The Kidneys and the Urinary Tract - Regulation of Colume and Osmolarity of Body Fluids - Regulation of Extracellular Fluid Volume
8 belangrijke vragen over The Kidneys and the Urinary Tract - Regulation of Colume and Osmolarity of Body Fluids - Regulation of Extracellular Fluid Volume
Leg de functie van "plasma expanders" uit
Waarom is precieze regulatie van extracellulair volume belangrijk? En wat is een grote bepalende factor voor dit volume?
- Bij een constante osmolariteit wordt het volume geregeld door het aantal opgeloste partikels/volume
- 94% van het volume wordt wordt bepaald door Na+ en de anionen die Na+ passief volgen
- Na+ ingested = Na+ loss -> om stabiel extracellulair volume te behouden
Door welke molecule wordt intracellulaire osmolariteit bepaald?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke groep zoogdieren hebben de best ontwikkelde smaakzin voor zout?
Bij een gebrek aan zou kunnen ze zouthonger krijgen. -> zin hebben in zout als ze een gedaald bloed volume hebben.
Welk orgaan zal ervoor zorgen dat de intake en uitscheiding van Na+ gelijk wordt gesteld?
Hoe wordt het extracellulair vochtvolume/[Na+] gemonitoord?
- Bloedvolume constant bewaakt
- Bloedplasma als enige correctie-bron
- Vrij verkeer van H2O door capillaire wand
-> plasma volume en samenstelling =± overige extracellulair vocht
-> interstitiele vloeistof werkt als een buffer: opvang van grote veranderingen in bloeddruk en/of volume
Hoe wordt het bloedvolume gemonitord?
- Stretch-gevoelige zenuwuiteinden die rondom de bloedvaten en atria van het hart zitten
- Strekreceptoren -> venen
- Baroreceptoren -> arterien
- Stijging van bloedvolume
- AP van strekreceptoren -> renale vasculaire weerstand gaat omlaag
- Glomulaire filtratie omhoog, verlaging van tubulaire reabsorptie -> urine secretie omhoog
- Normalisatie bloedvolume
Bespreek de mechanismen waarbij angiotensine II een daling in bloedvolume en bloeddruk tegen gaat.
- Constrictie van de arteriolen, behalve die naar het brein en hart -> TRP omhoog -> ook verminderde bloedtoevoer naar nieren (dit kunnen ze echter goed opvangen) -> bloeddruk omhoog
- Verminderde hydrostatische druk en verhoogde colloid osmotische druk in de peritubulaire capillairen door angiotensine -> verhoogde reabsorptie
- Stimulatie van aldosteron in adrenale cortex -> aldosteron stimuleert renale Na+ reabsorptie -> verhoogde [Na+] in lichaam
- Stimulatie dorstcentrum
- Activatie angiotensine II receptoren in het brein -> secretie ADH omhoog -> bloedvolume en arteriële bloeddruk omhoog
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden