Bouw en functie eiwitten en fibre types en motor units - Powerpoint

23 belangrijke vragen over Bouw en functie eiwitten en fibre types en motor units - Powerpoint

Wat is transcripte en waar vindt het plaats?

Het overschrijven van de genetische code van DNA naar RNA (transcriptie) vindt plaats in de celkernen.

Aminozuren (az) bestaan allemaal uit een centraal koolstof (C) atoom, waar naar vierkanten toe iets aan is gekoppeld (door middel van zg. covalente bindingen):

  1. Een H-atoom
  2. Een NH3+ groep (N=stikstof atoom) H=waterstof atoom
  3. Een COOH groep, O=een zuurstof atoom
  4. Een Rest groep
1tm 3 zijn voor alle 20 aminozuren die in eiwitten zitten gelijk. De restgroep (R) maakt de verschillen tussen de az.(zie volgende slides). De restgroepen kunnen b.v ook al dan niet (elektrostatisch) geladen zijn.
Voor 2 en 3 geldt dat hieraan afhankelijk van de zuurgraad (pH) al dan niet een extra H+ ion zit of niet. Het zijn H+ ionen die in oplossing zijn die bepalen hoe zuur die oplossing is.

Waar komen de meeste aminozuren voor? Rond welke pH?

Ergens rond pH 7 (neutraal) komen de meeste a.z. voor in de blauwe vorm.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn essentiële aminozuren?

Essentieel wil zeggen dat we (de lever b.v.) ze niet zelf kunnen maken, dus we moeten essentiële a.z. via de voeding binnen krijgen.
Ter informatie. Bij de productie van semi essentiële aminozuren zijn essentiële a.z. betrokken, dus de semi essentiële zijn indirect essentieel

Waterstofbruggen kunnen ook anders gevormd worden zonder dat er een helix ontstaat. Hoe?

Wat ook in veel eiwitten voorkomt is dat er parallelle keten ontstaan die als het waren een soort vlakken vormen (dit noemt men ß sheets).

Wat speelt een belangrijke rol bij het tot stand komen van de tertiaire structuur?

De loops (bochten, lussen: rood) spelen een belangrijke rol bij het  tot stand komen van de tertiaire structuur doordat (in specifieke delen van de keten van az) van het eiwit zwavelbruggen ontstaan.

Zijn zwavelbruggen of waterstofbruggen sterker?

In zwavelbruggen zijn de zwavelatomen covalent (stevig) met elkaar verbonden, ze zijn hierdoor veel sterker dan waterstofbruggen, waarbij de binding tussen b.v. H en O is gebaseerd op (zwakke) elektrostatische aantrekking.

Hoe wordt de definitieve vorm van een eiwit genoemd? En wat bepaald deze definitieve vorm?

De restgroepen bepalen uiteindelijk voor een groot deel  hoe het eiwit zich opvouwt in de waterige omgeving van de cel. Restgroepen die lading bevatten zijn hydrofiel en zullen dus vooral aan de buitenkant van het eiwit zitten. De ongeladen restgroepen zijn hydrofoob en worden door de water dipolen als het ware binnen in het eiwit geduwd. Deze definitieve vorm die eiwitten aannemen in water wordt de tertiaire structuur genoemd.

Dus waarvoor zijn waterstofbruggen en zwavelbruggen belangrijk?

Waterstofbruggen tussen en binnen ketens van a.z. bepalen hoe de primaire eiwitketens veranderen en hun secundaire vorm aannemen.
Zwavelbruggen spelen een belangrijke rol bij de vorming van de uiteindelijke tertiaire structuur.

Welke eiwitten helpen bij het vouwen van eiwitten (verkrijgen van tertiaire structuur)?

Chaperonne eiwitten. Ook als eiwitten beschadigd raken en ontvouwen, kunnen chaperonne-eiwitten ze herstellen en weer hervouwen.

Als beschadigde eiwitten niet hersteld kunnen worden gaan ze...

... aggregeren (klonteren) . Dergelijk eiwitaggregaten zijn giftig. Dus aggregeren moet worden voorkomen (bij ziekte b.v. Parkinson, dementie en met ouderdom lukt dat vaak niet goed).  Bij het voorkomen van aggregaten spelen chaperonne eiwitten ook een rol

Het is de uiteindelijke vorm, de tertiaire structuur,
die de functie van een eiwit bepaalt.
Dit laat zich leuk illustreren mb.v. myoglobine.
Welke functie heeft myoglobine ook al weer?

Myoglobine bevindt zich in de spiervezels, kan zuurstof uit de haarvaten afkomstig binden en aan andere Myoglobine moleculen overdragen (gefaciliteerde diffusie, hetgeen sneller verloopt dan vrije diffusie) om de zuurstof uiteindelijk af te geven bij de mitochondrien.

Waar worden zuurstofmoleculen in myoglobine gebonden en wat is een prosthetische groep?

Zuurstofmoleculen worden aan myoglobine gebonden in het hydrofobe binnenste deel. Hier bevindt zich de zo genoemde prosthetische groep (waarin onder andere een ijzer (Fe) atoom, paars, zit). Er zijn meer eiwitten waarin een niet eiwit structuur is ingebouwd die noodzakelijk is voor de werking (functie) van het eiwit in dit geval O2 vervoeren. Als zo’n niet eiwitdeel echt is ingebouwd in het eiwit noemt men dat een prosthetische groep.

Wat is een co-enzym? En wat hebben vitamines hiermee te maken?

Later zullen we zien dat met name enzymen (speciale eiwitten) voor hun functie ook vaak een niet eiwit deeltje nodig hebben (b.v. NAD). Bij enzymen bindt het niet eiwitdeel meestal tijdelijk aan het eiwit men noemt dat niet eiwitdeeltje dan een co-enzym. Vitamines (of daar van afgeleide stoffen) fungeren in ons lichaam vaak als co-enzym. Vitamines zijn schaars vandaar dat het handig is dat zij alleen tijdelijk binden als co-enzym, zodat ze vervolgens weer beschikbaar zijn om b.v. als co-enzym voor andere enzymen te fungeren.

Wat is een prosthetische groep en wanneer spreekt men van een coenzym?

•Veel eiwitten bevatten een niet-eiwitdeel om bepaalde functies mogelijk te maken: een prosthetische groep
•Indien deze groep tijdelijk gebonden is (b.v. vitamines) zoals vaak bij enzymen (b.v. NAD: nicotinamide adenine dinucleotide ) het geval is spreekt men van een coenzym

Hier zie je hemoglobine (Hb), waarin 4 ketens (die erg op myoglobine lijken qua structuur) onderling aan elkaar gekoppeld zijn.
1 hemoglobine molecuul heeft dus vier prosthetische groepen en kan dus 4 zuurstof moleculen (O2) vervoeren!  Hemoglobine is ook een zogenaamd allosterisch eiwit. Wat wil dat zeggen?

Dat wil zeggen dat het van vorm verandert indien er een ligand (in dit geval O2) aan bindt. Dit heeft tot gevolg dat elk van de drie volgende O2 moleculen nog makkelijker aan hun prosthetische groep binden (tijdens passage langs longen) nadat het eerste O2 molecuul is gebonden.

Wat zijn de myosine heavy chains (MHCs)?

S1 en S2
Het myosine molecuul kun je isoleren en met speciale enzymen (Trysin, Papain) in stukken knippen. Vervolgens kun je de delen verder bestuderen.
S1 en S2 worden ook vaak de myosine heavy chains: MHCs genoemd

Waaruit bestaat de staart van myosine moleculen?

De staart van myosine moleculen bestaat uit 2 alpha helices die ook nog eens om elkaar zijn gedraaid (de hydrofobe restgroepen bevinden zich op de contactpunten tussen beide ketens)

Het S1 fragment van myosine bestaat uit:

meerdere groepen (eiwitketens) elk met een eigen functie : quarternaire structuur

Waar hangt het aantal spiervezels per alpha motorische voorhoorncel vanaf?
En wanneer zijn er meer spiervezels per motor units en wanneer minder?

Van de spierfunctie.
Spieren die fijn controle moeten uitvoeren (hand) hebben misschien 100 vezels per unit. Voor spieren die bij de grovere motoriek zijn betrokken (bovenbeen) kunnen het wel een paar duizend vezels per unit zijn.

Heeft de mens myosine type IIB?

De mens heeft wel het gen dat codeert voor het myosine type IIB, maar door een puntmutatie in de promotor van dit gen, wordt dit IIB-gen bij de mens niet afgelezen : mensen hebben (integenstelling tot ratten muizen e.d.) geen type IIB myosine.

Tot nu toe hebben we gedaan of er 1 type actine en 1 type myosine is. Dit is met name niet waar voor:

Myosine.

Wanneer wordt er meer ATP verbruikt door de myosinekopjes? En wat is daar nadeel van, wat gebeurt er?

Hoe sneller de kopjes koppelen (f1) en vooral ook weer ontkoppelen (via g1 en g2), des te meer ATP er per sec wordt gebruikt, hierdoor kan een spiervezel heel snel verkorten (en dus bij hoge snelheden ook nog een redelijk vermogen leveren). Nadeel voor een dergelijke snelle spiervezel is dat hij wel heel veel energie (ATP) slurpt. Later zullen we zien dat dit o.a. leidt tot het relatief snel ‘verzuren’ van de vezel met als gevolg dat zijn kracht en verkortingssnelheid afnemen: dit noemen we dan vermoeidheid.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo