Samenvatting: Politieke Communicatie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Politieke Communicatie

• 1 Week 1 - key concepts

• 1.1 Belangrijk

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is politieke communicatie?

  Politieke communicatie is de interactie tussen politiek, media en het publiek. Het gaat hierbij om machtsrelaties tussen deze actoren.
  
  - Met publiek wordt het volk bedoeld. 
  - Met politiek worden niet alleen politici bedoeld. Politiek speelt zich ook thuis af of op de werkvloer: het gebeurt overal waar er collectieve beslissingen moeten worden genomen: hoe kom je dan tot overeenstemming, wie is er dan het meest overtuigend? 
  - Met de media worden de nieuwsorganisaties bedoeld die de link tussen politici en publiek. Dit om ervoor te zorgen dat het publiek zich geïnformeerd is en zo een weloverwogen stem kan uitbrengen.

• Op welke manieren beïnvloeden de vier media dimensies de classificatie van landen in de drie politieke modellen volgens Hallin en Mancin? 

  Zij categoriseerde 4 media dimensies:
  1. De ontwikkeling van massamedia = of er een snelle of trage ontwikkeling van de massa media was
  2. De sterkte van politiek parallelisme = in hoeverre de media politieke ideologieën weerspiegelen
  3. De sterkte van de professionalisering = in hoeverre journalistieke normen worden gehanteerd
  4. De hoeveelheid staatsbemoeienis = de mate waarin de overheid zich bemoeit met de media. 
  
  Dit werd vergeleken tussen 3 politieke modellen:
  1. Polarized pluralist - + - +
  2. Democratic corporatist ++++
  3. Liberal + - + -

• Wat zijn subtielere vormen van methode van controle van de overheid? Wat is de definitie hiervan volgens Zollman?

  Propaganda. Dit zijn communicatiemiddelen die mensen beïnvloeden in hun denkbeelden en gedrag. Dit is om een bepaald doel/ bepaalde belangen te ondersteunen van degene die van het huidige systeem (grote bedrijven, overheden). 
  
  -->  Dit is vooral een probleem in de liberale democratie (de meeste democratieën zijn liberaal) Journalisten werken hier onbedoeld noodzakelijk aan mee omdat zij bepaalde informatie van bepaalde bronnen krijgen en opdrachten van hun baas moeten uitvoeren waardoor ze eigenlijk noodgedwongen mee aan deze belangen.

• Waarom moeten we genuanceerd kijken naar de vier fases van mediatisering?

  1. Er is niet per se altijd een stijgende trend, soms zwakt de dominantie van de media ook weer even af. 
  2. Media willen/kunnen geen politieke functies overnemen. 
  3. Matiging van mediatisering is afhankelijk van het politieke systeem waarin je leeft. Hierbij kan commercialisering dus een grote rol spelen. Als dit sterk aanwezig is wakker je mediatisering aan en als dit afweziger is dan matig je het juist. 
  
  Maar: ook op sociale media volgen veel politici de media logica!

• 1.2 Hoorcollege

  Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is trias politica en wat is de vierde macht?

  De trias politici is een driehoek aan machten die elkaar controleert. Het is de wetgevende (regering en staten generaal), de rechtsprekende (rechtbanken) en de uitvoerende macht (ministers). 
  
  De vierde macht die hierbij komt is de media.

• Wat is politiek parallellisme?

  Dit is de mate waarin media ook politiek gekleurd is. Denk bijvoorbeeld aan de Telegraaf die is rechts en de Volkskrant is een stuk linkser.

• Hoe ziet het kiesstelsel eruit van een meerderheidsdemocratie?

  Hierbij is sprake van het 'plurality voting system'. Dit wordt ookwel het districtensysteem genoemd, hierbij is er eigenlijk altijd sprake van een twee-partijen systeem doordat kleinere partijen zich gaan samenvoegen met grotere partijen anders maken ze geen kans.
  
  Per district, dus per regio wordt er dan gestemd op een partij en degene die daar de meeste stemmen heeft, die wint dat district. Uiteindelijk wordt degene met de meeste districten de afgevaardigde. 
  
  -> Het leidt dus tot een een-partij regering, waarbij de macht geconcentreerd is bij de uitvoerende macht.

• Hoe ziet het kiesstelsel eruit van een consensus democratie?

  Hierbij is er sprake van proportionele representatie. Er zijn dus verschillende partijen waar je op kan stemmen en de de hoeveelheid mensen die op de partij stemmen komt ook proportioneel terug in de tweede kamer. Dus stel 40% van de bevolking stemt op 1 partij dan zal in de kamer 40% van de zetels.
  
  Dit leidt dus tot een meer partijen systeem, die uiteindelijk samen een coalitie moeten vormen om te regeren. Hierbij is de macht dus gedeeld tussen de uitvoerende macht (ministers) en de wetgevende macht (regering/staten-generaal)

• Wat is organized pluralisme/corporatisme en bij welk politiek systeem past dit?

  Organized pluralisme zijn sterk georganiseerde groepen die invloed proberen uit te oefenen op beleid, denk bijvoorbeeld aan vakbonden. Dit komt vaak voor in een consensusdemocratie, hierbij draait het namelijk meer om samenwerking en overeenstemming bereiken dan winnen, dus de regering staat ook open om met deze groepen in gesprek te gaan. 

• Wat is individualized pluralisme en bij welk politiek systeem past dit?

  Dit is een poging van het uitoefenen van invloed door individuen, dus niet door groepen. Dit past bij het meerderheidssysteem omdat het hierbij niet gaat om wat het belang is van de groep maar meer wat het individueel belang is.