het Aristotelische of epistemische doel. Wetenschap als doel-op-zich.
    2. Terwijl Bacon met zijn uitspraak "kennis is macht" doelt op het verwerven van kennis van de natuur om die effectief te exploiteren ten gunste van de welvaart van volkeren. Wetenschap als middel-tot-een-doel.

    B. Van 'sterk naar zwakker':
    1. wat is de waarheid van de realiteit
    2. de structuur van de realiteit ontdekken
    3. begrijpen van de realiteit
    4. verzamelen van kennis over en begrijpen van de fenomenale wereld
  • Ad 3. Axiologie betreft het beschouwing van waarden. De Amerikaanse socioloog Robert Merton heeft systematisch onderzoek gedaan naar waarden en daarvan afgeleide normen in de wetenschap. De ethiek van de wetenschap verwoordt Merton in het acroniem CUDOS? Licht toe.

    1. Communalism/gemeenschappelijkheid - geen privé intellectueel eigendom; toegankelijk voor ieder; geheimzinnigheid = antithese, communicatie van ontdekkingen en resultaten de regel
    2. Universalism/objectiviteit - criteria die onderscheid maken tussen mensen tellen niet; argumenten en redenen; talent en competenties; W' = meritocratie
    3. Desinterestedness/belangeloos - onbaatzuchtigheid; geen financieel belang; rekenschap aan com-peers
    4. Originality/oorspronkelijkheid - bijdrage aan het vergroten van W' kennis
    5. Scepticism (organized)/gezonde kritiek leveren - W' kennis objectief beoordelen en uitgebreid empirisch testen; 'double blind peer review' (D.Stapel fraude); ambivalentie autoriteit bedrijven 
  • Leg uit wat is de schaal van facticiteit van wetenschappelijke kennis f in 5 stappen?

    1. f is een speculatie, hooguit een vermoeden. Maar er is een idee en interesse
    2. f veronderstelt verschillende modaliteiten bijv hoe f zich verhoudt tot regelmatigheden die worden (h)erkend
    3. f wordt object of doel van empirisch onderzoek en vraag om oordelen
    4. f wordt recent geconfirmeerd en vestigt zich daarmee in de wetenschappelijke kennis
    5. f wordt een alom geaccepteerd begrip, een wetenschappelijk feit.
  • 1.3 Methode

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Bij het onderzoeken van de wetenschappelijke praxes en hun ontwikkeling hebben Reichenbach en Laudan 3 contexten onderscheiden. Noem ze alle 3 en licht kort toe?

    Context van:
    1. ontdekken, creatie en constructie (R) - verbeelding domineert, er zijn regels noch methodes => dit dwingt tot:
    2. opvolgen en (verder)ontwikkelen (L) - uitwerking van vervolg experimenten in detail => dan volgt noodgedwongen
    3. rechtvaardigen en conclusies (R) - bevestigt of niet, wat zijn de gevolgen voor dit 'idee' voor vergelijkbare hypotheses, theorieen en modellen?

    De laatste is het domein van onderzoek voor de wetenschapsfilosoof. Uiteindelijk zijn de verschillende contexten met elkaar verbonden.
  • Welke 2 kritieken kunnen geleverd worden op de inductieve methode?

    1. Te zwak voor rechtvaardiging van kennis claims - 'Hume's riddle of induction' - geen garantie dat je niet plots een zwarte zwaan ziet
    2. Te beperkt veel kennis kan niet, en is niet via inductie van particuliere waarnemingen of metingen verkregen. Bijv Newton's gravitatiewet of Einstein's energiewet.

    => vbn dat inductie alleen niet volstaat. Noodzakelijk is: weten-schappelijke verbeelding: hypothesen die van cruciaal belang zijn voor conceptuele innovatie, gepostuleerd om te zien of men relevante observaties zou kunnen afleiden of verklaren op basis van deze hypothesen
  • Welke 2 kritieken kunnen geleverd worden op de HD methode van inductieve conformatie?

    1. Net zo onbetrouwbaar als de I methode. Infirmatie is nooit uitgesloten (Hume's Riddle of Induction)
    2. niet de enige methode
    • patronen zoeken
    • parameters passen in modellen
    • puur theoretisch onderzoek z empirisch testen
    • computer simulaties
  • Benoem Popper's grondvragen voor het epistemisch gebruik van een wetenschappelijke methode?

    I Demarcatie probleem (Kant)
    Ia. hoe wetenschap van niet wetenschap afgrenzen?
    Ib. wat is wetenschappelijke kennis?
    II Verkrijgings probleem (Hume)
    IIa. kunnen we wetenschappelijke kennis krijgen door zintuigelijke ervaring, waarnemingen. Zintuigen bron van kennis? NEE (P)
    IIb Zo niet, hoe komen we dan aan wetenschappelijke kennis.
  • Wanneer is iets wetenschappelijke-kennis?

    Als geldt voor propositie a
    • a is confirmeerbaar desda observaties a kunnen rechtvaardigen of wijzen op de waarheid van a
    • a is verifieerbaar desda observaties a waar kunnen maken
    • a is geconfirmeerd desda actuele observaties wijzen op de waarheid van a
    • a is geverifieerd desda actuele observaties a waar maken
    • a is wetenschappelijk als die geverifieerd is of geconfirmeerd
    • a is wetenschappelijke kennis als a waar is en meerdere keren is geconfirmeerd of geverifieerd door een variatie aan waarnemingen  
  • Welke kritiek kan geleverd worden op Popper's falsificationisme en zijn oplossing voor het demarcatie probleem?

    1. Falsificatie is descriptief niet adequaat. Te zwak voor nonsense proposities en te sterk omdat het proposities snel onwetenschappelijk maakt
    2. Hoe meer falsificatie pogingen zijn verworpen des te sterker de propositie is bevestigd. Feitelijk is 'corroboratie' gelijk aan confirmatie. En is falsificatie niet veel anders dan verificatie.


    [corroboratie is een maat voor de weerstand die een hypothese of theorie heeft geboden tegen pogingen tot weerlegging.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart