Samenvatting: Pincode Vmbo Th | 9789001819415 | leen doorduin, et al

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 54 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pincode VMBO TH | 9789001819415 | leen doorduin, joyce dost

  • 4 Goed gemaakt

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen eindproduct en grondstof

    Aardappelen als eindproduct in supermarkt om te koken en als grondstof dienen voor koeien voer of patat
  • Noem een voorbeeld van een dienst bij productie van brood

    Transport of verkoop door bakker
  • Wat is het formule voor de gemidelde uitgaven

    Alle uitgaven + elkaar en dan gedeeld door aantal uitgaven
  • 4.1 Hoe Maak je dat?

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat wordt bedoelt het produceren? En wat is een productieketen?

    Het maken van goederen, maar ook het leveren van diensten zijn vormen van productie. Een bedrijf dat iets doet om andere te helpen is een dienstverlenend bedrijf (webwinkel, schoonmaakbedrijf)
    Grondstoffen moeten worden bewerkt tot eindproduct. Dit gebeurt in verschillende productiefasen. Alle productiefasen bij elkaar noemen we een productieketen.
  • Hoe zorgen bedrijven in een bedrijfskolom voor een toegevoegde waarde?

    Alle bedrijven die meewerken aan een product, vind je terug in een bedrijfskolom. 
    • Een bedrijfskolom begint met het uit de natuur halen van grondstoffen. 
    • Het volgende bedrijven maken daar iets van.
    • het laatste bedrijf verkoopt het eindproduct aan de consument. 

    Door elke bewerking in het product wordt het product wat meer waard. Dat noem je de toegevoegde waarde.
  • Welke productiesectoren zijn er? En wat doen verschillende productiesectoren.

    • Agrarische bedrijven produceren grondstoffen met behulp van de natuur. (melkvee, akkerbouw, tuinbouw, bosbouw)
    • industriële bedrijven, gebruiken grondstoffen en materialen voor het produceren van goederen. (scooter fabriek, kledingfabriek, meubelmakerij, filmindustrie)
    • dienstverlenende bedrijven, leveren diensten. (winkel, zwembad, schoonmaakbedrijf, transportbedrijf)

  • 4.2 Wat levert het op?

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen een werknemer een een ondernemer?

    Om geld te verdienen kan je bij iemand in dienst gaan. Dan ben je als werknemer aan het werk. Je kan ook je geld verdienen als zelfstandige ondernemer. Dan verdien je geld met je eigen bedrijf. Dit kan je in je eentje doen, maar je kan ook personeel in dienst hebben.
  • Alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren noem je productiefactoren. Noem de drie productiefactoren en leg uit wat investeren is.

    Productiefactoren kan je in de volgende drie groepen verdelen:
    • natuur : alles wat de natuur levert, zoals grondstoffen, licht en water.
    • arbeid: al het werk dat mensen doen, zowel geestelijk als lichamelijk
    • kapitaal: geld waarmee je hulpmiddelen koopt die nodig zijn om te kunnen produceren. (gereedschap, gebouwen, machines, computers) Je noemt deze goederen, kapitaalgoederen.

    Het kopen van kapitaalgoederen noem je investeren. Het geld wat nodig is voor die goederen moet je eerst sparen of lenen bij een bank. Door te investeren kan je meer, beter of goedkoper produceren.
  • Wat zijn concurrenten? En hoe concurreren bedrijven?

    Dit zijn bedrijven die dezelfde soorten producten verkopen. Omdat ze willen dat je voor hun bedrijf kiest, proberen de bedrijven aantrekkelijker te zijn dan andere bedrijven.
    • door betere kwaliteit te leveren
    • door reclame te maken.
    • door lagere prijzen te rekenen
    • door het verlenen van extra service.
  • 4.3 Kan Het sneller en beter?

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is arbeidsproductiviteit en hoe kan deze toenemen?

    Arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd. 

    Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de kostprijs per product.

    Vroeger maakte men veel producten met de hand. 
    Door mechanisatie en automatisering kan één werknemer in dezelfde tijd veel meer producten maken. 
    De arbeidsproductiviteit is daardoor enorm gestegen!
LET OP!!! Er zijn slechts 54 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Pincode Vmbo Th