Lengte-kracht en kracht-snelheid relaties - Powerpoint
9 belangrijke vragen over Lengte-kracht en kracht-snelheid relaties - Powerpoint
Dystrofine:
a. Verbindt de actinefilamenten met elkaar
b. Verbindt de myosinefilamenten met elkaar
c. Verbindt aangrenzende spiervezels met elkaar.
d. Verbindt actinefilamenten met het sarcolemma
De 2 paar kleine pijltjes geven aan dat actine en myosine bij spierverkorting (beneden bij roze pijl) meer gaan overlappen: actine schuift tussen myosine in. Wat gebeurt er met de A-band en I-band?
Wat gebeurt er bij een isometrische spiercontractie? En wat bij de relaxatie?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Op optimumspierlengte hebben de sarcomeren een gemiddelde lengte van?
Wordt er eigenlijk nog ATP gebruikt tijdens een ‘contractie’ net boven l=1?
Continu komen er actiepotentialen aan, die komen bij neuromusculaire overgang en gaan over het spiervezelmembraan de T-tubuli in. Er wordt dus calcium vrijgemaakt en die processen kosten energie. Natrium naar binnen kalium naar buiten, depolarisatie. Membraanpotentiaal moet weer hersteld worden dus Na naar buiten en Ka naar binnen.
Tijdens een isometrische contractie op optimumlengte (2-3) gaat 10% van de ATP op aan Na+/
Eiwitten die bij hun werk energie gebruiken, worden ‘ATPasen’ (=ATP-gebruikend) genoemd.
Hoeveel procent van de totale ATP zit in de myosine-ATPase?
Stel: je mag een spier bouwen en je hebt 4 sarcomeren tot je beschikking.
Hoe maak je een sterke spier en hoe maak je een snelle spier?
Snelle spier: serie geschakeld.
Dus lange spieren zijn inderdaad sneller dan korte (indien hun sarcomeren hetzelfde type myosine bevatten). Maar in een volwassen mens worden spieren toch niet langer of korter?
Wat is de kracht-snelheidsrelatie en wat de vermogen-snelheidscurve? Waarvan is vermogen het product en hoe kan de vermogen-snelheidscurve geconstrueerd worden uit de kracht-snelheidsrelatie?
Vermogen-snelheidscurve = bruin
Door de meetpunten (o.a. F en F2) van veel metingen (in dit geval 6) met elkaar te verbinden ontstaat een karakteristieke hyperbool: de kracht-snelheidsrelatie (blauw) die bij deze spier hoort. Vermogen is het product van kracht en snelheid en de vermogen-snelheidscurve (bruin) wordt uit de blauwe geconstrueerd door bij elke snelheid te kijken wat de bijbehorende kracht is en vervolgens deze kracht en de bijbehorende snelheid met elkaar te vermenigvuldigen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden