Samenvatting: Pm_Bil

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van PM_BIL

• 1 Dilemma's van publieke managers

• Hoe komt het dat zowel publieke managers tegenwoordig veel in de publiciteit komen?

  • Politieke gezagdragers, zoals ministers, Kamerleden en burgemeester, kwamen vergeleken met de publieke managers veelvuldig in de publiciteit. 
  • Dit komt omdat tegenwoordig burger mondiger en kritischer zijn, waardoor de overheid een deel van haar vanzelfsprekende gezag heeft verloren.
    
  • Ambtenaren zijn niet langer anoniem; en komen steeds vaker in het nieuws.
  • Bijvoorbeeld = veranderingen van de Nationale Politie en Jeugdzorg

• 1.1 De Nationale Politie

• Hoe zag de Politiewet van 2012 eruit?

  • Op 1 januari trad de Politiewet 2012 in werking, waarbij er 1 Nationale Politie moest komen, in plaats van 25 regionale politiekorpsen. 
  • Door deze samenvoeging zou er doelmatiger gewerkt kunnen worden, en zou er ruimte ontstaan voor bezuinigingen. 
  • Daarbij zou de afname van de bureaucratie zorgen voor kwaliteit en vakmanschap. 

• Echter: deze reorganisatie liep niet zonder problemen. Welke problemen speelde er?

  1. Er moest veel tegelijkertijd gebeuren waardoor de basis van organisatie niet op orde was. 
     
  2. Er was vertraging in de personele reorganisatie wat ten koste ging van het welzijn van de medewerkers. 
  3. Er was te weinig ruimte voor lokaal maatwerk .
  4. De benodigde kennis en kunde waren onvoldoende aanwezig. 

• De vorming van de Nationale Politie is een voorbeeld van centralisatie. Wat wordt hiermee bedoelt?

  Centralisatie = waarbij taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden overdragen zijn van een lager bestuurlijk niveau naar een hoger bestuurlijk niveau

• In het sociaal domein is in 2015 een bestuurlijke decentralisatie doorgevoerd. Wat wordt hiermee bedoelt?

  • Decentralisatie = waarbij taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden overdragen van een hoger bestuurlijk niveau, naar een lager bestuurlijk niveau. 
  • In dit geval = taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van langdurige zorg, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg overgedragen zijn van het Rijk en Provincie naar de Gemeente. 

• De Nationale Politie is dus gecentraliseerd, en het sociale domein gedecentraliseerd, maar ondanks dit verschil, is er toch een overeenkomst. Wat is deze overeenkomst?

  Ondanks dit verschil, lijken de doelstellingen van het sociaal domein sterk op de veranderingen van de Nationale Politie; in beide gevallen ging het over een verhoging van de efficiëntie en kwaliteit.

• 1.2 Publiek management

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen formele- en informele leiders?

  • In veel organisaties zijn er informele leiders ter ondersteuning, aanvulling of bestrijding van formele leiders. 
    
  • Formele leiders hebben een formeel mandaat om andere medewerkers aan te sturen waarbij ze verantwoordelijkheid afleggen aan hun superieuren, die hun verantwoordelijkheid afleggen aan politieke gezagdragers. 

• Waaruit kun je het lijnmanagement onderscheiden qua functiegroepen?

  1. Operationele manager
     
  2. Manager
  3. Topmanager
  4. Topmanager generaal. Deze groep bestaat uit:
  1. Secretaris-generaal
  2. Directeuren-generaal
  3. Inspecteurs-generaal

• Wat is het verschil tussen strategische managers, tactische managers en operationele managers?

  • Strategische managers = hoogste leidinggevenden met eindverantwoordelijk, die de strategie vastleggen. 
    
  • Tactische managers = de verbindende schakel tussen de top en het uitvoerende niveau. 
  • Operationele managers = geven direct leiding aan de uitvoerende medewerkers. 

• Publieke managers hebben altijd met twee interne spanningen te maken wanneer zij hun organisatie effectief proberen te beheersen, besturen of veranderen. Welke spanningen zijn dit?

  • Autonomie en beheersing van de menselijke factoren = enerzijds moeten management hun personeel stimuleren en motiveren, maar ook hun werk goed laten doen. 
    
  • Differentiatie (taakverdeling) en integratie (afstemming) = taakverdeling is nodig, maar deze moeten wel met elkaar worden afgestemd.