Samenvatting: Plotseling Manager : Oefeningen In Leiderschap | 9789049102555 | Gary S Topchik, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Plotseling manager : oefeningen in leiderschap | 9789049102555 | Gary S. Topchik ; [vert. uit het Engels door: Gerard Grasman].

• 1 Je bent onverwacht manager geworden (daar is niets mis mee)

• 1.4 Hoe staat het momenteel met Andy?

• Welke 3 keuzemogelijkheden heb je wanneer je promotie tot manager wordt aangeboden?

  1.  Weigeren en bij druk vanuit boven de zaak de rug toekeren. Goede optie.
  2. Promotie aannemen, maar managerstaken niet of nauwelijks uitvoeren. Slechte optie.
  3. Promotie aannemen en leren hoe je een goede manager kunt worden. Goede optie.

   

• 3 De sleutel tot succes: het nietdoen-principe

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen doen, managen en leidinggeven?

  Doen is het zelfstandig werken aan een specifieke doelstelling, zelf een bepaald soort werk beginnen of afmaken, of iets aanpakken van input tot output.

  Managen is zorgen dat je het werk gedaan krijgt door anderen, zodat zij je helpen de doelstellingen van je team en de afdeling of onderneming te verwezenlijken.

  Leidinggeven is zorgen dat jouw mensen graag hun werk doen door het juiste persoonlijke arbeidsklimaat te creëren, zodat zij de wil hebben om te slagen.  

• Wat zijn de voordelen van het 'niet-doen'?

  1. de manager heeft meer tijd, 2. Medewerkers hebben meer kans zich te ontwikkelen en verder te groeien. 3. De organisatie kan haar teams versterken. 

• 3.5 De eerste stappen op de weg naar succesvol managen

• Wat zijn de vier cruciale vaardigheden van een manager?

  1. je medewerkers helpen zich te ontwikkelen door hen te trainen en taken aan hen te delegeren. 

  2. Actief luisteren.

  3. Feedback geven en ontvangen.

  4. Je medewerkers motiveren. 

• 4 Cruciale vaardigheid nr.1- De ontwikkeling van je teamleden stimuleren

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de 'reddende manager'?

  Een manager die het werk voor de medewerker doet en alle beslissingen voor hem neemt of een manager die de medewerker laat doorgaan met het werken op het huidige, al dan niet bevredigende prestatieniveau. Deze manager draagt niet bij aan de ontwikkeling van de medewerker. 

• Hoe bevordert een goede manager de ontwikkeling van zijn medewerker?

  • Vaststellen en duidelijk omschrijven in welke 'productiefase' een medewerker zich verkeert.
    
  • Hulpbronnen, steun, supervisie, leiding en feedback geven die de medewerker in deze fase nodig heeft.
  • Het einddoel is dat de medewerker zich ontwikkelt, zelfstandig kan werken en samenwerkt met anderen.

• Wat zijn de vijf productiefases?

  • Aandachtsfase
  • Blindvaarfase
  • Stabiele fase
  • Groeifase
  • Doefase

• 4.1.1 De aandachtsfase

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke ingrepen voert de manager uit in de aandachtsfase?

  • Training
  • Feedback
  • Diciplinair ingrijpen
  • Overplaatsing

• Waarom is ingrijpen in de aandachtsfase noodzakelijk?

  Omdat ongepaste gewoonten, gedrag of mentaliteit een negatieve invloed hebben op de productiviteit en / of winstgevendheid.

• 4.1.2 Blindvaarfase

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is kenmerkend voor een persoon in de blindvaarfase?

  Deze persoon heeft wel de motivatie om zo goed mogelijk werk te verrichten, maar heeft niet de bekwaamheid, kennis of training om zelfstandig te kunnen presteren.