Can, and Should, Educational Inquiry Be Scientific?

49 belangrijke vragen over Can, and Should, Educational Inquiry Be Scientific?

Formuleer het antwoord van de auteurs op de vraag van dit hoofdstuk, gebruikmakend van de term 'positivisme'

Can, and should, educational inquiry be scientific?

Volgens de postpositivisten kan het meeste educatie onderzoek scientific zijn. Maar hierbij moet wel toegevoegd worden dat dit alleen kan als het positivistische deel van de natuur van de wetenschap zoals het eerder voorkwam verandert in een meer postpositivistisch deel. Volgens Contra Fay is deze nieuwe manier van de natuur van wetenschap in samentpraak met “current intellectual”

Waarop is het positivst model of natural science gebaseerd?

Evidence, proeven, waarheid

Wat houdt het postpositivistisch model van natuurlijke wetenschap in?

Theoriegeladen observaties, feiten die conclusies onderdetermineren, waarden die invloed hebben op de keuze van problemen, en groepen onderzoekers moeten methoden en conclusies testen voor bias. Het postpositivisme is een filosofie over wetenschap om zowel de natuurlijke wetenschap, de sociale wetenschap en het onderwijskunde onderzoek te begrijpen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt het door de auteurs gemaakte onderscheid in tussen ‘gedrag’ (behavior) en ‘handelen’ (action)?

Gedrag is een fysieke geïnduceerde en beschreven beweging of verandering of gebeurtenis. Het komt voort uit een causale structuur of proces dat gebeurt in de natuur.
Handelen: dingen zoals stemmen, het vragen om een klas te mogen verlaten, het vragen stellen, schreeuwen, rennen om een afspraak te halen, een probleem op lossen enz. Acties worden uitgevoerd via het medium van het fysieke universum. Het lichaam van de persoon presteert.

Wat houdt in Hempels ‘deductief-nomologische’ model de verklaring van een gebeurtenis in?

Deductie met een wet als uitgangspunt, de initiele condities als andere uitganspunten en de gebeurtenis of het gedrag dat wordt verklaard is de conclusie van de deductie.

Waarom is het verklaringsmodel van Hempel ('deductief-nomologische' model) volgens de auteurs niet zomaar toepasbaar op menselijk handelen?

Het onderzoek en de uitleg van menselijk handelen is niet naturalistisch, want het determineren van iemands redenen of motieven is een interpreteerbare activiteit verwant aan wat een humanist doet wanneer je probeert de actief van een karakter in een toneelstuk te begrijpen.

Hoe kan het dat het loutere benoemen van een handeling al een verklaring voor die handeling inhoudt?

Dit komt doordat je de betekenis, het doel of de intentie weet.

Zie: handeling = gedrag + betekenis.

Als je weet wat een handeling inhoudt dan weet je dus ook de betekenis, want het gedrag kan je zien.

De auteurs merken op dat het bij de interpretatie van oude teksten zoals Hamlet maar de vraag is of we achter de ‘ware’ interpretatie kunnen, of moeten willen komen – betekenissen worden hier ‘geconstrueerd’ of ‘opgelegd.’ Nu hebben de auteurs eerder in het hoofdstuk vastgesteld dat de educational researcher, wil hij/zij ook maar iets van zijn onderwerp kunnen begrijpen, ‘hermeneutisch’ te werk zal moeten gaan. Vinden ze nu ook dat daarmee ‘waarheid’ als doel van het onderzoek komt te vervallen?

Het gaat vooral om de waarheid van de zaak (“truth of the matter”) waar men zich op moet richten. Hierbij zijn de interpretaties van zowel studente als docent erg belangrijk. Men moet zoeken naar de ware interpretatie.

Welke red herrings (= irrelevante, overbodige, verkeerd begrepen kwesties) stellen de auteurs hier aan de kaak? (P. 77)

Onderzoekers die proberen de waarheid te ontdekken worden vaak beschuldigd van het denken dat er een absolute waarheid is.

Waarom is de studie van opvoeding en onderwijs volgens de auteurs niet alleen maar een kwestie van hermeneutiek?

Mensen die denken dat het alleen een kwestie is van interpretatie moeten deze term dan wel op een hele brede manier zien.

Wat is volgens de auteurs the most fundamental point?

De interpreteerder of onderzoeker moet wat vakkundig verzameld bewijsmateriaal hebben als back-up voor de interpretatie die is gegeven.

De auteurs menen dat de ‘hypothetico-deductieve’ methode ook in de pedagogiek/onderwijskunde centraal moet staan. Is dit hetzelfde als Hempels ‘deductief-nomologische’ model?

De hypothetico-deductieve methode is een methode van het vormen van hypothesen, deduceren van de consequenties en het testen door het kijken of de consequenties ook echt optreden. Zo niet, of als het bewijs niet klopt bij de hypothesen dan moeten de hypothesen verworpen worden. Het verschil met het deductief-nomologisch model is dat daarbij een wet als uitgangspunt wordt genomen en bij de hypothetico-deductieve methode een hypothese.

De auteurs hebben felle kritiek op Yvonna Lincolns lijst van kwaliteitscriteria voor kwalitatief onderzoek. Wat is hun belangrijkste bezwaar?

Ze gaat niet in op de eis dat een interpretatie gedragen moet worden door bewijs – dat het de zoektocht naar negatief bewijs of het weerleggen van bewijs had moeten doorstaan.

De auteurs bepleiten dat ook bij kwalitatief en interpretatief onderzoek aandacht wordt geschonken aan validiteit. Hebben ze het hier over interne of externe validiteit?

Extern? het gaat namelijk over zaken zoals de taal, het verkeerd gebruiken van sterktes en het tonen van de status van de onderzoeker.

Welke conclusie w.b. de vraag van het hoofdstuk trekken de auteurs, en hoezo is die conclusie typisch voor hen als ‘postpositivisten’ (wat onderscheidt hen hier van positivisten en postmodernisten?)

Er is niets “unscientific” over een educational researcher die menselijke acties studeert. Maar het kan wel op een niet wetenschappelijke manier bestudeerd worden. Wij als onderzoekers zijn mensen en de overtuigingen die we vormen kunnen fout zijn. Het is postpositivistisch omdat: het maakt niet uit waar ons onderzoek over gaat, we moeten zo veel mogelijk menselijk bekijken dat onze overtuigingen wel-gevonden zijn. En dit komt via competent onderzoek.

Breng het citaat van Peirce in verband met de ideeën van Popper.

Pierce zegt in zijn citaat: een hypothese is iets wat waar lijkt te zijn. Echter als een hypothese fout is, geeft dit goede input voor de onderzoeker. Dit sluit aan bij Popper die zich richt op het weerleggen van hypothesen.

Educational research is voor een belangrijk deel de studie van menselijk handelen – maar niet alleen daarvan. Welke zaken horen er volgens de auteurs nog meer bij?

* intented consequences
* de specifieke socio-culturele settings die invloed hebben op de acties en de consequenties
* het microniveau in de maatschappij en het microniveau van de fysieke natuur.
* achtergrond zaken zoals SES, groote van een school enz.

Wat zijn verschijnselen op ‘microniveau’ en op ‘macroniveau’? Er bestaat een microniveau dat zeer relevant lijkt voor de studie van menselijk gedrag en ontwikkeling, dat steeds meer centraal is komen te staan in de psychologie en waar veel onderzoeksgeld naartoe gaat – maar dat de auteurs hier helemaal niet noemen! Welk ‘microniveau’ is dat?

Verschijnselen op microniveau hebben te maken met verschijnselen op individueel niveau. Verschijnselen op macroniveau met dingen die op maatschappelijk niveau gebeuren. 

Waarom kunnen we volgens de auteurs niet volstaan met wetenschap op microniveau? Macro-verschijnselen zijn immers ‘opgebouwd’ uit micro-verschijnselen?

Het conceptuele apparaat is op ieder niveau anders en op ieder niveau zijn weer andere theorieën en wetten van toepassingen.

Wat willen de auteurs met het voorbeeld van Lee & Smith (1997) duidelijk maken?

Dat de studie zich focuste op de relatie tussen macrolevel fenomeen en een microlevel fenomeen.

Hoe kan een macroverschijnsel (zoals schoolgrootte) een microverschijnsel (zoals leerprestaties) causaal beïnvloeden? Formuleer in eigen woorden wat Lee en Smith hierover zeggen.

De grootte zorgt voor een faciliterende of inhibiterende factor voor fundamentele processen op scholen. Leren is dus een actie van studenten volgens hen.

Waarom houdt postpositivisme een pluralisme in w.b. onderzoeksmethoden?

Er is geen favoriet type studie voor postpositivisten, welk type studie het beste is hangt af van het probleem of punt dat onderzocht wordt, het is belangrijk dat verschillende soorten studie een bijdrage kunnen leveren. Het is vooral belangrijk dat een onderzoek rigoureus en competent is.

Blijkbaar kunnen we in het sociale domein dingen verklaren door ze te plaatsen in een context van a) causale relaties tussen (natuurlijke) gebeurtenissen en b) netwerken van (geconstrueerde) betekenis. Maar dat lijken zeer verschillende typen van verklaring. Zoals de auteurs suggereren, vinden veel alfa-wetenschappers alleen b) voor hun onderzoek van belang. Dat zou betekenen dat verklaringen binnen het sociale domein vooral interpretatief, en niet causaal van karakter zouden moeten zijn. De auteurs zijn het hiermee oneens. Maar hoe verdedigen zij dat causale verklaringen ook binnen het sociale domein van cruciaal belang zijn?

Causatie kan verschillende vormen aannemen, en het is noodzakelijk bij bijna iedere onderdeel van contact en invloed in het menselijk bestaan. Als iemand zegt, dit gebeurde doordat dan is er al sprake van causale verklaringen. Causale taal is op zwel microlevel als macrolevel zeer moeilijk te vermijden.

Wat zeggen de auteurs over ‘veroorzaking’?

Zonder causale mechanismen zouden onze handelingen niet een onbedoelde gevolgen kunnen hebben. Want deze werden veroorzaak door onze acties zelfs al hadden we niet de intentie om hen te verwachten of dat ze voorkomen.
Het gaat er niet om of we causale relaties moeten proberen te begrijpen, het gaat er om hoe we dat doen om zo het onderwijs te verbeteren.

Wat wordt bedoeld met unified science? In welk opzicht accepteren de auteurs dat en in welk opzicht wijzen ze het af?

Het eenmaken van wetenschap. Ze hoopten bijvoorbeeld een gezamenlijke manier van observeren te ontdekken, of een basis theorie.  In welk opzicht accepteren de auteurs dat en in welk opzicht wijzen ze het af? Ze accepteren een gezamenlijke effectiviteit en onderzoek dat bij alle domeinen voor moet komen. Maar verder is voornamelijk alles verschillend.

Welke twee vragen zijn belangrijk 'waarom vragen we eigenlijk waarom? (HC 11) 

1. Waar vraag je precies naar?

2. Waarom stel je waarom-vragen? (Je wilt meer inzicht hebben, je wilt dingen verhelderen)

Welke drie termen van belang bij het Deductief-Nomologisch model (van Hempel)? (HC 11)

* Explanans = datgene waarmee je iets verklaart (bijvoorbeeld een wet)
* Explanation = de verklaring
* Explandum = dat wat verklaart moet worden (bijvoorbeeld een gedrag of wetmatigheid)

Wat is het verschil tussen proximate oorzaken en ultimate oorzaken? (HC 11)

Proximate oorzaken: Directe aanleiding van iets

Ultimate oorzaken: Oorzaak ligt verder weg in de tijd

Wat wordt er bedoeld met 'strikt genomen kunnen gebeurtenissen niet overgedetermineerd worden'? (HC 11)

Als jij een complete oorzaak hebt genoemd die de zaak afdoende verklaart, dan moet een andere causale verklaring er wel naast zitten. Het kan niet tegelijkertijd. Dit is overigens wel omstreden, het lijkt alsof je dingen wel kunt overdetermineren.

Wat betekent 'regular secussion'? (HC 11)

Het betekent dat de ene soort gebeurtenis altijd vergezeld wordt door een andere soort gebeurtenis vlak daarop.

Waarom kunnen we volgens David Hume causatie niet direct waarnemen? (HC 11)

Oorzakelijkheid is een gevolgtrekking van jezelf. Het is subjectief. Veroorzakelijk als zodanig zit niet in de wereld, althans je weet het niet. Je kunt het namelijk niet waarnemen.

Wat bedoeld Wesley Salmon met 'causation = trajectory of conserved quantity'? (HC 11)

Er moet een soort fysisch mechanisme zijn tussen oorzaak en gevolg.

Wat is counterfactual? (HC 11)

Dit zijn als-dan-uitspraken.

Wat bedoeld Wesley Salmon met 'causation = probability-rasing'? (HC 11)

Dit is een theorie over waarschijnlijkheid. Oorzaken met gevolgen waarschijnlijker.

Wat is het verschil tussen een noodzakelijke voorwaarde en een voldoende voorwaarde? (HC 11)

Een noodzakelijke voorwaarde is een vereist. Als hieraan niet voldaan wordt, dan treed het effect ook niet op.

Een voldoende voorwaarde garandeert het effect. 'Als je ingeschreven staat als student, dan garandeert het ook dat je student bent.'

Volgens het INUS-model heeft elk gevolg vele oorzaken. Al die noodzakelijke voorwaarden zijn één voor één oorzaken voor (in dit geval) de aanrijding. Als je al die noodzakelijke voorwaarden bij elkaar gooit, dan heb je een grote voldoende waarde. Hoe noem je die conditie? (HC 11)

Een sufficient condition

Hoe spoor je algemene causale verbanden op? (HC 11)

Je  spoort algemene causale verbanden op door middel van experimenten.

Wat wordt bedoeld met 'unity of science'? (HC 11)

De 'unity of science' is een obsessie van de positivisten. Deze obsessie leeft nog steeds onder wetenschappers en filosofen. Ze willen een samenhangend wereldbeeld. Ze willen weten wat de verschillende wetenschapsgebieden met elkaar te maken hebben.

Je hebt vier visies op de relatie tussen fysica en special sciences. Wat is het standpunt van de antireductionisten? (HC 11)

De wetenschap bestaat uit losse gebieden en die hebben allemaal hun eigen waarden. De special sciences blijven autonoom.

Je hebt vier visies op de relatie tussen fysica en special sciences. Wat is het standpunt van de gematigd reductionisten? (HC 11)

Consillence

Je zult altijd wel die special sciences nodig blijven hebben, máár je snapt wat ze met elkaar te maken hebben, je kunt ze met elkaar in verband brengen.

Je hebt vier visies op de relatie tussen fysica en special sciences. Wat is het standpunt van het reductionisme? (HC 11)

Special sciences worden een onderdeel van unified science.

Special sciences daar zit wel echte kennis in, maar op een dag zullen we in staat zijn om het ene wetenschapsdomein te reduceren tot de andere.

Is Bersselaar een voor of tegenstander van het reductionisme? (HC 11)

Bersselaar is een tegenstander. Hij is voor een veelheid van domeinen en pluralisme in onderzoeksmethoden.
Domein van de feiten, beleving, betekenis, begrip, regels en belangen

Wat is breincentrisme? En wat vindt Miller van dit standpunt? (HC 12)

Breincentrisme = alles wordt gereduceerd tot het brein

Miller vindt dat er niet alleen gefocust moet worden op het brein. Ook andere factoren spelen mogelijk een rol (genetisch, sociaal etc.)

Welke stromingen passen bij de volgende tegenstelling? (HC 12)

'Wij zijn ons brein'                     versus                        out of our head

Wij zijn ons brein = reductionisme

Out of our head = anti-reductionisme

Wat betekent holisme? (HC 12)

Er is meer dan alleen losse delen, alles is onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Wat betekent 'laissez-faire'? (HC 12)

Laat iedereen maar doen. Dit gaat over de vrije markt. Het hoort bij Adam Smith.

Er zijn een aantal gevaren die men in het holisme ziet. Leg uit wat de volgende begrippen betekenen: collectivisme? nationalisme? conservatisme? cultuurrelativisme? (HC 12)

* Collectivisme? Individu doet er niet meer toe. Geen samenleving die burgers graag willen.

* Nationalisme? Streven voor het vaderland

* Conservatisme? Structuren moeten in stand blijven, als je afwijkt ben je een gevaar

* Cultuurrelativisme? Jij leeft in die cultuur en hij/zij in een andere cultuur en die cultuur gaat zijn eigen weg, snapt niet goed waar die andere cultuur mee bezig is.

Er zijn aan aantal gevaren die men in het individualisme ziet. Leg uit wat kil egoïsme betekent? (HC 12)

Kil egoïsme? Iedereen streeft naar zijn eigen belangen.

Andere gevaren zijn:

* Teloorgang van gemeenschappelijke waarden

* Mensen zijn een soort bijen en vinden het gaaf om mee te doen in gemeenschappelijke delen, samen zingen, dansen. Alleen leven we in tijden waarin de echte bindende elementen zijn afgeschaft. Nu bijen die opzoek zijn naar de korf, maar die zijn er niet meer.q

Kan een beweging zowel een gedraging als een handeling zijn?

Ja dat kan, want handeling = gedrag + betekenis.
Betekenis is hier ook een intentie, doel, reden of idee.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo