The Kidneys and the Urinary Tract - Regulation of Colume and Osmolarity of Body Fluids - Regulation of Extracellular Fluid Volume

8 belangrijke vragen over The Kidneys and the Urinary Tract - Regulation of Colume and Osmolarity of Body Fluids - Regulation of Extracellular Fluid Volume

Leg de functie van "plasma expanders" uit

Als er een bloedtransfusie plaats moet vinden, maar het correcte type plasma is niet aanwezig, kunnen macromoleculen zoals albumine worden gebruikt. Dit zorgt ervoor dat het bloedvolume omhoog gaat en de arteriële bloeddruk ook stijgt.

Waarom is precieze regulatie van extracellulair volume belangrijk? En wat is een grote bepalende factor voor dit volume?

Als er snelle veranderingen optreden, kan dit leiden tot circulatoire 'opschuddingen'. -> wanneer bloedvolume met 30-40% omlaag gaat, dan zal er een levensbedreigende situatie optreden.
  • Bij een constante osmolariteit wordt het volume geregeld door het aantal opgeloste partikels/volume
  • 94% van het volume wordt wordt bepaald door Na+ en de anionen die Na+ passief volgen
  • Na+ ingested = Na+ loss -> om stabiel extracellulair volume te behouden

Door welke molecule wordt intracellulaire osmolariteit bepaald?

K+
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke groep zoogdieren hebben de best ontwikkelde smaakzin voor zout?

Herbivoren. Het normale dieet van herbivoren is relatief zout arm.
Bij een gebrek aan zou kunnen ze zouthonger krijgen. -> zin hebben in zout als ze een gedaald bloed volume hebben.

Welk orgaan zal ervoor zorgen dat de intake en uitscheiding van Na+ gelijk wordt gesteld?

De nieren. De nieren zullen hun excretie gelijk stellen aan de hoeveelheid opgenomen, min de verliezen in ontlasting, zweet en melk.

Hoe wordt het extracellulair vochtvolume/[Na+] gemonitoord?

Er zijn geen receptoren die de omvang monitoren, maar
  • Bloedvolume constant bewaakt
  • Bloedplasma als enige correctie-bron
  • Vrij verkeer van H2O door capillaire wand


-> plasma volume en samenstelling =± overige extracellulair vocht
-> interstitiele vloeistof werkt als een buffer: opvang van grote veranderingen in bloeddruk en/of volume

Hoe wordt het bloedvolume gemonitord?

  • Stretch-gevoelige zenuwuiteinden die rondom de bloedvaten en atria van het hart zitten
    • Strekreceptoren -> venen
    • Baroreceptoren -> arterien
  • Stijging van bloedvolume
    • AP van strekreceptoren -> renale vasculaire weerstand gaat omlaag
    • Glomulaire filtratie omhoog, verlaging van tubulaire reabsorptie -> urine secretie omhoog
    • Normalisatie bloedvolume

Bespreek de mechanismen waarbij angiotensine II een daling in bloedvolume en bloeddruk tegen gaat.

  • Constrictie van de arteriolen, behalve die naar het brein en hart -> TRP omhoog -> ook verminderde bloedtoevoer naar nieren (dit kunnen ze echter goed opvangen) -> bloeddruk omhoog
  • Verminderde hydrostatische druk en verhoogde colloid osmotische druk in de peritubulaire capillairen door angiotensine -> verhoogde reabsorptie
  • Stimulatie van aldosteron in adrenale cortex -> aldosteron stimuleert renale Na+ reabsorptie -> verhoogde [Na+] in lichaam
  • Stimulatie dorstcentrum
  • Activatie angiotensine II receptoren in het brein -> secretie ADH omhoog -> bloedvolume en arteriële bloeddruk omhoog

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo