LO: hersenzenuwen

6 belangrijke vragen over LO: hersenzenuwen

Uit welke onderdelen bestaat het onderzoek van de hersenzenuwen?

  • N. 1 = olfactorius (reuk, alleen op indicatie)
  • N. 2 = opticus, N. 3 = oculomotorius, N. 4 = trochlearis en N. 6 = abducens (oogmotoriek, pupilreacties)
  • N. 5 = trigeminus (sensibiliteit gelaat en motoriek kauwmusculatuur)
  • N. 7 = Facialis (motoriek gelaat, smaak voorste 2/3 deel tong)
  • N. 9 = glossopharyngeus, N. 10 = vagus (zie KNO 1)
  • N. 11 = accessorius (motoriek m. trapezius en m. sternocleidomastoideus)
  • N. 12 = hypoglossus (motoriek tong)

Je begint het onderzoek dus met het onderzoek van N1. olfactorius. wat doe je?

  • anamnetisch kan je een goede indruk krijgen of dit nodig is. is namelijk de reuk.
  • testen: houd onder de neus achtereenvolgens verschillende geurende stoffen en vraag de pt of deze echt iets ruikt en zo ja, wat.

Wanneer je dit onderzoek hebt afgerond, wat doe je dan?

onderzoek van de N5: trigeminus. dit gaat om de sensibiliteit van het gelaat en de motoriek van de kauwmusculatuur
sensibiliteit gelaat:
  • beoordeel de sensibiliteit van het gelaat (zie checklist sensibiliteit) in de drie takken van de zenuw, vergelijk links en rechts

kracht kauwspieren
  • laat de pt de kaken stevig op elkaar zetten. palpeer aan beide zijden de m. masseter en beoordeel de tonus
  • laat een pt met de kiezen van 1 zijde op een spatel bijten, probeer de spatel weg te trekken. herhaal aan de andere zijde en beoordeel de kracht en vergelijk
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer je dit onderzoek van de N5 hebt uitgevoerd, wat doe je dan?

onderzoek van de N7: facialis. dit gaat om de motoriek van het gelaat en de smaak van het voorste 2/3 deel van de tong.

  • laat de pt het voorhoofd rimpelen, fronsen, de oogleden met enige kracht sluiten en probeer deze weer open te trekken, snuiven, de lippen tuiten, de tanden laten zien, fluiten
  • beoordeel de mogelijkheid de oprachten uit te voeren en op symmetrie van de bewegingen (li/re en boven/onder)

Wat doe je na het onderzoek op de N9 en N10?

onderzoek van de N11: accessorius. dit gaat om de motoriek van de m. trapezius en de m. sternocleidomastoideus.

M. sternocleidomastoideus:
  • ga achter de pt staan en houd je rechterhand tegen de rechterkaak van de pt.
  • vraag de pt je hand weg te duwen en beoordeel de kracht van de linker m. SCM (MRC schaal)
  • herhaal aan de andere zijde

m. trapezius:
  • laat de pt de schouders optrekken. leg je handen op de schouders van de p en probeer deze naar beneden te drukken.
  • beoordeel de kracht van de m. trapezius (MRC schaal)

Wat doe je als je het onderzoek van de N11 hebt afgerond?

onderzoek van de N12: hypoglossus. dit gaat om de motoriek van de tong.

  • vraag aan de pt zijn mond open te doen en bekijk de tong in rust.
  • vraag daarna of de pt de tond uit wilt steken. beoordeel: symmetrie bij uitsteken (devieert de tong naar li/re?), atrofie
  • laat pt de lippen aflikken en 'lalala' zeggen; verloopt soepel, symmetrisch?

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo