Samenvatting: Poëzie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Poëzie

• 1 Rijm

• 1.1.4 Alliteratie (medeklinkerrijm)

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• het statige standbeeldde zwarte zee

  alliteratie

• 1.1.5 Rime riche

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Gewapend trokken wij verderEn zochten naar Moskou onze wegNaarmate wij vorderdenTrokken de Russen verder weg

  Rime riche

• 1.2.1 Eindrijm

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe ik mijn haar ook kam, bij kaars- of neonlicht:Wat er ontstaat is nooit een eigentijds gezicht

  Eindrijm

• 1.2.4 Voorrijm

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Ruisende wanden en schitterende zalenBruisende beken en rammelende schalen

  Voorrijm

• 1.2.5 Overlooprijm

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Heer Schimmelpenninck weet van sparenJaren at hij boter, vlees noch vis

  Overlooprijm

• 1.2.6 Dubbelrijm

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.6
  Laat hier meer flashcards zien

• Doch niet als hij opgezet of dood isDaar er in dat geval volstrekt geen nood is

  Dubbelrijm

• 1.3 Rijmschema's

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• a b c b d e f e

  Gebroken rijm

• a b a c d e d f

  Gebroken rijm

• 2 Beeldspraak

• 2.1.1 Metafoor in strikte zin

• Verlate dan de ziel haar vleeschelijke woning

  Metafoor in strikte zin
  (object wordt vervangen door beeld)
  vleeschelijke woning = haar lichaam

• 2.1.3 Personificatie

• Achter de wuivende duinenlijnStoeien de wind en de wilde zee

  Personificatie
  (Levenloze dingen en abstracte begrippen worden als levende wezens gezien)