Samenvatting: Pin Code | 9789001819392 | Chantal van Arkel

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pin code | 9789001819392 | Chantal van Arkel

  • 1 geld moet rollen

  • 1.1 waar heb jij behoefte aan?

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke soorten behoeften zijn er en hoe kan je deze indelen? Noem enkele voorbeelden

    • primaire  of basis behoeften. Dit zijn behoeften die voor iedereen gelijk zijn. (eten kleding onderdak onderwijs gezondheidszorg)
    •  secundaire of overige behoeften. Dit zijn behoeften om je leven beter en prettiger te maken.
    De grens tussen basis behoeften en overige behoeften is niet altijd duidelijk. Dingen die je echt niet nodig hebt zijn luxe behoeften.
  • Wanneer is er sprake tussen consumeren van goederen of diensten?

    Wanneer mensen (consumenten) producten kopen dan noem je dat consumeren. Het kopen van activiteiten (glazen wasser, bediening) noemen we diensten.
    Het kopen van tastbare producten noemen we goederen(brood een auto)
  • In welke twee groepen kun je goederen indelen?

    Goederen kan je grofweg verdelen in twee groepen: gebruiksgoederen en verbruiksgoederen.
    Een voorbeeld van gebruiksgoederen is bijvoorbeeld een auto een fiets of een tandenborstel, deze voorwerpen kun je meerdere keren gebruiken. Verbruiksgoederen kun je maar een keer gebruiken bijvoorbeeld brood, benzine en tandpasta.
  • 1.2 is kopen kiezen?

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn voorbeelden van vaste lasten?

    Uitgaves die iedere maand zich blijven herhalen zoals de huur of hypotheek, belasting, telefoon rekening.
  • Wat zijn voorbeelden van huishoudelijke uitgaves?

    Dit zijn uitgaves die voor dingen die je als gezin uitgeeft aan eten drinken kleding en persoonlijke verzorging.
  • Wat zijn voorbeelden van incidentele uitgaven?

    Dit zijn uitgaves die niet elke keer voorkomen maar af en toe zoals een nieuwe auto, kapotte droger of een nieuwe keuken.
  • 2 Hoofdstuk

    Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Rekenen met rente enkelvoudige rente berekenen

    Enkelvoudige rente;
    [spaarbedrag x rentepercentage] x looptijd
    spaarbedrag; geld oop je spaarrekening
    rentepercentage; is in komma getal[rentepercentage ; 100]
    looptijd ; hoelang staat je geld op de spaarrekening.
  • Netto inkomen berkenen

    Brutoloon - alle uitgave en + alle inkomsten
  • Consumptief krediet zijn verschillende leenvormen;

    Persoonlijke lening; je leent van de bank maar betaald in vaste termijnen terug
    doorlopend krediet; maximum bedrag dat je mag lenen het kredietlimiet 
    rekening-coutantkrediet; dan mag je op je betaalrekening een bepaal bedrag in het rood staan
    koop of afbetaling; hierbij kun je in termijnen aflossen
  • 2.1 Sparen of beleggen?

    Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de formule van het bereken samengestelde rente (eindsaldo)?

    EWn = (1 + p)n x K

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart