Woordenschatonderwijs - Agchtergrondkennis

7 belangrijke vragen over Woordenschatonderwijs - Agchtergrondkennis

Wat verstaan we in het onderwijs onder woordenschat?

het geheel van woorden en woordbetekenissen waarover iemand mondeling en schriftelijk kan beschikken

Welke twee soorten woordenschat zijn er?

  • passieve/receptieve woordenschat: woorden die begrepen worden
  • actieve/productieve woordenschat: woorden die gebruikt worden

Welke woordsoorten zijn er? (morfologie)

  • enkelvoudige woorden (vrije morfemen; brood, geluk, dus)
  • samenstellingen (woorden uit twee delen, ieder deel kan zelfstandig; brood-rooster, tafel-poot)
  • afleiding (woord met toevoeging/affix; on-juist,natuur-lijk)
  • uitgangen volgens een vervoegingssysteem (werkwoorden; werk-t, ge-wandel-d)
  • uitgang volgens een verbuigingssysteem (bijvoelijke naamwoorden; mooi-e, leuk-ste)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Op welke verschillende manier kunnen woorden ingedeeld worden?

  • concreet vs abstract (concrete woorden aan visueel beeld (stoel), abstracte woorden moeten omschreven worden (huilen))
  • letterlijk vs figuurlijk
  • inhoudswoorden vs functiewoorden (inhoudswoorden kan je opzoeken in het woordenboek. functiewoorden hebben grammaticale betekenis)
  • dagelijkse woorden vs schooltaalwoorden en vaktaalwoorden (dagelijkse woorden is de omgangstaal. schooltaalwoorden zijn woorden in school zoals vat samen, digibord. vaktaalwoorden zijn woorden die op school zijn geleerd zoals vulkaan, oppervlakte.

Welke relaties zijn er tussen vorm en betekenis wanneer dit niet een-op-een is?

  • woorden met meerdere betekenissen (bank)
  • woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis, maar verschillende woorden/nuances (mama, moeder, moeke, ma)

Welke aspecten komen kijken wanneer de relaties tussen vorm en betekenis een-op-een is?

  • tijd (werk - werkte)
  • manier waarop iets plaats vind (zorgvuldig - onzorgvuldig)
  • aantallen (kerk - kerken)
  • formaat (kerk - kerkje)
  • woordsoort (dankbaar; bijvoegelijk, dankbaarheid; zelfstandig)

Op welke twee manieren kan het mentale lexicon zich uitbreiden?

  • verbreden (nieuwe woorden)
  • verdiepen (nieuwe betekenisverbindingen)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo