Beperkte rechten op goederen - Beperkte rechten in het algemeen

17 belangrijke vragen over Beperkte rechten op goederen - Beperkte rechten in het algemeen

Waaruit kunnen beperkte rechten zijn afgeleid?

Uit volledige rechten of uit andere beperkte rechten.

 

Beperkte rechten zijn absolute rechten, wat houdt dit in?

 

 

-Zaaksgevolg: behouden hun werking tegen opvolgende verkrijgers onder bijzondere titel

 

-separatistpositie in geval van faillissement.

 

Hangt wel af van de inhoud van het beperkte recht: erfpachter behoudt het gebruik van de zaak terwijl pand- of hyp.houder het onderpand uit het faillissement kan lichten om zich vóór de concurrente crediteuren daarop te verhalen.

 

 

Indien een eigenaar op zijn grond een recht van erfpacht heeft gevestigd, kan hij dan ten tweede male een erfpachtrecht vestigen (of die grond vervolgens in vruchtgebruik geven) of de zaak verhypothekeren?

 

 

            Niet nogmaals een erfpacht. Het erfpachtrecht geeft het volledige genot van de zaak en de eigenaar heeft zich bij de vestiging van het eerste recht de bevoegdheid ontnomen dit genot op zijn zaak nogmaals te verlenen. Ieder afstaan van het gebruik zou ten nadele van de erfpachter strekken.

 

Verhypothekeren kan wel. Het recht van de erfpachter op gebruik wordt daardoor immers niet aangetast. Dat de hypotheek niet ten nadele van de erfpachter strekt blijkt pas bij eventuele executoriale verkoop door de hypotheekhouder: als de erfpachter nog bestaat kan de zaak slechts onder bezwaar van dat recht worden geëxecuteerd.

 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

 

Indien een eigenaar op zijn grond hypotheek heeft gevestigd, kan hij dan erfpacht vestigen?

 

 

            Ja. Het sterkere recht blijkt bij executie: de hypotheekhouder mag de zaak vrij van het erfpachtrecht executeren als de zaak alleen dan voldoende opbrengt om zijn vordering te voldoen. In dat geval vervalt het erfpachtrecht als het jongere recht, omdat het voortbestaan ten nadele van de hypotheekhouder zou strekken. Vgl. 3:273 en 282.

 

 

Kan een eigenaar een stuk grond 2 keer verhypothekeren?

 

 

            Ja, bij hun uitoefening bij executoriale verkoop van de zaak kan blijken dat de opbrengst van de zaak de vordering van de oudste hypotheekhouder overtreft, waardoor er voor de jongere hypotheekhouder niets overblijft. 1e hyp.houder heeft namelijk voorrang op de opbrengst bij executie. de 2e hypotheekhouder kan dus geheel of ten dele profijt hebben van zijn recht. Wel vervalt ook zijn recht bij executie door de 1e hyp.houder, 3:273.

 

 

Een ouder en jonger beperkt recht, wie gaat voor, waar hangt dat van af? En wat brengt dit mee?

 

 

            Beschikkingsbevoegdheid. Bepalingen over bescherming van derden tegen beschikkingsonbevoegdheid spelen dus een rol. Bij registergoederen beperkt ivm raadpleging registers. Bij beperkte rechten op roerende zaken sneller.

 

Ter info (lees evt slot 589): Dus tweemaal vruchtgebruik: 3:98 jo 86= latere recht doet eerdere recht van vruchtgebruik vervallen. Of 3:238 latere pandrecht wordt een eerste pandrecht.

 

 

Hoe ontstaan beperkte rechten?

 

 

            Meestal door vestiging, zie 3:98: de bepalingen over overdracht van een goed vinden, afgezien van uitzonderingen, overeenkomstige toepassing op de vestiging van een beperkt recht op dat goed. Dus in de 1e plaats geldt 3:84: beschikkingsbevoegdheid, geldige titel, levering van het beperkte recht, in het vervolg aan te duiden met 'vestigingshandeling'.

 

 

Vereisten voor vestiging van een beperkt recht?

 

 

3:81 lid 1:

 

-zelfstandig= niet afhankelijk. Pand- of hyp.houder en de gerechtigde tot een erfdienstbaarheid kunnen hun (afhankelijke) rechten dus niet bezwaren en de opstalhouder kan dit ook niet indien zijn recht afhankelijk is.

 

-overdraagbaar= lees 3:83 lid 1.

 

Hoe wordt een beperkt recht gevestigd op een vordering op naam?

Dmv een akte van vestiging (onderhands) en mededeling daarvan aan de debiteur van de vordering. 3:98 jo 3:94 lid 1 (openbaar). Stille cessie via lid 3. 

 

Voorbeeld van waar de aard van het recht zich tegen overdracht verzet, zie 3:83 lid 1?

 

 

            Dit zijn de afhankelijke rechten en vorderingen die verband houden met persoonlijke eigenschappen van de schuldeiser. Hier is het vestigen van een beperkt recht onmogelijk. Dit geldt ook voor de gevallen waar de overdraagbaarheid door de betrokkenen kan worden uitgesloten of beperkt (bijv. 3:83 lid 2 voor vorderingen en 5:91 bij erfpacht).

 

Zijn afhankelijke rechten overdraagbaar?

Nee, afhankelijke rechten volgen het recht waaraan zij verbonden zijn (3:82) en zijn niet overdraagbaar omdat de wet/ aard van het recht zich tegen overdracht verzet (3:83 lid 1) .

 

Zo heeft een afzonderlijk hypotheekrecht geen grond van bestaan zonder de bijbehorende vordering, en kan overdracht van erfdienstbaarheid niet zonder heersend erf plaatsvinden.

 

3:81 lid 1 zin 1 bepaalt dat de rechthebbende op het zelfstandige en overdraagbare recht alleen 'binnen de grenzen van dat recht' beperkte rechten kan vestigen. Wat wordt hiermee bedoeld?

 

 

            Uitvloeisel van de algemene regel van beschikkingsbevoegdheid, dat -behoudens derdenbeschermende bepalingen- niemand aan een ander meer rechten kan verschaffen dan hij zelf heeft. Voorbeelden:

 

-Wie zich als erfpachter op grond van de erfapchtvoorwaarden allerlei gebruiksbeperkende voorschriften moet laten welgevallen, kan niet een vruchtgebruik op het erfpachtrecht vestigen waarbij deze voorschriften terzijde worden gesteld.

 

-En een eigenaar die zelf zijn recht heeft bezwaard met een beperkt recht kan niet over zijn recht beschikken ten nadele van de beperkt gerechtigde.

 

Welk artikel regelt waardoor beperkte rechten tenietgaan?

3:81 lid 2 BW (niet-limitatieve opsomming)

 

Welke regels gelden bij vestiging van beperkte rechten door een beschikkingsonbevoegde?

 

 

            Krachtens 3:98 de derdenbeschermende bepalingen van afdeling 3.4.2. Zo kan iemand vruchtgebruiker worden van een roerende zaak door de werking van 3:86 of erfpachter van een stuk grond door 3:88. Soms geeft de wet bij een concreet beperkt recht afwijkende voorschriften: 3:238 bij pand.

 

 

Kunnen afhankelijke rechten worden overgedragen?

 

 

            Naar hun aard niet. Zij leiden geen zelfstandig bestaan en volgen het recht waaraan zij verbonden zijn, 3:82. Zo gaat het hyp.recht automatische mee over bij cessie van de vordering waarvoor hyp. is verleend. Overdracht van het afzonderlijke hyp.recht is ondenkbaar; het heeft geen grond van bestaan zonder een bijbehorende vordering.

 

Beperkte rechten kunnen tenietgaan door vermenging, 3:81 lid 2 sub e. Wat houdt deze vermenging in?

Bij vermenging worden de hoedanigheden van de beperkt gerechtigde en hoofdgerechtigde in dezelfde persoon verenigd. De hoofdgerechtigde kan alleen de blote eigendom overdragen vanwege de bezwaring met het beperkte recht; als de beperkt gerechtigde dan de blote eigendom verkrijgt, eindigt dit beperkte recht door vermenging.

 

- Vermenging komt vaak voor bij erfopvolging

- Vermenging heeft relatieve werking

Waarop rust het hypotheekrecht als na de vestiging van een hypotheekrecht een ander beperkt recht (bv erfpacht) wordt gevestigd? En als eerst de erfpacht en daarna het hypotheekrecht gevestigd wordt?

- Als het hypotheekrecht gevestigd wordt en later pas de erfpacht, rust het hypotheekrecht  op de onbezwaarde eigendom. De hypotheek wordt als ouder recht niet beïnvloed door het erfpachtrecht.

 

- Als het pandrecht voor het hypotheekrecht is gevestigd, rust het hypotheek op de bezwaarde eigendom. (bij vervolgens tenietgaan van het pandrecht, rust het hypotheekrecht op de dan weer onbezwaarde / volle eigendom)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo