Transcriptie translatie - Document genetische expressie - Bouw van DNA en RNA

6 belangrijke vragen over Transcriptie translatie - Document genetische expressie - Bouw van DNA en RNA

Waar staat RNA voor? Wat krijg je als je van RNA een zuurstofmolecuul weghaalt?

RNA staat voor Ribose-Nucleïne-Acid. Indien we een zuurstofmolecuul weghalen krijgen we RNA zonder zuurstof ofwel Deoxy-Ribose-Nucleïne-Acid: DNA.

Waaruit bestaan DNA en RNA?
Waar staat Nucleïne-Acid voor?

  • DNA en RNA bestaan uit een lange keten van aan elkaar gekoppelde (deoxy)ribose moleculen. (Deoxy)ribose moleculen zijn covalent aan elkaar gekoppeld via fosfaatgroepen.
  • De toevoeging Nucleïne-Acid komt omdat de ontdekker van wat later DNA bleek te zijn, bij toeval een tot dan toe nog onbekende stof isoleerde uit de kernen (nucleï) van witte bloedcellen: hij noemde deze stof oorspronkelijk ‘Nucleïne’, later ontdekte men dat dit nucleïne sterk zuur was en werd Acid toegevoegd.

Wat zijn de purines (die een dubbele ring hebben)?
Wat zijn de pyrimidines (die een enkele ring hebben)?

  • Adenine & Guanine
  • Cytosine, Uracil & Thymine
  • Ezelsbruggetje: AGCUT
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waaraan zit A(denine) altijd gekoppeld en waaraan G(uanine)?
Waardoor zijn ze verbonden met elkaar? Zijn er evenveel koppelingen bij A-... Als bij G-...? Welke koppeling zou makkelijker los gaan?

A(denine)-T(hymine)
G(uanine)-C(ytosine)
De 2 strengen DNA dus precies complementair: antiparallel.

De basen zitten via waterstofbruggen aan elkaar, waarbij het belangrijk is op te merken dat A en T via 2 bruggen en G en C via 3 bruggen gekoppeld zitten.
Dus als de twee DNA-ketens uit elkaar moeten (b.v. om de code af te kunnen lezen zoals we later zullen zien) dan zal dat makkelijker gaan in een stuk DNA waar veel AT verbindingen zitten.

Wat wordt onder genetische expressie verstaan?

Onder genetische expressie wordt het hele proces verstaan waarbij de informatie in het DNA uiteindelijk resulteert in de vorming van functionele eiwitmoleculen. In dit proces speelt RNA een belangrijke rol.

Er zijn drie verschillende soorten RNA (16), die in verschillende concentraties voorkomen in de cel. Welke?
Wat is het verschil?

Het grootste deel van de RNA is ribosomaal RNA (97%), daarnaast is er transferRNA (1%) en messenger RNA (2%).

Een groot deel van het verschil in concentraties wordt veroorzaakt door het verschil in stabiliteit.

Er is weinig mRNA, maar dat komt niet omdat er maar 2 % mRNA wordt gevormd, maar vooral omdat mRNA ook weer snel (binnen uren, half life time 30 minuten) wordt afgebroken. Van het totaal gevormde RNA is ongeveer 30% mRNA!

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo