Cross-bridge kinetiek - Powerpoint
13 belangrijke vragen over Cross-bridge kinetiek - Powerpoint
Het contractiele element is meer dan een lange veer die uitgerekt wordt, want...
Hoe vindt een zuiver isometrische contractie plaats
Het kantelen van de kop wordt ook wel de powerstroke genoemd. Na deze kanteling zal S1 weer loskoppelen van actine en vervolgens, na teruggekanteld te zijn naar positie i, weer razendsnel opnieuw binden aan actine. Dit is de situatie tijdens een zuiver isometrische contractie (actine verplaatst zich niet t.o.v. myosine), er vinden miljoenen koppelingen en ontkoppelingen per seconde plaats.
Hoe komt het dat kracht lager is tijdens concentrische contractie dan tijdens een isometrische contractie?
De daling van de kracht t.g.v. Zowel 1 als 2 als 3 is groter naarmate...
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer bevinden zich er meer kopjes in de positie van kopje 3?
Bij een langzame concentrische spiercontractie (hoge uitwendige weerstand) schuift actine langzaam langs het myosine en zullen bijna alle kopjes die aangehecht zijn en een powerstroke maken, los kunnen laten (ontkoppelen) voordat ze onder hun ophangpunt door worden getrokken (bedenk: actine blijft opschuiven doordat er duizenden andere kopjes aan trekken): er komen bijna geen kopjes in de positie zoals kopje 3 in dit voorbeeld.
Bij hogere verkortingssnelheden (minder uitwendige weerstand) komen er steeds meer kopjes in de positie van kopje 3: zij zorgen voor een interne weerstand.
Spierkracht (die we uitwendig meten) is lager tijdens concentrische contracties, doordat:
- de spier verkort, waardoor een deel van de rek in S2 opgeheven wordt, terwijl S1 aan actine zit. Dit betekent dus dat tijdens de verkorting de kracht lager is.
- sommige aangehechte crossbridges er tijdens verkorten niet in slagen om op tijd los te koppelen en een tegenwerkende kracht gaan genereren.
- er tijdens verkorting op ieder moment minder crossbridges kans zien aan te hechten (rijdende-treinmetafoor), waardoor de kracht nog verder afneemt.
Zie afbeelding. Wat is de afstand h?
Wat is de verhouding tussen f en g tijdens een isometrische contractie?
Op ieder moment is 80% van de cb's aangehecht.
Tijdens een concentrische contractie (waarbij actine tussen het myosine wordt getrokken) kan een aangehechte kop (S1) wel eens in een positie geraken (de andere kopjes blijven immers ook aan het actine trekken) waarbij hij de kracht die de andere kopjes leveren zelfs gaat tegenwerken (x is negatief). Wat gebeurt er dan en wat bepaalt met name de grote van Vmax?
Op welke twee manieren kan energiegebruik bepaald worden in experimenten?
- ATP-verbruik meten (+ arbeid)
- Warmteproductie meten: energie gaat immers niet verloren (+ arbeid).
Wat gebeurt er bij ii, v en vi?
Het idee is dat er voor iedere ontkoppeling ... ATP-molecuul/moleculen wordt/worden gebruikt.
V. Pas ontkoppeling nadat ATP op S1 is gebonden.
VI. De kop kantelt terug.
Het idee is dat er voor iedere ontkoppeling 1 ATP-molecuul wordt gebruikt.
Wat kost nu meer ATP? Een isometrische, concentrische of excentrische contractie?
Concentrisch zijn er 2 effecten?
- Andere verdeling van cb's, waardoor er meer via g2 ontkoppelen.
- Bovendien zullen er tijdens verkorting op ieder moment minder crossbridges kans zien aan te hechten (het is lastiger in een rijdende trein te springen dan in een stilstaande). Hierdoor zal in principe het ATP-gebruik afnemen bij toename van de verkortingssnelheid.
Wat kost nu meer ATP? Een isometrische, een concentrische of excentrische contractie?
Excentrisch:
Welk myosinetype (I of II) is efficiënter om isometrisch kracht te leveren en waarom? Of beter geformuleerd: welk myosine type (I of II) is economischer om isometrisch kracht te leveren en waarom?
Wat is efficiënte en wat is economie?
Economie = Kracht/ATP-gebruik
Omdat er tijdens een isometrische contractie geen uitwendige arbeid wordt verricht (de kracht verplaatst zich niet), kunnen we strikt genomen niet spreken van efficiëntie (uitwendig geleverde Arbeid/Energiegebruik), maar hebben we het over economie (kracht/Energiegebruik).
De cb’s van type I myosine draaien langzamer (lagere f en g1 en g2) dan die van type II en ze blijven dus ook net iets langer in de krachtgenererende positie en dat is dus gunstig tijdens isometrische contracties (minder ATP-gebruik per tijdseenheid dan snel, type II myosine).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden